Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GODS LEVENDE WOORD-4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GODS LEVENDE WOORD-4

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gods Woord is het levende Woord. Dat ondervond Petrus zelf. Dat zag hij ook bij anderen, als hij de uitwerking van dat Woord zag in het leven van mensen die door het wonder van de wedergeboorte tot geheel nieuwe mensen werden. Op dit thema gaat Petrus nog even door. Hij heeft het in het slot van het eerste hoofdstuk van zijn eerste brief over gras en bloemen en hij herinnert eraan, dat die sterfelijk en dus vergankelijk zijn. Het gras verdort en de bloem valt af. Daartegenover plaatst Petrus dan het

Woord. Het Woord, dat bestaat tot in eeuwigheid. Het Woord, dat blijvend en onvergankelijk is. En het is dat Woord waar de lezers van zijn brief het van moeten hebben. Nu en in de tijd die gaat komen.

Blijvend

In die komende tijd zullen ze vervolgingen gaan meemaken. Hun leven zal moeitevol worden. Er komt lijden. Dat weet Petrus. De voortekenen hiervan zijn al zichtbaar. Het kan eigenlijk ook niet anders, want lijden is onlosmakelijk verbonden met het christen-zijn. Deze dingen verzwijgt Petrus niet voor de lezers van zijn brief. Het is beter dat ze dit weten, dan kunnen ze er zich op voorbereiden.

Voorbereiden? Kan dat dan? Om hen erbij te helpen en hun vertrouwen op God te sterken laat Petrus hen weten dat het werk dat de Heere in hun leven heeft willen doen, niet van voorbijgaande aard is.

Het Woord, dat het middel was waardoor ze opnieuw geboren werden, zal hen straks niet loslaten. Dat raken ze niet kwijt. Dat zal blijven, altijd, onder alle omstandigheden, hoe moeilijk die ook mogen worden.

Dat Woord blijft in zijn absolute waarachtigheid. God zal er nooit iets van behoeven te herroepen of te herschrijven. Nooit zal de Heere er anders over gaan denken. Een schrijver kan bij een tweede of volgende uitgave van zijn boek wel eens moeten toegeven dat hij op bepaalde punten tot andere gedachten gekomen is en dat bepaalde onderdelen van zijn boek daarom door hem herschreven moesten worden. Maar dat is bij God niet zo. Nooit zullen we een herziene uitgave van de Bijbel hoeven te verwachten. Gods Woord is eeuwig bevestigd in de hemelen (Ps. 119:89), Het is beproefd, gelouterd, zevenmaal (Ps. 12:7). Wat een troost is dat voor deze gelovigen!

Het blijft ook in zijn onveranderlijke betrouwbaarheid. Geweldige dingen worden in het Woord aan Gods volk in het vooruitzicht gesteld. Niet alleen belooft het vergeving van zonden, maar het verzekert ook van de eeuwige gelukzaligheid.

Hoe donker ooit Gods weg moge wezen, Hij ziet in gunst op wie Hem vrezen. Ze komen er door. Ze zullen de veilige haven niet missen om misschien op het laatste moment nog in de golven om te komen. Geen sprake van! Maar kunnen ze daar op aan? Echt?

Die vraag kan heel klemmend worden als alle dingen tegen gaan zitten en het Waarom? ons naar de lippen geperst wordt. Maar toch, het Woord is betrouwbaar. Het blijft, altijd. Het is altijd waar. Natuurlijk zal God doen wat Hij beloofd heeft. Hij is toch God! Als de Heere straks weerkomt op de wolken des hemels zullen ook deze gelovigen uit Klein-Azië kunnen zeggen: Alles wat beloofd was is gebeurd. God houdt getrouw Zijn Woord.

Het Woord blijft tenslotte ook nog in zijn leven-gevende kracht. Door dat Woord ontvingen ze het leven, zoals we al eerder zagen. Maar dat leven zal, net als het Woord zelf, blijven. Het gaat niet ten onder. Het is niet sterfelijk en vergankelijk. Daarom kan het ook niet verstikt worden, niet door de duivel en ook niet door een mens.

