Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

JOHANNES -9

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

JOHANNES -9

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er was een heel bijzondere relatie tussen Johannes en Jezus. Dat bijzondere komt tot uitdrukking als gezegd wordt van Johannes dat hij de discipel was dien Jezus liefhad. Zo noemt Johannes zichzelf steeds weer. Niet om zich daarop te verheffen. Stel je voor dat een mens iets zou worden met genade die hem onverdiend bewezen wordt! Nee, niet uit zelfverheffing zegt Johannes dit, maar wel wil hij op deze manier duidelijk maken, dat hij mogelijk nog meer dan anderen ons kan zeggen Wie de Heere Jezus is.

In de schoot van Jezus

Datzelfde komt ook uit in een andere uitdrukking die een paar maal van Johannes gebruikt wordt. In Joh. 13:25 lezen we dat Johannes op de borst van Jezus viel. Dat wordt herhaald in 21:20. Bij het gebruiken van de maaltijd ligt men naar oosterse gewoonte aan rond een tafel. Dat was ook zo tijdens het paasmaal, dat Jezus met Zijn discipelen gebruikte in de laatste nacht van Zijn leven. Naast Jezus lag Johannes aan. Men noemt dat ‘in de schoot van iemand liggen’. Met het hoofd vlak voor de borst van degene dat naast hem ligt. Zo had Johannes dan ook gelegenheid om op de borst van Jezus te vallen, dat wil zeggen, zijn hoofd tegen Jezus borst laten rusten. Dat deed hij om Hem zo de vraag te stellen wie Jezus zou verraden en op die vraag antwoord van Jezus te ontvangen. Johannes lag dus het dichtst bij het hart van Jezus.

Dat is voor Johannes kennelijk een groot voorrecht geweest. Maar hij vertelt dit niet om zijn eigen belangrijkheid te onderstrepen. Als hij vanuit zijn oude bestaan daartoe al de neiging zou hebben gehad dan zou de Heilige Geest, die Jo- hannes bij het schrijven van zijn Evangelie geïnspireerd heeft, hem wel bewaard hebben voor een openlijke demonstratie ervan.

Wat is dan de reden voor de vermelding van dit feit? De woorden ‘aan de borst van Jezus’ doen sterk denken aan de woorden die Johannes al eens eerder heeft gebruikt (1:18) en die daar betrekking hebben op de Zoon van God. Van Hem wordt gezegd, dat Hij ‘in de schoot des Vaders’ is. Op grond daarvan sprak men vroeger wel van de Heere Jezus als van de ‘eeuwige Schootzoon’.

Lees echter eens nauwkeurig in welk verband Johannes dat van Jezus schrijft. Hij heeft het in dat verband over het kennen van God de Vader. Hoe is dat kennen mogelijk? Geen mens zal daartoe uit zichzelf komen: Niemand heeft ooit God gekend. Niemand zou ook God kunnen kennen. Dat die kennis toch mogelijk is en zelfs een werkelijkheid wordt in het leven van blinde zondaren is dankzij het feit, dat de Zoon des Vaders ons de Vader heeft verklaard. Hoe kon Hij dat dan doen? Doordat Hij God kent zoals geen ander Hem kent. Zijn plaats ‘in de schoot des Vaders’ stelt Hem ertoe in staat. Zo kan Hij de Vader verklaren, of zoals er letterlijk staat: ‘exegetiseren’.

Begrijpt u? In de schoot van iemand zijn betekent na aan het hart van die persoon liggen. Maar ook: die persoon goed leren kennen. Nauwkeurige kennis van hem ontvangen en zo in staat gesteld worden van die persoon te vertellen en hem bekend te maken. Die positie heeft Johannes mogen hebben in zijn relatie tot de Heere Jezus. Zo is hij temidden van de anderen in staat, meer nog dan zij, juiste kennis van Jezus door te geven. Zo is Johannes gemaakt tot wat de Heere Jezus van hem wilde maken: getuige, theoloog, apologeet, pastor.

