Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERMENGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERMENGING

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De laatste keer heb ik met u nagedacht over Ezra, die geconfronteerd werd met de gemengde huwelijken. Het woord “(ver)mengen” komt in de Bijbel in verschillende betekenissen voor, zoals we gezien hebben. Het woord krijgt in het kerkelijke leven actualiteit vanwege onze aangeboren neiging om allerlei mengvormen te propageren. Hoevelen zoeken niet een mengelmoes van kerkelijke en wereldse elementen; wet en evangelie worden in het persoonlijke geestelijke leven dooreengemengd; vlees en Geest houden we niet aan de Bijbelse grenzen, maar we laten zo snel allerlei vleselijke begeerten doorgaan voor geestelijke zaken.

We hebben ook een voorzichtig verband gelegd met het streven naar eenheid, dat zich in onze tijd alom openbaart. Een voorzichtig verband! We willen hiermee niet bedoelen een laatdunkende aanduiding van andere kerken, met wie we ons zouden vermengen als CGK. Ik bedoel wel de vergelijking te trekken met een een- heidsstreven, dat niet door de Heere, maar slechts door mensen wordt bevorderd. Als het mensenwerk is, dan is het geen waarheid in eenheid, maar dan is het slechts een mengvorm, zoals in Laodicea.

Ezra nu werd geconfronteerd met de gemengde huwelijken. Een heel ernstige zaak, juist ook omdat het volk nog maar nauwelijks terug was uit de ballingschap Men zou dan verwachten een grote nauwgezetheid en zorgvuldigheid, om te vragen naar de wil van de Heere.

Maar nee, het verschijnsel doet zich op grote schaal voor, dat men zich vermengt met de inheemse volken. Priesters en vorsten liepen voorop in het verachten van Gods geboden.

Ezra hoort ervan. Het slaat bij hem naar binnen. Toen hij ervan hoorde, bedreef hij rouw en hij zat verbaasd neder. Hij als eerste voelt de nood aan. De vorsten, die hem de zaak hadden gerapporteerd, blijken er niet van onder de indruk, maar Ezra is dat wel. Hij zit daar alleen en scheurt zijn mantel en trekt zich de haren uit van verdriet en berouw.

Waar het me om gaat is, dat hier de Heere begint te werken in één enkel mens. Als er in uw gemeente of in onze kerken zo’n enkeling werkelijk tot een diep inkeer komt, gaat er iets gebeuren. Want we lezen verder: “Toen verzamelden zich tot mij allen, die voor de woorden van de God lsraels beefden, om de overtreding der weggevoerden” (9:4).

Die ene man steekt de anderen aan. Er gaat een sprake van hem uit naar al degenen die de Heere echt vrezen. Ook zij waren nog niet echt gekomen tot een buigen voor de Heere en een hartelijk rouw bedrijven. Zij konden er niet echt voor in de schuld komen, maar nu gebruikt de Heere die ene Ezra om velen wakker te maken. Nu zien de anderen het ook en hun ogen gaan open. Zo is het gegaan toen Luther, ook als enige bijna, het middel werd in Gods hand om de kerk te mobiliseren. Zo kan het ook nu nog gaan.

Als we eerlijk zijn, moeten we met elkaar erkennen dat we nog niet doordrongen zijn van de ernst van de huidige situatie. Ik doel dan op verval en kerkverlating, de algemene afval die zich ook onder ons manifesteert. Toch zijn er ook nu gelukkig nog wel meerderen, die voor het Woord van de Heere beven. Maar de grote vraag, die mij persoonlijk en misschien u ook wel bezig houdt, is deze: Hoe gaan wij met elkaar echt, zoals Ezra, levendig en diep ernstig deze nood inzien, zodat we verbaasd worden en we rouw en berouw bedrijven? Daar zullen in uw en mijn omgeving mensen zijn van wie u weten mag dat zij de Heere vrezen. Maar als u goed naar hen luistert dan merkt u ook, wat mij wel eens opvalt, dat deze mensen allen klagen over duisternis en innerlijke verkilling. En waar is dan die Ezra die de noodklok echt gaat luiden? Ezra, de klokkenluider, om het eens modern te zeggen. Maar, zult u vragen, gelooft u dan niet dat die Ezra’s er niet meer zijn? Nee, niet in die zin zoals Luther en Calvijn, de Cock en Kohlbrugge. Of zoals Pietje Baltus, van wie gezegd wordt dat ze Abraham Kuyper tot bekering vermaande; hetzelfde kunnen we zeggen van Kuipinga, uit de dagen van de Afscheiding. De Heere heeft deze mensen gebruikt.

