Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KONING SAUL(10)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KONING SAUL(10)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sauls bezoek aan de waarzegster te Endor is in alle opzichten een duistere geschiedenis. Het bezoek vond plaats in de nacht. Het was donker in Israel. Duister was het in Sauls ziel. Hij wist zich verlaten van God. En nu gaat hij zich bezig houden met duistere praktijken en komt hij op een plaats waar de vorst der duisternis regeert.

De hel heeft ook zijn voorportaal. Saul betreedt het vrijwillig. Hij voelt zich aan alle kanten verlaten en sterke ketenen van eenzaamheid drukken hem tegen de grond. O, hoe vreselijk moet de buitenste duisternis zijn. En wat erger is, een mens zoekt het zelf. Tenzij hem zijn blinde zielsogen geopend worden.

De geschiedenis die we thans behandelen vindt u in 1 Sam. 28.

Saul heeft in die grote nood eerst de Heere gezocht. Zie maar wat vers 6 zegt: “En Saul vraagde den HEERE, maar de HEERE antwoordde hem niet; noch door dromen, noch door de urim, noch door de profeten”.

Heeft God Saul niet horen klagen? Jazeker, Hij hoort alles. Hij hoort het klagen en zuchten der verlorenen. Maar Hij reageert daar niet op. Dat is het vreselijke van de hel.

Maar Saul was toch nog in het heden der genade? Inderdaad. Maar riep hij dan ook om Gods genade? Saul had veel reden om te roepen, te kermen en te klagen. Maar het was alles zelfbeklag. Van zijn lippen werd niet gehoord:

“Ik heb tegen U, o HEER,
zwaar en menigmaal misdreven”.

Want laten we de zaken toch duidelijk stellen: Wie God aanroept in de nood, vindt Zijn gunst, oneindig groot. Maar de Heere kan niet over de schuld heen. Wie als een schuldig mens roept om Gods ontferming en een bedelaar wordt aan Gods genade-troon, die zal om Christus’ wille verhoord worden, al had hij het net zo bont gemaakt als Saul. Er is toch immers geen onderscheid? Beide Saul en David hebben gezondigd en derven beide de heerlijkheid Gods. Maar de één kermt om zijn schuld en de ander om zijn smart. Dat is het verschil. Saul is nog volkomen op zichzelf gericht. Hij weet er niet van gezondigd te hebben tegen een goed en goeddoend God. Hij heeft er geen besef van God beledigd te hebben. Saul is zelf de in alle opzichten te beklagen, verlaten en verstoten koning: och, arme ik! Sauls roepen tot God is niet een roepen om God. Hij roept niet vanuit het gemis, want hij heeft de nabijheid des Heeren nooit begeerd en dus niet gekend. Zijn roepen is dat der verlorenen in de hel. Denk niet dat er daar sprake is van een smart, omdat zij God hebben bedroefd, want dat is een zaak die hier en nu door Woord en Geest geleerd moet worden.

Daarom voor Saul geen antwoord, noch in een nachtelijk gezicht, noch door toedoen van de priester, noch door een profetenwoord. Saul had alle wegen zelf afgesloten.

Zie hem met enkele knechten nu gaan naar Endor. Daar woont een waarzegster, een dienares van de duivel. Gaat Saul nu daar zijn heil zoeken? Spoedig zal blijken dat allen die het niet bij de Heere zoeken, bij Wie uitkomsten zijn, zelfs tegen de dood, alleen maar dieper in de put terecht komen. Uit zijn bezoek aan Endor en zijn verzoek aldaar, blijkt wat Sauls nood was en welke gedachten hem bezig hielden. De vrouw moest hem de toekomst voorspellen. En dat moest door middel van het oproepen van de reeds gestorven Samuël.

Twee dingen zijn hiervan te zeggen. Allereerst dat Saul dus bang blijkt te zijn voor de toekomstige strijd met de Filistijnen. Misschien dat de waarzegster hem gerust kan stellen door een positieve afloop voor Israel te voorspellen. Dan kan Saul weer even adem halen. Ten tweede blijkt uit dit verzoek dat Saul echt gelooft dat de doden aangeroepen kunnen worden. Zo verblind is hij. Hij is in de greep van de Boze, die ons het meest wonderlijke doet geloven.

