Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heere opent harten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heere opent harten

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Openingswoord ontmoetingsdag Urk 16 september ’06

Welker hart de Heere heeft geopend. Handelingen 16:14 (ged.)

Het is noodzakelijk dat ons hart wordt geopend voor de Heere, voor Zijn Woord, voor Zijn dienst en voor Zijn volk. Maar hoe gebeurt dit? Hoe wordt dit werkelijkheid? Zijn er mogelijkheden en krachten in de mens die de deur van het hart openen of is het openen van het hart een eenzijdige Godsdaad, is het een onbegrijpelijk wonder van Gods almacht verricht naar Zijn vrijmacht, een wonder dat plaatsvindt naar Zijn eeuwig en vrijmachtig welbehagen?

Het goddelijke wonder

Onlangs lazen we in de krant de volgende regels: “U moet uw leven aan Christus geven. U moet zelf die stap zetten. Als u het leven niet kiest, hebt u het niet. God breekt niet bij u in. De klink van de deur zit aan de binnenkant.” Is het inderdaad zo dat de klink van de deur aan de binnenkant zit? Is dat niet in strijd met Handelingen 16:14 waar staat: “Welker hart de Heere heeft geopend”? Er staat toch niet dat Lydia haar hart heeft geopend? Evenmin staat er dat Paulus het hart van Lydia heeft geopend. Er staat duidelijk dat de Heere haar hart heeft geopend. Daarom schrijven we boven deze meditatie: “De Heere opent harten.” In het boek “Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop” geschreven door Obadiah Sedgwick, die leefde van 1600-1657, lezen we behartenswaardige zaken.

Sedgwick behandelt in zijn boek de tekst Openbaring 3:20 “Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij”. We lezen op blz. 49 “U moet een onderscheid maken tussen plicht en bekwaamheid. Ik zeg niet dat een zondaar zijn deur voor Christus kán opendoen, maar dat hij dit behóórt te doen. Zijn bekwaamheid is wat anders dan zijn verplichting. Alhoewel het waar is dat de zondaar in zijn bekering de deur voor Christus metterdaad opent, toch moeten wij een onderscheid maken tussen hetgeen hij doet door zijn eigen kracht en tussen hetgeen hij doet door een gegeven kracht. Het eerste ontkennen wij en het tweede bevestigen wij.” Deze woorden zijn het overdenken waard. Het is de plicht van ieder mens de deur van zijn hart voor Christus te openen.

De Heere eist immers ieder mens op. Er staat duidelijk in Gods Woord: “Vrees God en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen.” Prediker 12:13b. De gevallen mens heeft echter van zichzelf geen kracht om de deur van zijn hart te openen. Dus kan de zondaar in eigen kracht de deur van zijn hart niet voor Christus opendoen. De zondaar kan die deur alleen opendoen door een gegeven kracht. Dat is een kracht die de Heere geeft. Dus komt de bekwaamheid om de deur van het hart te openen van boven. De gevallen mens is immers dood in de zonden en de misdaden. Hij is een vijand en een hater van God. In Adam hebben wij ons hart opengezet voor de satan.

Door de diepe val in het paradijs hebben wij moed- en vrijwillig de deur van ons hart geopend voor de duivel, de wereld en de zonde en hebben wij ons hart hermetisch afgesloten voor de Heere en voor Zijn Woord. Deze werkelijkheid wordt ontkend indien gesteld wordt dat de klink van de deur aan de binnenkant zit. De eis die gesteld wordt aan ieder mens om de deur van hart en leven te openen voor de Heere houdt niet in dat de mens dit in eigen kracht ook kan. De deur van het hart gaat van binnenuit alleen open door gegeven kracht. Van dat wonder zal de Heere dan ook alleen de eer ontvangen. Daar leert Gods kind hier al van zingen: ‘Door U, door U alleen, om ’t eeuwig welbehagen.”

Het wonderlijke middel

We lezen in Handelingen 16 dat Paulus in de nacht een gezicht zag van een Macedonisch man die hem bad en zeide: Kom over in Macedonië en help ons. De Heere riep om in Macedonië het Evangelie te verkondigen. Maar in Macedonië stond geen grote menigte gereed om welkom te heten, geen menigte die hongerig was naar de prediking van het Evangelie. Toch zou de Heere hier wonderen gaan werken. Gods welbehagen zou ook in Macedonië volvoerd worden. Niemand zou dat kunnen keren. Men komt aan in Filippi, de eerste stad van dit deel van Macedonië. Hier werd Silvanus, de afgod van de landbouw, vereerd. Ook stonden er keizerlijke standbeelden en een triomfboog ter herinnering aan overwinningen behaald door de Romeinen. Op de sabbat gingen zij buiten de stad aan de rivier, waar het gebed placht te geschieden. Dat was dus de plaats waar eredienst werd gehouden. Lydia bevond zich op de plaats waar het Woord werd gebracht. Lydia was een purperverkoopster, van de stad Thyatira, een stad in Klein- Azië. De Heere heeft haar weg zo geleid dat zij in Filippi is terechtgekomen. Er wordt van haar gezegd: “die God diende.” Dat houdt in dat zij was overgegaan van het heidendom tot het jodendom. Zij hoorde dus de Schriften van het Oude Testament verklaren. Deze vrouw bevindt zich op de plaats waar Paulus het Woord Gods gaat uitdragen.

De Heere brengt haar onder de prediking van het Woord. Paulus heeft ongetwijfeld gesproken over Wet en Evangelie, zonde en schuld, vergeving en verzoening, veroordeling en vrijspraak en bovenal over het werk van Christus. Zelf had hij geleerd dat eigengerechtigheid niet voor God kon bestaan.