Johannes’ positie in dezen was uniek. Van niemand anders wordt gezegd dat hij de discipel was dien Jezyus liefhad en van niemand anders wordt gezegd dat hij in de schoot van Jezus was. Evenwel, van hen die geroepen worden om het Woord te verkondigen moet wel gezegd kunnen worden dat zij weten wat het is om aan de voeten van Jezus te zitten om door Hem onderwezen te worden. Hoe zouden ze anders kunnen doorgeven wat Hij doorgegeven wil hebben? Trouwens, ook al zijn we niet geroepen tot een speciale taak in Gods Koninkrijk, voor ons persoonlijk onderwijs dienen we allemaal aan de voeten van Jezus te zitten, zoals Maria van Bethanië dat indertijd deed.

Het onderwijs dat de Heere Jezus als de grote Leermeester onder andere aan Johannes gegeven heeft, heeft vrucht gedragen. Johannes is op die manier gemaakt tot

Getuige

In zijn eerste brief kan Johannes schrijven, dat hij verkondigt wat hij gehoord heeft, wat hij met zijn ogen gezien heeft en met zijn handen getast heeft (1 Joh. 1:1). De dingen waarover hij schrijft heeft hij niet uit de tweede hand. Hij was er zelf bij als oor- en ooggetuige. Wie kan het beter weten dan hij? Als getuige is hij niet afhankelijk van wat hij eerst van anderen heeft moeten horen. Hij draagt persoonlijk kennis aan wat hij verkondigt.

Daarin gelijkt hij op zijn Meester. Jezus heeft ons de Vader verklaard, zo zagen we zojuist aan de hand van Joh. 1:18. Dat kon Hij doen als geen ander, omdat Zijn plaats dichtbij het hart van de Vader was, ‘in de schoot des Vaders’. Heel vaak vinden we dan ook-juist in het Evangelie naar Johannes - uitspraken die duidelijk maken dat Hij gekomen is om te getuigen.

Bijvoorbeeld 3:11: ‘Wij spreken wat Wij weten en getuigen wat Wij gezien hebben’. Ook 8:14: ‘Hoewel Ik van Mijzelf getuig, zo is nochtans Mijn getuigenis waarachtig; want Ik weet van waar Ik gekomen ben en waar Ik heenga’. Verder 18:37: ‘Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik aan de waarheid getuigenis geven zou’. En Johannes de Doper zegt van Hem: ‘En hetgeen Hij gezien en gehoord heeft, dat getuigt Hij’(3:32).

Welnu, het ligt helemaal in de lijn van dit werk van Jezus, dat ook Johannes zijn ‘getuigenis’ geeft. En hij kan dat doen; hij was erbij. Meer dan eens onderstreept hij dat feit. Bijvoorbeeld in 19:35, als hij vertelt van wat er met Jezus is gebeurd nadat Hij gestorven was. Toen werden Zijn beenderen niet gebroken, maar wel werd Zijn zijde doorstoken met een speer. Johannes heeft dat zien gebeuren en deze ooggetuige vertelt ervan. Ook heeft hij, onder de verlichting van de Heilige Geest, gezien wat de betekenis van zowel het een als het ander was. Johannes heeft de profetie in vervulling zien gaan. Geen been van Hem zou gebroken worden. En: Zij zullen zien Wien zij doorstoken hebben. Zo is Johannes getuige van de waarachtigheid van Gods Woord en van de waarachtigheid van Jezus als Messias: Hij is inderdaad Degene die komen zou.

Als Johannes zijn Evangelie gaat besluiten herhaalt hij het. In 21:24 zegt hij: ‘Deze is de discipel die van deze dingen getuigt’. Net zoiets als wat op een andere plaats door Petrus gezegd wordt als hij er op wijst dat hij aanschouwer geweest is van de heerlijkheid (2 Petr. 2:16).