Nog altijd

Deze dingen gelden ook in onze tijd, die wel als een postmoderne tijd wordt aangeduid Het is de tijd waarin wordt ontkend dat er een absolute waarheid is. De vraag van Pilatus ‘Wat is waarheid?’ is weer springlevend. En men heeft er een antwoord op gevonden. Waarheid is alleen maar relationele waarheid. Dat wil zeggen, dat wat voor de ene mens waarheid is, voor de andere mens per se nog niet ook de waarheid behoeft te zijn. leder mag zelf bepalen wat voor hem waarheid is. U voelt wel waar dat op uit loopt. Zo staat alles op losse schroeven.

Dat is de manier van denken vandaag. En de verzoeking voor de kerk is om in dit denkproces mee te gaan. Om in preken en schrijven aan dit relativisme ruimte te geven en het zelfs te bevorderen. Zal de kerk dat doen? Op deze manier twijfel zaaien en onzekerheid veroorzaken, omdat dit vandaag de trend is en omdat het zo eigenwijs en aanmatigend lijkt te zijn als we zeggen “Wij weten”? Dus maar net doen of we het ook niet echt weten?

Aan die verleiding heeft de kerk al op vele punten toegegeven. Het heeft haar eigen positie ondergraven. Het heeft mensen de kerk uit gedreven. Waarom zou je ook naar de kerk gaan als ze je in de kerk vertellen dat je het in feite allemaal zelf uit moet zoeken? Zo wordt de duivel in de kaart gespeeld. Nota bene door haar die van God het betrouwbaare en waarachtige Woord heeft gekregen, de absolute waarheid. Het Woord, waarin we een man als Paulus zonder schroom horen zeggen: Wij weten! Ja waarlijk, er zijn dingen we mogen weten. Die als een paal boven water staan. Omdat God ze heeft geopenbaard.

Daarom mag de kerk en mitsdien ook de theologie in navolging van de apostel volhouden, dat er wel degelijk iets is dat altijd waar is en ook altijd blijvend. Zo is het toch Temidden van een wereld vol bedrog is er zeer zeker iets dat vertrouwd kan worden en waar mensen op aan kunnen, zelfs in hun hoogste aanvechtingen.

Petrus kende dat Woord. Jeremia kende het ook. En hij zei er van: ‘Als Uw woorden gevonden zijn, zo heb ik ze opgegeten en Uw Woord is mij geweest tot vreugde en tot blijdschap mijns harten’ Oer. 15:16). Die woorden van Jeremia hadden ook uit de pen van Petrus kunnen vloeien. Zo dacht hij er ook over. Is het wonder dat Petrus in het volgende hoofdstuk over dat Woord verder nog zegt dat de lezers van zijn brief daar maar zeer begerig naar moeten zijn? Daar zou hij niet zo op hebben hoeven aan te dringen als het toch allemaal nog maar de vraag zou zijn wat het betekent en in hoeverre het waar is.

Begeerte naar het Woord

Zij die door het Woord het leven hebben ontvangen moeten door datzelfde Woord ook in leven blijven. Vandaar Petrus’ aansporing: ‘Als nieuwgeboren kinderkens, zijt zeer begerig naar de redelijke onvervalste melk’ (2:2). Het woord ‘redelijke’ in onze vertaling zou misverstand kunnen opwekken. Petrus bedoelt niet iets dat met onze rede, onze ratio, te maken heeft. Letterlijk vertaald zouden we moeten zeggen: ‘woordelijke melk’. Maar dan met een hoofdletter: de melk van het Woord. Het gaat hier weer om het Woord. En dat Woord vergelijkt Petrus met melk.