Zelf heeft Hij Christus mogen leren kennen. Paulus heeft gepredikt: Jezus Christus en Die gekruisigd. Het werk van Christus zal zijn uitgestald. Het zal doorgeklonken hebben dat er alleen zaligheid is in en door het werk van Christus, Die de enige en de volkomen Zaligmaker is. Uit het feit dat Lydia gedoopt is mogen we afleiden dat Paulus niet gezwegen heeft over de onreinheid van de mens en over het alles reinigende bloed van Christus. Paulus zal gesproken hebben over de waarachtige bekering: de afsterving van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens. De Heere opende het hart van Lydia zodat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd. De kanttekening tekent hierbij aan: “Of; zich hield aan hetgeen, enz.” Lydia mocht deel krijgen aan de nieuwe gehoorzaamheid, de gehoorzaamheid aan de Heere en aan Zijn Woord. Het heeft de Heere behaagd door middel van de eenvoudige prediking van het Woord Gods het hart van Lydia te openen.

De Dordtse Leerregels spreken ook over de opening van het hart door de Heere. We lezen in hoofdstuk 3 en 4 paragraaf 11 ondermeer: “Hij opent het hart, dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is. In den wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt dien wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen.”

Een rijke bemoediging

We leven in een gevaarlijke tijd. De satan probeert alles om zijn onderdanen vast te houden. De wereld biedt heel veel wat aantrekkelijk is voor het verdorven hart. Het hart van jong en oud is gericht op de dingen van beneden. Wat komt er veel op onze jongeren af. Wie alleen op deze zaken let, wie alleen naar beneden kijkt, wordt moedeloos. Het hart van de gevallen mens staat open voor de dingen van beneden, voor de zonde en de ongerechtigheid, voor alles wat al verder bij God vandaan voert. Hoe zal dit ooit anders worden? Misschien hebt u geprobeerd ernstig, aanhoudend en liefdevol te waarschuwen voor de dingen van beneden. Maar u hebt bemerkt dat alles wat u deed geen resultaat heeft gehad. Dan wordt ervaren dat een mens het hart van een ander niet kan openen voor de Heere, voor Zijn dienst en voor Zijn Woord. Maar weet u wat zo heerlijk waar is? De Heere opent harten. De Heere gaat voort met het volvoeren van Zijn welbehagen. Hebt u daar wel eens troost en moed uit mogen scheppen? Heeft die wetenschap u de knieën doen buigen met de bede: Uw Koninkrijk kome? Steeg de smeking op om opening van gesloten harten? Is dat uw verlangen en uitzien? De Heere wil erom gebeden zijn. Hij ziet graag dat gesmeekt wordt om opening van gesloten harten. Hij maakt het waar: Bid en u zal gegeven worden, klopt en u zal opengedaan worden, zoekt en gij zult vinden. De zon en de maan staan nog aan de hemel. Psalm 72 spreekt hier van. We lezen in deze Psalm (vs. 5): “Zij zullen U vrezen, zolang de zon en maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht.” Ook in onze tijd zullen er nog mensen bekeerd worden. Ook in onze tijd zullen er nog harten geopend worden. Mag u ervaren hebben dat de Heere op het gebed de prediking van Zijn Woord heeft willen gebruiken tot opening van gesloten harten? Dan is er veel stof de Heere te aanbidden voor de wonderen die Hij heeft gedaan. Vaders en moeders kunnen het hart van hun kinderen niet openen, predikanten kunnen het hart van hun hoorders niet ontsluiten, ambtsdragers kunnen evenmin het hart van gemeenteleden openen, maar de Heere opent harten van zondaren en zondaressen. Is dat geen rijke bemoediging in een tijd waarin zeer veel reden is tot zorg? De Heere gaat ondanks alles door met Zijn werk. Niemand kan dat keren. Lydia werd bekeerd op één preek van Paulus. Hoeveel preken hebben wij al gehoord? Wat heeft het uitgewerkt? Hebben we het Woord Gods tot op heden langs ons heen laten gaan? Smeek dat de Heere uw hart opene voor Zijn Woord. Hij is de Almachtige. Hij heeft maar te spreken en het is er, Hij heeft maar te gebieden en het staat er.

Bent u wel eens bewogen geweest onder de prediking? Was de oorzaak dat u ernstig ziek was, dat u wonderlijk gespaard was, dat u een ernstig sterfgeval meemaakte in de familiekring of onder uw kennissen? U was enige tijd onder de indruk. U bent bepaalde dingen gaan nalaten en andere dingen gaan doen. Maar na verloop van tijd is alles weer verdwenen. U bent nog in het heden der genade. De Heere klopt nog aan de deur van uw hart en leven. De Heere komt ernstig en welmenend met de oproep tot waarachtige bekering tot u: Bekeert u toch, bekeert u toch, want waarom zoudt gij sterven? Leef toch niet langer voort op de brede weg. Smeek dat de prediking van het Woord Gods gezegend mag worden. Smeek om opening van uw hart.

Het is genade alleen wanneer uw hart geopend is door de Heere. U hebt dat niet uit eigen kracht en uit eigen beweging gezocht. Uw hart stond ten diepste open voor de dingen van beneden, voor de dingen van de wereld. Uw hart was gesloten voor de Heere en voor Zijn Woord. Maar het heeft God behaagd uw hart voor Hem en Zijn Woord te openen. Dat kan nooit meer ongedaan gemaakt worden. Dat is oorzaak tot aanbidding en verwondering. De Heere zal u leiden op uw verdere levensweg en op Zijn tijd doen ingaan in hemelse heerlijkheid. Daar zal het ten volle verstaan worden: “Door U, door U alleen, om ’t eeuwig welbehagen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 oktober 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's

De Heere opent harten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 oktober 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's