Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET VERVOLG VAN PASEN - 4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET VERVOLG VAN PASEN - 4

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij de wederkomst van de Heere Jezus zullen de graven open gaan en de doden worden opgewekt. Maar er zullen er dan ook zijn, die niet zijn gestorven. Wat zal er met hen gebeuren? Daarover licht Paulus de Thessalonicenzen ook in.

‘Verandering’

Men was in Thessalonica bang dat de overledenen er niet bij zouden zijn als Jezus wederkomt. Maar voor die vrees is geen enkele grond. De terugkerende Heiland zal Zich zelfs eerst met hen bezig houden en hen opwekken. Pas daarna komen de anderen aan de beurt, die bij de wederkomst nog in leven zijn. Wat er dan met hen gebeuren zal wordt omschreven als ‘veranderd worden’.

Zo althans vinden we het in 1 Cor. 15:51,52 waar Paulus over dezelfde dingen schrijft als aan de Thessalonicenzen. We lezen daar: ‘Ziet, ik zeg u een verborgenheid: wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen veranderd worden; in een punt des tijds, in een ogenblik, met de laatste bazuin, want de bazuin zal slaan en de doden zullen onverderfelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden’.

Het is duidelijk, dat de apostel met ‘wij’ degenen bedoelt, die bij de wederkomst des Heeren nog in leven zijn. Zij zullen dan niet alsnog sterven, maar zonder te sterven worden zij ‘veranderd’. En dat gebeurt in een ‘punt des tijds, in een ogenblik’. Wij zouden zeggen: in een fractie van een seconde; in één keer.

Wat wordt dan met die ‘verandering’ bedoeld? Eenvoudig dit, dat zij die levend zijn een zelfde soort lichaam ontvangen als degenen die opgewekt worden uit de dood. Over hoe hun opstanding zal zijn heeft Paulus uitvoerig geschreven aan de Corinthi-ers. Wij hebben allemaal sterfelijke, vergankelijke, zwakke lichamen. En als we begraven worden worden we gezaaid in zwakheid en in vergankelijkheid en in verderfelijkheid. Maar zo kan ons vlees en bloed het Koninkrijk niet beërven. Vandaar dat het sterfelijke onsterfelijkheid moet aandoen en het vergankelijke onvergankelijkheid en het zwakke kracht. Dat is het dan ook wat zal gebeuren bij de wederopstanding des vieses. Dan worden de ‘natuurlijke’ lichamen veranderd in ‘geestelijke’ lichamen (1 Cor. 15:44).

Welnu, datzelfde zal in dat ondeelbare ogenblik (punt des tijds) gebeuren met hen die levend zijn. Ook zij krijgen zo’n onverderfelijk en onsterfelijk bestaan. Een opstandingslichaam ontvangen zij. En dan zijn zij precies gelijk aan hen die opgewekt zijn uit de dood. Die zijn weer compleet als lichaam en ziel verenigd zijn en al de gevolgen van de dood teniet gedaan zijn. En de ‘veranderde’ levenden zijn net als zij, ziel en lichaam verenigd en dat ook nog in heerlijkheid en onverderfelijkheid.

Hemelvaart

Beide categorieën zijn dan ook geschikt gemaakt om de Heere bij Zijn terugkomst tegemoet te gaan. Met andere woorden, zij kunnen dan hun hemelvaart meemaken. Zo drukt Paulus het inderdaad uit. Zij zullen samen opgenomen worden in de wolken, de Heere tegemoet in de lucht (vs. 17).

Als het ‘natuurlijke’ lichaam veranderd is in een ‘geestelijk’ lichaam, beschikt dat lichaam over nieuwe eigenschappen en mogelijkheden. Hoe we ons dat hebben voor te stellen is af te leiden uit wat we van de Zaligmaker lezen als Hij na Zijn opstanding aan Zijn discipelen verschijnt. Hij staat in één keer in hun midden en de gesloten deuren hoefden er niet eerst voor open gedaan te worden. Als Hij met de mannen uit Emmaüs aan tafel zit, is Hij in één keer weg uit hun gezicht. Met Zijn opstandingslichaam is Hij in staat dingen te doen die wij allen nu met onze geest kunnen doen.

Als Gods kinderen bij de wederkomst des Heeren opgewekt of veranderd zijn hebben ze net zo’n lichaam; een opstandingslichaam. Dat maakt het mogelijk dat zij - niet langer beperkt door de wet van de zwaartekracht - opgenomen kunnen worden in de lucht. Net zoals trouwens met de Heere Jezus gebeurde op de dag van Zijn hemelvaart. Zo bedoelt Paulus het als hij schrijft dat Gods kinderen de Heere tegemoet zullen gaan in de lucht.

