Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DS. P. DEN BUTTER NEEMT AFSCHEID VAN MIDDELHARNIS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DS. P. DEN BUTTER NEEMT AFSCHEID VAN MIDDELHARNIS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zondag 25 september jongstleden was een bijzondere dag voor de gemeente van Middelharnis. En niet minder voor dominee P. den Butter en zijn vrouw.’s Morgens had hij voor het laatst als de eigen predikant de doop bediend, ’s middags moest er afscheid genomen worden na vele jaren actieve dienst. Eerder dit jaar verleende de classis Rotterdam aan onze broeder emeritaat “op de meest eervolle wijze”, nu was het moment van afscheid nemen aangebroken.

Het was een mengeling van gevoelens waarmee de gemeente die middag was opgekomen. Enerzijds was er dankbaarheid voor het vele dat in deze dienaar ontvangen was, gedurende een tweetal perioden van respectievelijk zes en negen jaren. Anderzijds lag er een besef van bewogen weemoedigheid over jongeren en ouderen. Middelharnis weet dat er een dienaar van het Woord van God in haar midden heeft verkeerd die uit de schatten van zijn Zender nieuwe en oude dingen heeft voortgebracht, als een Schriftgeleerde, in het Koninkrijk der hemelen onderwezen. De oude dorpskerk aan de Ring van Middelharnis stroomde die middag vrijwel geheel vol. Veel officiële vertegenwoordigers van allerlei instellingen waren er voor die zondagmiddag niet uitgenodigd. Toch was er veel meeleven, ook van buiten de eigen gemeente.

genade Gods

Ds. Den Butter bediende het Woord uit het slot van de eerste Petrusbrief, vers 12 van hoofdstuk 5: “Door Silvanus, die u een getrouw broeder is, zo ik acht, heb ik met weinige woorden geschreven, vermanende en betuigende, dat deze is de waarachtige genade Gods, in welke gij staat.” Het accent in de prediking lag met name op het tweede gedeelte van de tekst.

De apostel geeft een terugblik op de inhoud van zijn brief: een vrij korte brief, “weinige woorden”. Silvanus, bekend bij de gemeenten, zal de brief bezorgen. Het belangrijkste is om op te merken hoe de apostel de inhoud van zijn schrijven samenvat: met de veelzeggende woorden “de waarachtige genade Gods.” Het is die genade van God die de apostel aan zijn lezers vermaant en betuigt. Dat zijn twee woorden met een diepe zeggingskracht. ‘Vermanen’ wijst op de drang van de apostel om de waarheid op het hart te binden, opdat ze ter harte wordt genomen. Het wijst op een beroep op het geweten om uit deze genade te leven. Het ‘betuigen’ wijst op wat al eerder werd gehoord, namelijk het Evangelie van Gods genade in Christus. De apostel betuigt in deze brief nog eens de grondwaarheden die gekend moeten worden.

De waarachtige genade Gods, die staat in Petrus’ bediening centraal.

Trouwens, in zijn eigen leven heeft hij het moeten leren om als een verloren zondaar genade nodig te hebben - en wat die genade inhoudt. Zo is Petrus een geschikt instrument geworden om Gods genade aan anderen te verkondigen.

Let wel, het gaat om waarachtige, om echte genade! Bestaat dat dan: valse genade? Zoals vals geld wil doorgaan voor echt geld, zo wil namaak ook in het geestelijke doen alsof het echt en zuiver is. Laten we het onszelf afvragen: kennen wij die echte genade? Alleen die ware genade leidt me op de weg van de vergeving van mijn zonde, die alleen is een prikkel tot heiligmaking, die alleen doet mij m’n vlees kruisigen. Alleen ware genade brengt een zondaar bij God terug.

Ds. Den Butter legde vervolgens de nadruk op het wonder van deze genade. Ze is niet klein te krijgen. Want van de mens is niets goeds te zeggen. Ik ben slechts opgeraapt. En meer niet! Dit wonder zal ook de rechte prediking kenmerken. Ze tekent een verloren mens, als voorwerp van goddelijke genade. De dienaar van het Woord moet de mens laten weten dat hij verloren en schuldig is. En zo alleen gered kan worden. Dan blijft er alleen genade over.

betuig tegen mij!

Deze waarheid legde de prediker zijn gemeente deze middag nog eens aan het hart. Indringend vroeg hij zijn hoorders op welk fundament hij hen had willen bouwen. Was het op gronden buiten deze genade? Was het soms op een fundament dat lag in menselijke verdiensten? Was het op een grondslag van eigen werken? Zo ja, betuig tegen mij!

Petrus schrijft aan de verstrooiden dat zij staan in de waarachtige genade Gods. Hij tekent het als een feit. Dat was vroeger anders geweest. Maar de Heere had hen een plaats op dat fundament gegeven. Er zijn handschriften die hier een gebiedende wijs lezen: “Staat daarin!” Zo mogen we het ook lezen. Als een opdracht aan Gods kinderen om daar ook te blijven staan en vast te houden, ondanks allerlei pogingen om hen van dat fundament af te duwen. Het is genade om in Gods Koninkrijk binnen te komen, het is evenzeer genade om er binnen te blijven. We moeten bedenken dat de boodschap van genade een aanstootgevende boodschap is. We zijn het er niet zomaar mee eens om het alles van een Ander te moeten ontvangen. Dat staat haaks op ons natuurlijk levensgevoel. Petrus zelf heeft het geleerd door schade en schande.

Zich tot zijn (oude) gemeente richtend, vroeg ds. Den Butter of het ook van Middelharnis gezegd had kunnen worden: “... in welke gij staat.” Zegt de Heilige Geest dit van ons als gemeente? Van u persoonlijk? Dit woord wil als een heel persoonlijke toetssteen gehanteerd worden. Veel kan er zijn, terwijl de Heere er niet van weet. Bent u, ben jij geworteld en gegrond in deze waarachtige genade Gods?

Met deze en andere bewogen en hartdoorzoekende vragen besloot de scheidende prediker zijn verkondiging. Het was een woord dat merkbare klem op de hoorders legde. De Psalm na de preek sloot er rechtstreeks op aan: “Welzalig, Heer’, die op U bouwt en zich geheel aan U vertrouwt!”

Na de dienst volgde nog een tweetal toespraken, door diaken M. Bom, de nieuwe voorzitter van de kerkenraad, en ds. J.M.J. Kieviet, namens de classis Rotterdam en als consulent. Beiden spraken grote dank uit voor wat in ds. Den Butter aan gemeente en kerken is geschonken, aansluitend bij de inhoud van de zojuist gehoorde preek die sprak over Gods genade. Daarbij betrokken ze tevens mevr. Den Butter die haar man tot grote steun is (geweest). Op verzoek van br. Bom zongen de aanwezigen hen toe uit Psalm 17: “Maak Uwe weldaan wonderbaar (...). Wil hen Uw bijstand niet onttrekken. Uw zorg bewaak’ hen van omhoog...” Dominee Den Butter besloot zijn persoonlijk woord tot gemeente en anderen met het citeren van het bekende lied van John Newton: “Amazinggrace”, het loflied op Gods genade.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 2005

Bewaar het pand | 16 Pagina's

DS. P. DEN BUTTER NEEMT AFSCHEID VAN MIDDELHARNIS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 2005

Bewaar het pand | 16 Pagina's