Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERZOENING DOOR VOLDOENING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERZOENING DOOR VOLDOENING

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Anselmus

Tot de meer opvallende gedeelten uit de Catechismus behoren zeker ook de zondagen 5 en 6.

Het is ook u misschien wel eens opgevallen, dat deze beide zondagen met inhgehouden pas, enigermate vertraagd, de weg tot Christus bewandelen. Men zou immers toch verwachten, nu er zo veelbelovend boven staat: “Van des mensen verlossing”, dat nu direct de volle rijkdom van Christus wordt voorgesteld. Dat mag nu toch wel verwacht worden na de zondagen over de wet, die gezorgd hebben voor veel duisternis en onrust.

Maar het lijkt er zelfs op, dat de weg nog verder naar beneden gaat. Op de vraag naar genade wordt geantwoord dat er betaald moet worden en dat er niemand is die dat kan. Toch zal de mens of de menselijke natuur dat moeten doen. De mens moet betalen terwijl hij dat nooit kan. Daarom kan feitelijk alleen God Zelf het probleem oplossen. Zo wordt bijna op logische wijze beredeneerd dat de Middelaar zowel God als mens moet zijn.

Meerderen hebben dat de opstellers wel kwalijk genomen. Waarom die eisen en claims, terwijl bewust over Christus nog niet wordt gesproken? Men kan toch niet over Christus spreken als over een onbekende, terwijl we weet hebben van Zijn openbaring in het Woord? IK behoef toch niet via zon en sterrenbeelden uit te zoeken waar Amsterdam ligt, terwijl de kaart me kort en goed de weg wijst? Mis schien hebt u zelf deze gedachten ook wel eens gehad.

Men noemt de wijze van denken, zoals de Catechismus dat doet, “An-selmiaans”. Hier wordt, zo denken velen, aan de menselijke redenering teveel waarde gehecht. Om het met een moeilijk, maar toch bekend woord aan te duiden: het is scholastiek, wat we hier vinden.

Anselmus van Canterbury heeft in de Middeleeuwen nieuwe impulsen gegeven aan de verzoeningsleer. Als het over verzoening gaat, denken heel veel theologen dat de méns het is, die verzoend moet worden. De mens moet in de weg van berouw het eens worden met God. Of de mens gaat gebukt onder een schuldgevoel en nu openbaart Christus hem de liefde Gods. God behoeft niet verzoend te worden, want er is geen toorn in God.

Maar moet God niet verzoend worden? Is dat niet de kern van de zaak? Daar heeft de reeds genoemde Anselmus de nadruk op gelegd. Er moet verzoening naar God toe plaats vinden. Er moet aan God een prijs betaald worden. Deze gedachten liggen helder uitgedrukt in de zondagen 5 en 6. De vraag is: Was de weg van het recht en van de betaling aan dat recht noodzakelijk? God kan toch, zegt men wel, zonder meer vergeven? Is God werkelijk die harde schuldeiser, Die het onmogelijke vraagt, ja, Die zelfs Zijn eigen Zoon laat sterven?

Anselmus wil in zijn bekende boek (Waarom werd God mens?) aantonen dat er absoluut geen andere weg kon bestaan. Zijn tegenpool, Dunscotus, ook levend in dezelfde tijd, was daarentegen van mening dat de kruistheo-logie niet alleen overbodig was, maar zelfs getuigde van willekeur. Vele bekende theologen waren het met An-selmus eens: er is geen andere weg dan de weg van de menswording van de Zoon van God. We kunnen dan de namen noemen van mensen als Beza, Voetius en John Owen. Anderen gingen niet zover; ze meenden dat er niet van absolute noodzaak kon worden gesproken, maar wel dat het hoogst passend was dat het zo ging zoals het is gegaan (Augustinus en Calvijn). Kenmerkende gedachten voor Ansel-mus en eveneens voor ons leerboek zijn de volgende: de zonde is van een buitengewoon ernstig en zwaar gewicht. De zonde “zo maar” vergeven is schending van de Goddelijke rechtsorde. Zou er niet werkelijk een rechtsgang bestaan, dan heerste de wanorde, dan loopt alles uit op de chaos, dan regeert de willekeur. Daarom moet er wel voldaan worden aan het recht van God. God kan dus twee dingen doen: Hij kan öf de zonde straffen öf voldoening aanvaarden uit een andere bron. Omdat nu Christus zorgt voor voldoening, heeft Zijn offer een oneindige waardij. Hij is immers Gods Zoon.

