Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BELIJDENIS VAN EEN GEBROKEN KERK [4]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BELIJDENIS VAN EEN GEBROKEN KERK [4]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In zijn boek over de Dordtse Leerregels geeft dr. W. Verboom een leerzaam overzicht van de voorgeschiedenis van ons jongste belijdenisgeschrift. Wie wil weten hoe het allemaal gegaan is in die eerste twee decennia van de 17e eeuw, in de confrontatie van de gomaristen en de arminianen, kan in dit boek veel informatie vinden. Daarnaast biedt de schrijver ook inzicht in de theologie van de Leerregels. De diverse onderdelen van de belijdenis voorziet hij van een verhelderend commentaar.

Ondertussen maakt de schrijver er ook geen geheim van wat zijn eigen visie is. De vorige keer wees ik er al op dat dr. Verboom het niet in alles met de Dordtse vaderen eens is. Dat geldt vooral als het leerstuk van de dubbele predestinatie ter sprake komt.

In artikel I, 6 spreekt ‘Dordt’ over Gods eeuwig besluit. Het feit dat sommigen met het geloof zijn begiftigd en anderen niet, komt uit dat eeuwige besluit voort. Immers, van de Heere geldt dat Hij alle dingen werkt naar de raad van Zijn wil. “Naar welk besluit Hij de harten van de uitverkorenen, hoewel zij hard zijn, genadig vermurwt en buigt om te geloven, maar degenen die niet zijn verkoren, naar Zijn rechtvaardig oordeel in hun boosheid en hardheid laat.” Het is met name deze stelling die dr. Verboom kennelijk te ver gaat. Hij tekent er bij aan dat naar Zijn indruk de heilige Schrift over deze dingen op een andere manier spreekt. Hij werpt de vraag op of deze opvatting niet meer het gevolg is van “een rationele, causale redeneertrant, dan van een nazeggen van wat het Woord zegt” [214]. Dr. Verboom erkent wel dat er gesproken mag worden van een verwerping van eeuwigheid. Maar die vat hij zo op dat God besloten heeft die mensen te verwerpen die Hem blijven verwerpen. Die laat Hij in hun verlorenheid liggen, omdat ze Hem en Zijn liefde blijven afwijzen. Aangaande Gods verwerping zegt dr. Verboom dat Gods keus na onze eigen keus komt. In Zijn geduld houdt God het lang vol met de ongelovige en onbekeerlijke mens. Maar er is een grens. Als die grens bereikt is, reageert God met Zijn verwerping. Zo is Zijn eeuwig besluit, aldus de schrijver.

pottenbakker

God verwerpt alleen die Hem verwerpt, zo vat dr. Verboom zijn gedachten samen [271], God verwerpt mensen, “maar dan moeten ze zelf wel willen. Dan moeten ze wel Gods evangelie bewust afwijzen. Dan moeten ze wel in ongeloof volharden. (...) Niemand verwerpt God omdat hij van eeuwigheid af door God is verworpen. God verwerpt alleen die Hem verwerpt...” Ik erken dat Verboom hiermee een bijbelse lijn onder woorden brengt. De Heere is een God die de schuldige geenszins onschuldig houdt. Naar Zijn rechtvaardig oordeel toornt Hij verschrikkelijk over de zonde. En niet het minst over de zonde van ongeloof en onbekeerlijkheid. Wie zal verloren gaan, die zal het scherpe verwijt voor de rechterstoel van Christus ontvangen: “Gij hebt niet gewild dat Ik Koning over u zou zijn.” Wie zullen er verwezen worden naar de plaats van de eeuwige duisternis? Wie zullen er niet binnenkomen in het nieuwe Jeruzalem? “In haar zal niet inkomen iets dat ontreinigt en gruwelijkheid doet en leugen spreekt” [Openb. 21], God verwerpt die Hem verwerpen...

Ja, zo moeten we het wel zeggen. En we kunnen het alleen maar bevend erkennen. Want onze God is een heilig God. Maar let wel: dr. Verboom schrijft deze dingen in een bepaald verband. Namelijk wanneer de belijdenis van de kerk, in dit geval de Dordtse Leerregels, zoeken te verwoorden wat de Schriften zeggen over Gods eeuwig besluit. En ze doen het schuchter en behoedzaam. Ze wachten zich ervoor om verder te gaan dan de Heilige Schrift spreekt. Maar ze doen het ook helder en eerlijk, trouw aan Gods getuigenis. Als de Heere in Zijn Woord spreekt over de pottenbakker, die vaten maakt, het ene ter ere en het andere ter onere, dan durven de vaderen van Dordt de Schrift ook op dit punt na te spreken. Ze kunnen niet anders en ze willen niet anders. Niet om de verborgenheden van God nieuwsgierig te onderzoeken. Maar om recht te doen wat de Heilige Geest aangaande Gods eeuwige raad heeft geopenbaard. “Zo ontfermt Hij Zich dan diens Hij wil en verhardt dien Hij wil.”