Johannes is dus getuige, oor- en ooggetuige. Maar onze oren en onze ogen kunnen ons bedriegen. Dat zijn geen onfeilbare waarnemers. Is het getuigenis van een mens, al is hij oog-en oorgetuige zonder enige twijfel en altijd per definitie betrouwbaar? Kunnen we op het getuigenis van Johannes aan? Is het onfeilbaar? Ja, is het antwoord dat Johannes zelf geeft. ‘Wij weten dat zijn getuigenis waarachtig is’: 21:24. En in 19:35: ‘Zijn getuigenis is waarachtig’.

Maar, zo werpt iemand tegen, dat zegt Johannes zelf. Is er nog iets meer? Ook dat. Alweer in 19:35: ‘Hij weet dat hij zegt hetgeen waar is’. Wie is deze ‘Hij’? Schrijven dat met of zonder hoofdletter? Er is alle reden om het met een hóófdletter te schrijven. Dan bedoelt Johannes Jezus. Jezus weet dat wat Johannes schrijft de waarheid is. Jezus is Johannes’ Getuige. De getrouwe Getuige. En omdat Johannes weet dat Jezus aan zijn woorden getuigenis geeft kon het wel eens zijn dat Johannes Hem in Openb. 1:5 ook zo noemt: de getrouwe Getuige.

Belang hiervan

Wat betekent dit nu? Dat we, om het met Petrus te zeggen, geen kunstig verdichte fabelen navolgen. Dat we in de Schrift te doen hebben met kennis die van Boven komt en niet van beneden. De openbaring Gods heeft een getuigenis-karakter. Het staat op recht en waarheid pal als op onwrikbare steunpilaren. Laten we niet moede worden dit te benadrukken, zeker in de tijd die we beleven, waarin alles gerelativeerd lijkt te moeten worden. Er is grond om op te staan. Als er gepreekt wordt en als we geloven.

Een veel zekerder grond dan de grond van hen die zeggen: Gods volk beleeft het zus en zo. Zeker, er is beleving van het heil, maar daar blijft altijd een uiterst subjectieve kant aan zitten en als we daarop afgaan weten we nog nooit zeker wat de norm is voor anderen. De menselijke ervaring in het bevindelijke leven kan dan ook nooit de maatstaf zijn. Hoeveel respect we ook mogen hebben voor wat ware bevinding is, het respect voor Gods Woord zal toch altijd moeten prevaleren. Hoe zegt de Heere het?

De Heere heeft ons in het getuigenis o.a. van Johannes vaste grond onder de voeten gegeven. Laat u die grond niet onder de voeten vandaan halen. Zeker niet door de vaak zo subtiele redeneringen die vanuit de nieuwere bijbeluitleg u proberen een nieuw stuk wijsheid bij te brengen. Hoevelen zijn er al bezweken onder deze verleiding die niet nalaat ook binnen de gereformeerde gezindte invloed te verkrijgen. Men wil een andere en frissere kijk op de Schrift, nadat men eerst een frissere kijk op de belijdenis heeft gepropageerd.

Johannes was getuige. Maar dat was hij niet zonder dat hij er een prijs voor moest betalen. Het griekse woord voor getuige (martus) kreeg er een betekenis bij: martelaar. De getuige werd vaak bloedgetuige. Zo is het ook met Johannes gegaan. Hij kwam al snel in de gevangenis. Later werd hij een banneling op het onbewoonde eiland Patmos. Wat hij uit de mond van Jezus opgetekend had heeft hij zelf moeten ervaren: ‘In de wereld zult gij verdrukking hebben’. Maar ook het vervolg is voor hem realiteit geworden: ‘Maar heb goede moed, Ik heb de wereld overwonnen’( Joh. 16:33).

Het zou ons vandaag ook wat kunnen gaan kosten Nog wel geen gevangenschap of erger, maar wel miskenning en bespotting. Allemansvrienden zullen er niet zo gauw last van hebben. Aanpassingsdeskundigen kunnen ook vandaag nog een heel eind komen Maar hoe geloofwaardig zijn zulken eigenlijk nog?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's

JOHANNES -9

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's