Praktijk

U denkt wellicht dat dit een theologische kwestie is. Toch is dat niet het geval. Het gaat hier om een zaak van groot praktisch gewicht. Niet alleen moderne theologen, maar ook veel christenen uit het heden krijgen hier duidelijk schriftuurlijk onderwijs.

Het is trouwens niet zo, dat hier vanuit de menselijke rede (het denken) wordt gedacht; de gehele opbouw bestaat uit Bijbelse elementen.

Het zou kunnen dat ook in uw leven deze wezenlijke lijnen ontbreken. Althans, in het spreken van veel eigentijdse christenen gaat het om andere dingen. Niet de lijn van deze zondagen, maar die van het gevoel bepaalt het geloof bij velen. Hebben we er een goed gevoel bij, dan dromen we van de hemel. Het geloof steunt voor velen op zaken als stichting en ernst, op wetswerken en menselijke vroomheid. In koor zal vrijwel iedereen spreken over God als over een God van liefde. Tegenstanders van de verzoening door voldoening wijzen op de gelijkenis van de verloren zoon; daarin wordt toch ook geen enkele vorm van betaling gevraagd? Zo kunnen velen niet leven met de gedachte dat de zonde zo loodzwaar en ernstig is.

Moeten we er zo zwaar aan tillen? De bekende klacht tegen de prediking! We kunnen het nauwelijke verdragen dat God zou toornen en dat Hij een verterend vuur is.

Deze genoemde Anselmus heeft eens de gevleugelde en bekende woorden gesproken: Gij hebt nog nimmer beseft hoe zwaar de zonde is. De moderne mens zoekt warmte in een kille wereld, hij zoekt veiligheid in onveilige situaties, hij moet juist verlost worden van al zijn schuldgevoelens.

Als u ook zo denkt, moet u wel beseffen dat de Catechismus, een van onze kerkelijke Belijdenisge-schriften, een heel andere toon aanslaat. Is ons leerboek eng en benauwd? O nee, de naam van Christus klinkt heel erg ruim. Dat verwijt mag u onze vaderen nooit maken. Er staat: “Onze Heere Jezus Christus, Die ons van God tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en tot een volkomen verlossing geschonken is”.

Goed, een inderdaad ruime verkondiging, maar wel een lange omweg. Geloof toch direct zonder omwegen in Christus. Dat wil de Catechismus ook, maar via een zekere en een gefundeerde weg. Het gevaar van het klimmen over de muur is levensgroot aanwezig, zoals Bunyan aantoont.

Neem nu de eis van betaling: God wil dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede.... Daarom moeten wij volkomen betalen. Er zijn er toch ook anderzijds velen (geweest), die hier geen onbekende weg zien. Men kreeg te maken met de rechtvaardige eisen van Gods recht. Zo hebt u het ook gevoeld? Volkomen betalen en zuiver voor God staan, dat mag de Heere van ons eisen. En zodoende gaat de weg onverhoopt de diepte in. Natuurlijk zult u in die omstandigheden geweten hebben dat het in de Bijbel staat: Christus verlost van de vloek der wet. Maar u wist dat net eender, zoals de discipelen bij het kruis konden weten dat alles goed zou komen, terwijl die wetenschap hen niet kon troosten. Weten en weten is twee. Zo komt de Catechismus in uw nood, in uw vragen naast u zitten en wil u leiden tot Christus. En, nu die eis tot betaling klonk, moet u, zo zegt de Catechismus, oppassen voor een groot gevaar, namelijk dat u niet denkt zelf te kunnen voldoen. Daarom worden de eisen zwaar aangedraaid. Zo, dat u niet zult vluchten in uw eigen werkheiligheid, in de werken der wet, zoals Paulus zegt. Wij kunnen zelf in generlei wijze betalen. Maar wat moeten we dan? Op dit punt gaat het leerboek consequent heenwerken naar de Heere Jezus, Die God en mens is. Maar dat moet verklaard worden. Hij moet mens zijn, om in uw plaats, in uw natuur te kunnen gaan staan. Hij moet God zijn, omdat u het niet kunt en omdat alleen Goddelijke hulp een Goddelijke prijs op tafel kan leggen.

