Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KONING SAUL(11)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KONING SAUL(11)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 1 Sam. 31 wordt ons Sauls roemloos einde beschreven op het gebergte van Gilboa. Als de Filistijnen hem bijna te pakken krijgen, vliegt de doodsangst hem naar de keel. Hij ziet geen uitweg meer. Geen schreeuw om Gods genade stijgt ten hemel. Wel een verzoek aan zijn wapendrager om hem te doden en zodoende uit de wrede hand der Filistijnen te redden. Aan Gods wrekende hand denkt hij niet. God heeft hem verlaten en zijn wapendrager weigert aan Sauls laatste verzoek te voldoen. Dan valt hij in zijn eigen zwaard en sterft. De beminnelijke en veelbelovende jongeling van eertijds is een zwakke, bange man geworden, van God en van de mensen verlaten. Zo verlaat hij dit aardse tranendal, zonder hoop en ongetroost. Wie zou niet wenen?

David heeft bij het horen van deze ramp, waarbij ook Sauls zonen en Davids zielevriend Jonathan omkwamen zijn klaagzang gezongen. Daarin roemde hij Saul als een dapper held, de gezalfde, de beminde en liefelijke, sterk als een leeuw, die Israels dochteren kleedde met goud, scharlaken en weelde. Maar wat is een mens die niet bekleed is met Christus’ gerechtigheid? Zij storten van de top van eer, in eeuwige verwoesting neer!

Dat Saul volkomen in de greep van satan was, blijkt dus ook uit zijn zelfmoord. Hoe machtig is de boze en hoe zwak is ons vlees. Gelukkig die zich daarom leerde sterken in de Heere, zijn God. Vele kunnen de tegenspoeden van de rechtvaardige zijn, maar uit alle die redt hem de Heere. Hij zal zijn voet niet laten wankelen, want zijn Bewaarder is sterk!

Een mens kan gebukt gaan onder list en geweld van de duivel en onder Gods toelating kan het ver gaan. Dat wil ik niet ontkennen. Ons past het oordeel over anderen nooit, ook niet als het mensen betreft, die de hand aan eigen leven slaan. Maar bij Saul wordt ons toch wel duidelijk dat hij zich steeds meer van God verwijderde en zich tenslotte geheel overgaf aan de boze, zoals we in de droeve geschiedenis van Endor hebben gezien.

Nu we afscheid moeten nemen van koning Saul, stellen we de vraag waar het nu op vast heeft gezeten in zijn leven. Is het niet dat hij weigerde David te erkennen als de man naar Gods hart? Dat is wel moeilijk voor een mens, om troonsafstand te doen, maar Jonathan heeft het toch ook door Gods genade mogen doen? Als er één reden tot jaloezie kon hebben, was het Jonathan, de kroonprins wel! Toch mocht hij zich met Gods wil verenigen. Zie eens wat Gods wonderwerk van genade vermag! O, vrezen we de hoogmoed van ons bestaan toch en smeken we om een geest van ootmoed.

Saul liet de goddeloze Agag in leven en vervolgde de vrome David. Daaruit blijkt dat hij de verkeerde kant had gekozen. Zijn wij er al aan ontdekt dat ons hart en leven van nature is als dat van Saul? Gaan niet daarom mensen verloren, niet omdat ze die of die zonde hebben gedaan, maar omdat ze Koning Jezus niet wilden erkennen als de grote Davidszoon, de Gezalfde des Heeren? Als David Saul al erkende als de gezalfde des Heeren, hoeveel te meer moesten wij de Heere Jezus erkennen, Die de liefde van ons hart zo eeuwig waard is! Een mens moet leren sterven aan zijn eigen ik en wil. Het is Christus Die ons dat in liefde door Woord en Geest leren wil. Als Hij Zijn onuitsprekelijke zondaarsliefde in het hart uitstort, gaat mijn eigenwaan en eigenliefde een knak krijgen en van lieverlee sterven.

Het is een levenslange les. Maar ook zo’n vruchtbare les. Want je leven verliezen, met alles wat het van nature is en heeft, dat is enkel winst. Maar wie zijn leven zal zoeken te behouden, die zal het eeuwig verliezen! Dat predikt ons de geschiedenis van Saul. Kust daarom nog heden de Zoon en val Hem te voet. Opdat Hij niet toor-ne en wij op de weg omkomen, als Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden! Welgelukzalig als we met David de goede keus mogen doen, want:

Welzalig zij, die naar Zijn reine leer,
In Hem hun heil, hun hoogst geluk beschouwen.
Die Sions Vorst erkennen voor hun Heere.
Welzalig zij die vast op Hem betrouwen!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's

KONING SAUL(11)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's