Ezra was een leidsman uit die dagen. Hij bekleedde een zekere positie. Mensen die grote verantwoordelijkheden dragen hebben een dubbele roeping. Ik stel me soms voor wat er zou gebeuren als een minister of een prins de weg van Ezra zou gaan en een voorbeeld zou worden in geestelijke zin. Maar vul nu ook maar gerust de naam van een dominee of een professor in, van een ouderling of een diaken, van een burgemeester of een leraar. Denk niet dat het niet kan. Wat hebben we met elkaar een hoge roeping en die geldt niet alleen voor hen die ambtsdrager zijn, maar het geldt ook voor u.

Deze Ezra brengt een ommekeer, ook als we lezen wat er verder gebeurt. “Omtrent het avondoffer stond ik op uit mijn bedruktheid, als ik nu mijn kleed en mijn mantel gescheurd had” (vers 5). Waar berouw komt tot geestelijke verruiming, komt tot een doorbraak. De Heere weet ervan hoe het Ezra vergaat. Ezra weet van geloof! Hij staat op uit zijn bedruktheid.

Voor u en mij lijkt dat misschien onmogelijk. Hoevelen in onze tijd komen om in hun verdriet. Maar er is een uitweg uit elke nood, die er is voor allen die echt de Heere mogen vinden. Ook daarin gaat Ezra hen voor. Hij wijst hen en ons de weg van het geloof, maar wel “nadat ik nu mijn kleed en mijn mantel gescheurd had....”. Dat berouw is wel geen voorwaarde, maar wel een noodzakelijk voorafgaande weg die Ezra ging. Er is verband tussen zijn berouw en zijn geloof.

Het avondoffer wijst hier naar de tempel. Ezra staat niet bij het altaar, hij weet nog minder van Colgotha, maar hij handelt ten tijde van het avondoffer. Meer wist hij nog niet. Het offer wees wel naar Christus. Hij is waarlijk de Enige geweest, Die echt bedroefd was over de breuk van de tempel en Die als Enige de weg tot God heeft aangewezen. Hij vergeeft door Zijn bloed de zonden van Zijn volk, Hij weet raad in alle zaken van vermenging en compromissen.

Wat hebben u en ik deze grote Ezra nodig. Als we het oog op Hem mogen slaan, dan zullen we een kleine Ezra worden en dan kunnen we ook de weg van Ezra gaan, tot zegen voor land en volk. Er loopt een lijn van Christus naar Ezra. Op Golgotha is het bij Eén begonnen en Hij heeft de weg gebaand voor al de Zijnen. Zijn bloed is een prediking, ook voor u en voor jou. En als je treurt of dwaalt vanwege allerlei vermenging, bijvoorbeeld in uw huwelijk of op je werk, dan is er toch uitkomst bij de Heere Jezus. Hij doet vanwege Zijn offerande opstaan vanuit iedere vorm van druk en bedruktheid.

De geschiedenis gaat nog verder. Het kan heilzaam zijn voor ons om verder te lezen, ook als we spreken over allerlei eenheidsvormen, die ons verontrusten. Eerst gebeurde het, zoals we zagen, dat Ezra alleen terneer zat. Daarna kwamen tot hem allen die de Heere mochten kennen.