Doelt Paulus hier op de zogeheten ‘opname’ van de gemeente? U zult mogelijk wel eens gehoord hebben van deze uitdrukking. Er zijn mensen, die met grote stelligheid geloven in die ‘opname’. Zij betrekken dit dan niet op de wederkomst van de Heere Jezus aan het einde van alles, maar op een andere, daaraan voorafgaande, ‘stille’ wederkomst van Jezus. Bij die gelegenheid worden alleen de gestorven gelovigen opgewekt; de rest blijft in het graf. En die opgewekte heiligen zullen dan met Christus zijn. Dat zal dan gebeuren, voorafgaande aan de ‘grote verdrukking’ die over de aarde gaat komen.

Deze opvattingen, samen met nog heel wat andere daaraan verbonden gedachten, worden aangehangen door hen die we doorgaans Chiliasten noemen. Het zou te ver voeren hier breed op in te gaan. Ik heb trouwens niet zo de indruk dat deze gedachten veel voorkomen in de kring van onze lezers. Ik meen er dan ook kort over te kunnen zijn. De hele idee van de ‘opname van de gemeente’ stoelt, voor zover ik het zien kan, op een zeer zwakke bijbelse basis, die bij nader inzien ook nog snel helemaal verdwijnt.

Nee, waar Paulus op doelt is op wat er plaats vindt als de Heere Jezus weder komt aan het eind van de geschiedenis. Wanneer het einde daar is. Dan vindt de hemelvaart van al Gods kinderen plaats. Dan zal de ene gemeente, gekocht met Christus’ bloed en geheiligd door Zijn Geest voor altijd met haar Heere en Heiland verenigd worden. Dan zal zij ten hemel varen. Allemaal samen met elkaar en met Hem. Zij die door de dood lang van elkaar gescheiden waren zullen weer samen zijn. Eén grote reünie van gelovigen. En dat is dan nog niet eens het belangrijkste. Het voornaamste zal zijn: allen samen met Hem! Met Hem, die hen liefhad en kocht; bewaarde en nu verheerlijkt.

Dat zal dan tegelijk hun publieke rechtvaardiging zijn. Christus zal dan gezien worden zoals Hij is. Niemand kan Hem dan meer ontkennen en loochenen. Maar ook het volk dat van Hem is, zal gekend worden voor wat het is: Christus’ eigendom; Zijn Bruid.

Toekomstige werkelijkheden

Dat zijn dingen die de Heere in de toekomst voor de Zijnen heeft weggelegd. Nee, ze zijn nog geen werkelijkheid. De werkelijkheid van nu is dat we nog sterven moeten en dat de weg naar de dood toe in verschillende gevallen een moeilijke, pijnlijke, ontluisterende weg is. En als de dood gekomen is, moet dat uiterst pijnlijke gebeuren, de begrafenis. Dan is er de rouw, de leegte, de pijn over het gemis. Dan is er het vergaan in het stof der aarde, de afbraak en de oneer. We ontkomen er niet aan. Het is de mensen - zonder onderscheid - gezet, eenmaal te sterven....

Maar de dingen, zoals we ze hier via Paulus te horen krijgen zullen wel een keer volop werkelijkheid worden. We volgen geen kunstig verdichte fabels als we op deze dingen onze hoop zetten. Het is allemaal echt waar! En er volgt zelfs nog meer. Daar eindigt Paulus mee: Altijd met de Heere wezen. Ook dat nog!

Maar, hoe werkelijk dit alles straks zijn zal, het zal niet voor iedereen de werkelijkheid zijn. Paulus mag daar dan in deze brief aan de Thessalonicenzen niet zozeer over schrijven, als hij straks zijn tweede brief schrijft, komt dat wel aan de orde. Bij de wederkomst van Christus blijken er ook te zijn, die niet in deze heilsweldaden delen. Zij zijn het juist die ondervinden, dat de terugkerende Heiland Rechter is. Ook scherprechter, die met vlammend zwaard wraak doet over al degenen die God niet kennen en over hen, die het Evangelie ongehoorzaam waren. En die laatsten hebben het Evangelie dus gekend! Hoe konden ze er anders aan ongehoorzaam zijn?

Vandaar dat we bij de overdenking van deze toekomstige dingen altijd weer voor de vraag staan: Waar sta ik straks? Waar sta ik nu? Maak ik een hemelvaart mee? Of niet? Ca ik de Heere tegmoet in de lucht samen met alle anderen die in Christus hebben leren geloven tot zaligheid? Of ligt mijn toekomst elders, in de buitenste duisternis?

De hemelvaart straks is voor hen die hier op aarde leerden: Ik lag gekneld in banden van de dood en die de Heere aanriepen in al hun nood. Eeuwig leven is er voor hen, die door de nieuwe geboorte deel ontvingen aan het nieuwe leven. Die hier op aarde geleerd hebben wat de verborgen omgang met de Heere is en die om Christus’ wil God tot hun deel hebben gekregen. Tot hen zegt Christus immers: Ik leef en gij zult leven. Leven hier en nu. Leven straks en voor eeuwig.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's

HET VERVOLG VAN PASEN - 4

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's