MEDITATIE

Welke gedachten roept deze tekst bij u op? Neem eens de moeite om dat bij u zelf na te gaan. Als we eerlijk zijn en de liefde Gods is nog niet in onze harten uitgestort, denken we al heel gauw: ‘O, ik weet wel wat er komt.’ Er zal wel weer gewaarschuwd moeten worden tegen allerlei wereldse verleiding. Of u bent godsdienstig, rechtzinnig, onveranderd en dan denkt u al gauw: ‘Eens kijken of de dingen eens bij naam genoemd worden.’ Zelf heeft zo’n iemand immers een levensstijl waar voor het oog niets op aan te merken is. Toch heeft Paulus het hier in eerste instantie niet tegen mensen die in beginsel de Heere hebben leren kennen in hun leven. Hij spreekt echter de gehele gemeente aan. Niet dat hij de hele gemeente houdt voor bekeerde mensen, maar hij spreekt ze aan op hun roeping. Ze mogen niet gelijkvormig worden aan deze wereld. Dat wil zeggen een gelijke houding aannemen, zich voegen naar de stijl of levenshouding van de wereld. Dat deden de Romeinse lezers voor hun bekering. Ze voegden zich naat wat ‘men’ deed. ‘Iedereen gaat toch naat het theater, iedereen gaat toch naar het sportvermaak’. Ze pasten zich aan bij het gedrag van hun leefwereld. ‘Iedereen gaat toch zo gekleed, iedereen praat daar toch over.’ Paulus vermaant hen daar niet mee door te gaan. Ze moeten veranderd worden naar de vernieuwing huns gemoeds. Dat betekent dat ze van denkrichting zijn veranderd, door een totale vernieuwing. Ze hebben maar niet een opknapbeurt ondergaan, maar ze zijn naar hun wezen veranderd. Immers, naar hun wezen zijn ze vijanden van een godzalige levenswandel. Er is in hun ziel een definitieve breuk geslagen met de liefde tot de zonde. Als Paulus dan ook zegt wordt de wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd naar de vernieuwing uws gemoed vindt dat aansluiting in hun ziel. Ze stemmen daarmee in. Ze staan er echter ook voor open om na ontvangen genade aan deze wereld gelijkvormig te worden en niet meer en meer veranderd te worden naar de vernieuwing huns gemoeds. Immers, wat is wereldge-lijkvormigheid. Dat kan van alles zijn. Dat heef t te maken met ons denken. Denken en daarom doen zoals de wereld. Horizontalistisch oppervlakkig en vleselijk denken. Zoals dat gebeurt in deze zondige mensenwereld. Je overgeven aan ingezonkenheid, lauwheid, laksheid, lusteloosheid. Toegeven aan vleselijke genoegens, geen rem op je gespreksstof, geen verbond met je ogen, overal je oor te luisteren leggen. Geen onderscheid met de wereld in kleding, haardracht en vrijetijdsbesteding.

Gemeente, leg uw leven er eens naast. Strijd u daartegen! Denk aan uw ziel en aan de ziel van onze kinderen. Wordt veranderd naar de vernieuwing uws gemoeds. Praat dat niet dood, maar vraag aan de HEERE of Hij u deze wezenlijke verandering wil schenken. Door deze gave krijgt u onderscheidingsvermogen. U krijgt steeds meer en meer inzicht in wat werkelijk een godzalig leven is. Een leven van ootmoed. Een leven in de vreze des HEEREN. Mijn onbekende lezer, als u die breuk nog niet kent en blijft volharden in uw wereld, dan zult u met die wereld verloren gaan. Komt, smaakt dat de HEERE goed is. De wereld geeft een bittere nasmaak. Straks ontwaakt u uit uw zonderoes in de hel. Nu kan het nog! Het leven van Gods kinderen is zo goed. De HEERE is het waard om gediend te worden. Ze zeggen wel eens: ‘Een nauw leven geeft een ruim sterven.’ Het is het leven op kosten van een Ander, op kosten van Christus. Puttend de kracht uit Christus, tot verzaking van de wereld. Een hartelijke vreugde hebben in de dienst van de HEERE. Deze praktijk hebben we hard nodig in deze verwarde tijd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen