Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGENRUBRIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENRUBRIEK

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Geest getuigt (1)

Het heeft wel enige tijd geduurd, maar nu kom ik dan toe aan een vraag van een lezer uit Friesland over het werk van de Heilige Geest en dan met name over de bekende woorden van Rom. 8:16: “Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn”.

De vraagsteller wil weten hoe dit gaat en wat daarbij de ervaring is. Ik zal het proberen, hoewel we allereerst moeten begrijpen dat we slechts enkele lijnen kunnen trekken en dat het om een wonderwerk gaat dat nooit te doorgronden is. Als we het hebben over het werk van de Heilige Geest, moeten we niet vergeten wat de Heere Jezus daarover zei tot Nicodemus: “De wind blaast waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid. Maar gij weet niet, van waar hij komt en waar hij heengaat; alzo is een iegelijk die uit de Geest geboren is”, Joh. 3:8. Met andere woorden: waar de Heilige Geest werkt wordt het merkbaar, kenbaar. We horen, met eerbied gesproken, Zijn ‘geluid’. Maar Hij is wonderlijk en ondoorgrondelijk in Zijn doen. Hij werkt almachtig, maar ook vrijmachtig!

Verder moeten we bedenken dat de Heilige Geest werkt door middel van het Woord van God. Hij past het Woord toe in mijn hart, zodat ik het gepredikte en gelezene ga toe-eigenen. Ik ga het Woord als het ware omhelzen.

Vervolgens moeten we de Heilige Geest zien als de Geest van Christus. Ik ben het werk van de Heilige Geest in mijn hart immers onwaardig. Door het zoenoffer van Christus is het mogelijk dat ik een voorwerp word van Zijn zaligmakend werk. De Heilige Geest is als Christus. Christus zei dat de Vader Zijn discipelen een andere Trooster zou zenden, Joh. 14:16. De Heilige Geest wordt in Romeinen 8 genoemd de Geest der aanneming tot kinderen. Die Geest getuigt met onze geest van het kindschap Gods en schenkt de geloofsvrij moedigheid de Heere aan te roepen als een kind met Abba, Vader.

Proberen we nu iets te zeggen over de vraag hoe dat nu in mijn leven toegaat. Is het zo dat ik op een gegeven moment ga ontdekken een kind van God te zijn en dat zo het geestelijk leven begint? Nee! We moeten onderscheiden tussen het getuigend werk van de Geest, waar het in Romeinen 8 over gaat, en Zijn overtuigend werk, waar Christus van spreekt in Joh. 16:8. Door middel van Woord en Geest worden mijn ogen geopend voor de werkelijkheid waarin ik als een gevallen zondaar verkeer. Van nature ben ik daar blind voor. Wekt Hij mij nu ten leven, dan gaan me de ogen open. De Heere gaat mij nu door Woord en Geest ervan overtuigen dat ik alles mis om getroost te kunnen leven en eenmaal zalig te sterven.

Nu gaat de Geest mij er ook van doordringen dat dit alles eigen schuld is. Hij leert mij de schuldvraag onder ogen zien. Welnu, die Geest rust niet totdat een zondaar voor de Heere in het stof der ootmoed terecht komt met de bede om genade en ontferming. Door het toepassend werk van de Heilige Geest leer ik dus juist dat ik geen kind van God ben. Maar het wordt wel mijn begeren het te mogen zijn! Ik leer voor die heilige God niet te kunnen bestaan.

Nu is het veelal zo dat door het ontdekkend werk van de Heilige Geest de mens aan het werk gaat. Hij is immers onrustig gemaakt en gaat middelen en wegen zoeken om vrede te krijgen voor zijn ziel. Hij wordt ijverig, laat het ene staan en doet het andere wat meer, enzovoort. Al Gods kinderen herkennen dat in hun leven. Nu moet de Heilige Geest ons door het Woord er aan ontdekken, dat we de schuld bij God nooit kunnen afbetalen. We maken die schuld dagelijks zelfs groter! Het werk van de Geest herkent u nu hieraan, dat er een verdriet, een verlegenheid in mijn hart rijst. Ik ben arm aan gerechtigheid. Is er dan geen weg en is er dan geen middel? Zo gaat de Heere door Woord en Geest plaats maken voor die weg, die Hij van eeuwigheid heeft uitgedacht, waarlangs zowel God op het hoogst verheerlijkt wordt, als de zondaar volkomen zalig wordt.

Hoe anders is de goede Geest dan de boze geest! De duivel werpt mij de zonde voor de voeten om me tot wanhoop te brengen, om me van de zaligheid in Christus af te houden. Maar de goede Geest overtuigt mij zo van mijn zonde dat ik leer hopen op en smeken om genade en ontferming! Hij leert me mezelf te kennen, maar die zelfkennis is geen doel, maar de weg tot een ander doel, namelijk de kennis van Christus.

Zonder van een systeem te spreken, moeten we dus goed zien dat hij die weet van het vertroostend werk van de Heilige Geest, ook kennis heeft aan Zijn ontdekkend werk. Hij maakt eerst plaats en schenkt daarna Zijn heil. Want al ontvangen we het heil slechts uit genade, en om Christus’ wille en vanwege Gods eeuwig welbehagen, toch ontvangt een zondaar het heil nooit en te nimmer buiten het gebed om! God wekt de begeerte, er komt een roepen om het te mogen ontvangen en God vervult de begeerte. Lees maar eens Psalm 65:10. Daar lezen we: “Gij bezoekt het land en hebbende het begerig gemaakt, verrijkt Gij het grotelijks”.

Denk ook aan de Pinksterdag. De Geest ging eerst aan de grote schuld ontdekken. Hij gebruikte daartoe het door Petrus gesproken Woord. Dat was een scherp woord. Het luidde niet: Jezus is voor u gestorven, maar Jezus is door u gestorven! Dat gebruikte de Heilige Geest en in verslagenheid ging men roepen om een uitweg!

En die weg ter ontkoming is er! Ook die heeft Petrus rijk mogen prediken die dag. Je zal maar duizenden verslagen en ontredderde zielen voor je hebben! Dat preekt heerlijk. Dan mag je alle evangelieklokken laten luiden!

Tenslotte: wat de Heere door Woord en Geest voor het eerst werkt in het hart, verdiept en vernieuwt Hij op de verdere levensweg. Nooit kom ik er in uitgeleerd, dat ik voor God niet kan bestaan. Want o, wie ben en blijf ik in mijzelf! Het wonder der zaligheid in en om Christus alleen, uit genade alleen, door het geloof alleen, wordt steeds groter. De ellendekennis is niet klas 1, waarna ik naar klas 2, de kennis der verlossing ga, om daarin uitgeleerd naar klas 3 te gaan, het leven der dankbaarheid! Deze drie stukken zijn als het ware drie vakken, waarin ik nooit uitgeleerd raak, zolang ik hier in mijn klas op de school van de Heilige Geest mag verkeren!

De vraag is nog niet helemaal beantwoord. Wordt vervolgd!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 maart 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's

VRAGENRUBRIEK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 maart 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's