De Heere verwerpt alleen die Hem verwerpt. Ja, dat zal waar zijn. Maar nu is dit het wonder: degenen die zalig worden zijn geen anderen dan die Hem verwerpen. Wie neemt Hij aan? Wie schenkt Hij de zaligheid? Die Hij van eeuwigheid verkoren heeft. En wie zijn dat? Dat zijn mensen die met alle anderen op één hoop liggen. In wie ook geen geloof en bekering te vinden is. Verwerpers van Hem! Er is niemand die God zoekt, ook niet tot één toe. Allen zijn we afgeweken, tezamen zijn we onnut geworden. Het is goddelijke ontferming die onderscheid maakt. Zoeken we het laatste antwoord te geven op de vraag naar de oorzaak van geloof en ongeloof, van zalig worden en niet-zalig worden, dan kan dat uiteindelijk alleen met verwijzing naar de eeuwige raad van de soevereine God. Dan komen we bij de leer van verkiezing en verwerping. Beter nog: bij de God die verkiest en verwerpt. “En hier is het”, zo zeggen onze Leerregels terecht, “dat zich voor ons ontsluit die diepe, barmhartige en evenzeer rechtvaardige onderscheiding der mensen, zijnde in gelijke staat van het verderf, ofwel het besluit van verkiezing en verwerping.”

prediking

We kunnen ons afvragen: wat maakt dr. Verboom eigenlijk zo beducht om in de lijn van onze belijdenis te blijven? Op die vraag gaf hij antwoord in een gesprek dat werd afgedrukt in het RD van 24 november 2005. Ik neem er een enkele zin uit over. “Als je leert dat er een verwerping van eeuwigheid is waarbij God mensen voorbestemd heeft voor het verderf, dan kun je niet volhouden dat een mens verloren gaat door eigen schuld. En dan hebben we een heel groot probleem in de prediking. Dan kunnen we niet meer op de preekstoel zeggen dat God aan allen genade aanbiedt. Want hoe kan God nu degenen die Hij verworpen heeft genade aanbieden? Dan gaat de spanning tussen Gods werk en onze verantwoordelijkheid er volstrekt uit, met alle gevolgen van dien.” Tot zover dr. Verboom.

Wat zullen we hiervan zeggen? Allereerst dit, dat het redeneergehalte van deze bewering wel heel hoog is. Verboom trekt enkele logische conclusies, die voor ons verstand wel aannemelijk lijken, maar waarvan het de vraag is of ze hun grond vinden in het Woord van God. Is het werkelijk zo, dat wanneer we moeten belijden dat het verloren gaan van mensen niet buiten de eeuwige raad van God omgaat en daarin zelfs besloten ligt, we geen boodschap meer hebben? Mogen de predikers van het Evangelie dan de registers van Gods genadeboodschap voor allen en een ieder niet meer open trekken? Moeten we dan concluderen dat zulk een Evangelieprediking niet meer welmenend genoemd mag worden. Althans, niet welgemeend door de Heere?

Ik denk dat het anders is. We moeten toch erkennen dat iemand als de apostel Paulus in zijn brief aan de Romeinen onbevangen het woord van Jeremia over de pottenbakker overneemt. En hij spreekt daarover in het verband van Gods vrijmacht: “het ene vat ter ere en het andere vat ter onere; de vaten des toorns tot het bederf toebereid...” Maar diezelfde Paulus is een prediker van het Evangelie voor allen en een ieder. Hij acht zich een ambassadeur van Christus als hij het de Korinthiërs, zonder enige beperking, toeroept, alsof God door hem bad: “Laat u met God verzoenen!”

En Petrus, die andere grote apostel? Die durft te spreken over de ongehoorzamen, die zich aan het Woord stoten, “waartoe zij ook gezet zijn...” En dat laatste is een onmiskenbare verwijzing naar Gods eeuwige voornemen. Maar desalniettemin heeft Petrus zich laten uitstoten in Gods wijngaard om het Evangelie van de opgestane Christus te verkondigen, te beginnen in Jeruzalem. Trouwens, heeft ook de Heere Jezus Zelf niet geworsteld om het behoud van Jeruzalem? “Ik heb u willen bijeenvergaderen als een hen haar kiekens...”, terwijl diezelfde Heere Jezus voor Zijn Vader belijdt dat Gods welbehagen slechts de kinderkens wordt geopenbaard. En terwijl Hij in Lukas 8: 10 zegt dat Hij in gelijkenissen spreekt, “opdat (!) zij ziende niet zien en horende niet verstaan...”

Opmerkelijk, dat dr. Verboom deze spanning wil opheffen. Terwijl ze toch herkenbaar in de Schriften ligt. De spanning tussen het eeuwige voornemen van de soevereine God, in verkiezing en verwerping, enerzijds en de ruimte en onvoorwaardelijke Evangelieprediking anderzijds. Ik erken het: het zijn de diepten Gods waarin een verduisterd mens niet kan doordringen. Maar dat betekent nog niet dat we ervan mogen afdoen.

Dr. Verboom verwijt de mannen van Dordt een al te logisch redenerende denklijn, “een rationele, causale redeneertrant”, in plaats van een gehoorzaam naspreken van wat het Woord van God ons zegt. Ik vraag me af of juist dr. Verboom niet valt in deze kuil. Of hij zijn eigen logica niet aan de heilige Schrift oplegt. De apostel Paulus kwam er langs de weg van zijn verstand ook niet uit. Hij eindigt in de aanbidding, wetend dat God God is: “O diepte des rijkdoms...”

N.a.v.: Dr. W. Verboom, De belijdenis van een gebroken kerk. De Dordtse Leerregels - voorgeschiedenis en theologie. Uitgeverij Boekencentrum te Zoetermeer. ISBN 90-239-1064-8. Paperback. 320 pag. Prijs22,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juni 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's

DE BELIJDENIS VAN EEN GEBROKEN KERK [4]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juni 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's