Daar zijn ook in onze tijd vele voorbeelden van te geven. Juist omdat de duivel bestaat en een grote bedrieger is, moesten we ons heel ver houden van spritisme, duivelskunsten, horo-scopie en al die narigheden meer. Het maakt onzeker, ellendig en rusteloos. Een vermoeid mensenhart vindt slechts rust in God alleen.

Als de vrouw door heeft dat de man die haar in de donkere nacht bezoekt, koning Saul zelf is, schrikt zij. Is het bezoek een list om haar duistere praktijken af te straffen? Zij is toch immers illegaal aan het werk? Saul bezweert haar dat hij serieus om haar hulp verlegen is. Zulk een houding is ook nodig, anders kan zij niet aan het werk. Er moet voor haar bedrog een voedingsbodem zijn, anders staat ze machteloos en wordt ze doorzien.

Natuurlijk is het de oude profeet zelf niet, wiens stem daar in die duistere kamer wordt gehoord. Samuël mag rusten van zijn arbeid en die rust is ongestoord. Daar kan satan zijn klauwen niet meer achter krijgen. De vrouw, een boze geest, of wie of wat dan ook, imiteert de oude Samuël. De angsten en rusteloze gedachten van koning Saul worden door de vrouw doorzien en ze spreekt woorden die iedereen had kunnen spreken. De afloop van de strijd en de duidelijke afgaande lijn van Sauls dynastie maakten het haar gemakkelijk de woorden te spreken die ze sprak. Morgen zult u, koning Saul, in het dodenrijk zijn. Dit is de laatste nacht van uw leven.

Deze woorden zijn waarheid gebleken. Op het terrein van de duivel worden geen spelletjes gespeeld, maar is het volle ernst. Hij heeft grote macht en daarom moesten we sidderend uit zijn buurt blijven en vluchten tot Hem Die alle macht heeft en ons het gebed op de lippen legt: Verlos ons van de Boze!

Toch moeten we in al dit duistere gebeuren ook de hand des Heeren zien, Die Saul overgeeft aan zichzelf en in alles duidelijk merken laat: Ik heb u verworpen...

Saul valt plat neer, zo lang als hij is. Hij weet het, er is slechts ene schrede tussen hem en de hel. Diep medelijden vervulle onze harten. En vrees voor de zonde. En het gebed om Gods genade om bewaard te mogen worden voor onszelf! Hebt u het ook wel eens, dat als u langs een ziekenhuis komt, u zeggen moet: Heere, ik dank U dat ik daar niet in lig? En dat als u langs een gevangenis komt, u God aanbidt en zegt: o Heere, ik dank U dat ik daar niet zit. En dat als u van de buitenste duisternis hoort, u op uw blote knieën terecht komt en stamelen moet: O God, dat ik nog mag verkeren in het liefelijke heden der genade!

Donkerder nacht dan die waarin Saul de waarzegster zocht, brak aan toen de Heere Jezus Christus als Borg en Middelaar de bange nacht van de Godverlating in ging. Zelf zonder zonde, droeg Hij de schuld van al de Zijnen. Toen heeft Zijn bange ziel gekermd.

“Mijn God, Mijn God, waarom verlaat Gij Mij,
en redt Mij niet, terwijl Ik zwoeg en strij,
en brullend klaag, in d’angsten die Ik lij,
dus fel geslagen.
’t Zij Ik, Mijn God, bij dag moog’ bitter klagen,
Gij antwoordt niet, ’t zij Ik des nachts moog’ kermen.
Ik vind geen rust, ook vind Ik geen ontfermen,
In Mijn verdriet”.

Welk een heerlijke vrucht levert Zijn Borgtochtelijk lijden op! Nu horen we van David, die ook in een diepe crisis terecht kwam, ongeveer op dezelfde tijd als koning Saul: ‘En David sterkte zich in den HEERE, zijn God’, 1 Sam. 30:6. Kent u het? David vluchtte tot God. Terwijl Saul Gods verbonds-wraak moest ondervinden, mocht David Gods verbondstrouw proeven. Zoeken we toch allen de eenzaamheid om God aan te roepen om Zijn vrije genade en rijke gunst, overvloeiende voor de voornaamste der zondaren. Gelukkig toch, als we de voornaamste mogen worden!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 2006

Bewaar het pand | 16 Pagina's

KONING SAUL(10)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 2006

Bewaar het pand | 16 Pagina's