Naar die melk dienen de gelovigen zeer begerig te zijn. Vanuit het besef dat het nieuwe leven dat ze uit genade van de Heere hebben ontvangen, onderhouden moet worden. Voor dat onderhoud zijn middelen nodig. Zoals we ook voor het onderhoud van ons aardse leven middelen, levensmiddelen, nodig hebben. Petrus geeft ook aan hoe ze naar deze melk begerig dienen te zijn. Zo begerig als pasgeboren kinderen zijn naar de moedermelk. U ziet het voor u: de baby zoekt begerig naar de borst van zijn moeder. Met een bijna onvervulbaar verlangen. Dat dient een van de kenmerken te zijn van mensen die geestelijke mensen geworden zijn. Hun leven lang! Nooit zullen ze er buiten kunnen.

Houden we intussen in gedachten dat het om ‘onvervalste melk’ moet gaan? Melk zonder bijmengselen; zuivere melk, die niet aangelengd is met water of een andere vloeistof. Het zal zaak zijn dat we die melk tot ons nemen, die onvermengd en onveranderd is, en die niet onzuiver gemaakt is door menselijke vindingen of wijsheden. Daarom kunnen we niet bij voorbaat alles geloven wat er wordt verkondigd. Het zal zaak zijn dat we de geesten kunnen onderscheiden en er zorgvuldig op toezien wat we horen. Je kunt er bij voorbeeld niet van uitgaan dat elke dominee ‘onvervalste’ melk schenkt. En je kunt ook niet klakkeloos elk boek, dat zich als een geestelijk boek aandient, voor betrouwbaar voedsel houden.

Zo alleen zal er een opwassen, groei kunnen zijn. Geestelijke groei. Opwassen en toenemen in de kennis en de genade van de Heere Jezus Christus, zoals Petrus er van schrijft in zijn tweede brief (3:18). Groei dus. Maar als er sprake is van groei, dan zijn er twee dingen verondersteld. In de eerste plaats: er kan alleen maar groei zijn als er eerst leven is; dode dingen groeien niet. Bovendien is er alleen maar groei bij dingen die nog niet volgroeid, uitgegroeid zijn. Wat uitgegroeid is, groeit niet meer. Ziet u hoe Petrus de lezers van zijn brief beoordeelt? Zij leven; ze zijn geestelijke mensen, aan wie de Heere het nieuwe leven geschonken heeft. En ze zijn onvolmaakt; er ontbreekt nog heel wat. Vandaar de noodzaak van geestelijke groei.

Welnu, die groei is er alleen door het gebruik van het Woord. Of het Woord ook belangrijk is! Voor ons lichaam hebben we goed voedsel nodig, met voldoende goede bouwstoffen - we horen er iedere keer weer van. Zo kunnen bepaalde ziekten worden voorkomen. Zo kan er een gezonde ontwikkeling van het lichaam zijn. Daarom: geen ‘junkfood’, vol vetmakende stoffen.

Maar Petrus weet dat er meer dan dat nodig is voor een gezonde ontwikkeling ook in geestelijke zin. Goed voedsel is één vereiste. Maar een goede spijsvertering is een ander vereiste. Gezonde spijsverteringsorganen. Is onze maag ziek, of mankeren we iets aan de ingewanden dan is het beste voedsel nutteloos. Vandaar dat er nog wat anders moet gebeuren ook, dan alleen het drinken van de melk van het Woord. De geestelijke spijsverteringsorganen dienen gezond te zijn. Daarom schrijft Petrus in vers 1: ‘Zo legt dan af. En dan noemt hij verschillende dingen die een mens geestelijk ziek maken. Houden we dit vermaan ook wel in het oog? Want heus, als we de daar genoemde zondige praktijken er in ons leven op nahouden, dan moeten we ons niet inbeelden dat het Woord ons echt tot zegen zal kunnen zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 2006

Bewaar het pand | 16 Pagina's

GODS LEVENDE WOORD-4

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 2006

Bewaar het pand | 16 Pagina's