Toen gebeurde er daarna nog iets: “Als Ezra alzo bad...., verzamelde zich uit Israel tot hem een zeer grote gemeente van mannen, vrouwen en kinderen, want het volk weende met groot geween” (10:1).

Er ontstaat een nieuwe kring van mensen die ook de nood gaan inzien en begrijpen. Mensen, ditmaal zonder nadere aanduiding. Het zijn de kerkgangers, de catechisanten, de lauwe christenen, de verwereldlijkte massa, die tot nu toe onverschillig leefden onder de schuld van het volk. Leven wekt leven en het voorbeeld van Ezra werkt aanstekelijk. Vanuit die ene mens wordt uiteindelijk heel het volk bereikt. Niet alleen Gods volk, maar zelfs de gehele gemeente, wie daar dan ook bij behoren mag. Een echte opwekking. Daar zou je jaloers op worden. Jaloers, op huilende mensen? Velen zullen wellicht denken dat zoiets niet nodig is. We zoeken geen geween, zegt iemand, maar we zoeken blijdschap. Maar die blijdschap zoek ik ook, met u en met velen. Alleen krijgt u hier de weg aangewezen, waarin de Heere echte blijdschap geven wil. Uw droefheid zal tot blijdschap worden, zei de Heere Jezus tot de Zijnen. En als we zouden denken dat die tranen zo bitter en zo zuur zijn, dan vergissen we ons danig. Dit wenen over de zonde heeft een verborgen vreugde en vrede in zich. Dan breekt het hart en worden alle banden om je ziel en je hart tegelijk verbroken.

Mannen, vrouwen, kinderen. Ik denk aan de jeugd. Jullie zullen de echtheid aanvoelen van wat hier gebeurt. Het gaat om èchtheid. Kinderen staan erbij. En het woord klinkt dan, waaraan jullie en wij allen behoefte hebben: “Er is hoop voor Israel....”(10:2b). Jaren geleden hebben we deze woorden vaak zien staan, achter op een auto. Er is hoop. De regenboog erbij. Die woorden komen hiervandaan. Maar hier staat er iets bij: Er is hoop.... voor Israel! Deze hoop heeft een adres. Er is hoop voor onze kerken, voor de GKV, voor de zaak van de eenheid, als we deze weg mogen gaan. Er is hoop voor Nederland, in deze weg.

En dan is hiermee het nóg niet klaar. Al die mensen staan daar voor Ezra. Er gaat ook iets gebéuren. Het is leer en leven tegelijk. In drie dagen wordt het volk opnieuw geroepen tot een bijeenkomst, waarop grote dingen gebeuren.

Het komt er daarna op neer dat de vreemde vrouwen worden weggezonden (10:11). Maar dat is een enorme operatie, dat kunt u zich voorstellen. “Het is geen werk van een dag of van twee, want velen hebben overtreden in deze zaak”. We zouden onze grote vragen hebben over dit alles. Kun je die vreemde vrouwen zo maar wegsturen? Kunnen we zo maar breken met de wereld? Kunnen we de wijn nog scheiden van het water? Dat is absoluut onmogelijk. Probeert u het maar eens. Vanuit de wet kan dit nooit. Alleen de Heere kan het geven, vanuit de vreugde door het geloof. Dan gaan de zaken voorspoedig, naar Zijn wil en dan zal de Heere de leiding hebben.

Dit voorbeeld, deze geschiedenis kan onze ogen openen voor het werk der Reformatie en voor de kracht der opwekking. Dan ontstaat de echte eenheid, dan verdwijnt de vermenging. Voor jonge en oude mensen, voor u en voor mij, voor kerk en staat. Uw naam is genoemd, jij bent ook verantwoordelijk.

Die ene is door de kracht Gods begonnen, die éne Ezra, die Ene en enige Christus, Die als goede Herder Zijn kerk voorgaat.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's

VERMENGING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's