Had nu de Catechismus direct al snel de naam van Christus genoemd, dan zou u de diepte en de hoogte van Zijn heerlijke bediening, van Zijn Persoon en van Zijn werk, niet zien. Juist door deze uitdieping van Gods gerechtigheid wordt de genade veel meer overvloedig. Daar moet het wel om gaan. Op school gaat het ook zo: kinderen krijgen niet het antwoord op de som direct erbij geschreven, maar ze moeten zelf gaan leren hoe ze het antwoord kunnen vinden.

Het zou toch heel nuttig en opbouwend zijn, als we dit onderwijs ter harte zouden mogen nemen. Ten eerste om op die wijze bewaard te worden voor bedrog. Ten tweede omdat daardoor de verlossing en de liefde Gods groter en sterker wordt.

Zonder dit blijven grote delen van Gods Woord voor ons onverstaanbaar. Zonder dat hebben we, als we eerlijk zijn, weinig begrip voor Paulus. Zonder dat hebben we helaas een verkeerd Godsbeeld. Het beeld van God, slechts als de Liefdevolle, heeft de massa juist niet behouden bij de dienst van God. Dat beeld was niet te rijmen met alle noden en rampen, die er in de wereld plaats vinden. Vanuit het recht van God worden juist heel veel zaken doorzichtiger en duidelijker.

Hoe is dat nu met u?

Hebt u het rijke en volle antwoord reeds gehoord: Onze Heere Jezus.....? Of kunt u misschien nog best wel buiten Hem uzelf op de been houden? U hebt “gelukkig”niet al te veel last van zware aanvechtingen, enz. De ene dag gaat het goed, de volgende gaat het minder. Maar die volheid in Christus vindt u niet bij uzelf. Veler geestelijk leven kwakkelt en is tobberig en mistig. Ons leerboek zegt u dan dat er oorzaken zijn. U denkt het zelf in orde te kunnen maken, maar dat kan nooit. Hij kan die prijs der ziele, dat rantsoen aan God in tijd noch eeuwigheid voldoen. Daarom is de prediking van Heidelberg zo nodig. Er moet volkomen betaald worden. Niet alleen u moet met God verzoend worden, maar omgekeerd moet een heilig God ook vrede vinden met u, zoals u als goddeloze in uzelf bent. Volg biddend die weg van de Catechismus. Dan zult u ook dat heldere en zekere antwoord persoonlijk mogen uitspreken, in waarheid: Mijn Heere Jezus Christus! Nog wel van God geschonken!

Laat de prediking niet zwichten voor de wens, die reeds Israel in de dagen van Jesaja uitte: Schouwt ons niet wat recht is; spreek tot ons zachte dingen; schouwt ons bedriegerijen (30:10). Het is waarlijk niet een kwestie van accenten. Het gaat om leven en dood. Zeg ook niet tot onze Heidelbergers dat het ook wel anders kan.

Zeker zal niet ieder op dezelfde manier kunnen spreken over deze lessen, zoals de Catechismus dat doet. Daarin is de Heere geheel vrij. Maar de prediker moet het zo wel brengen.

EN gelukkig, terwijl de Catechismus ons allerlei eisen voorhoudt, zien we toch reeds door de mist de Zon doorbreken. Ook in deze zondagen wordt er toch al gesproken over een Midde-laar en Verlosser (vraag 15). Het voornaamste is: Gods kerk wordt uiteindelijk niet gedreven door angst voor deze rechtvaardige God. Nee, als het goed is, heb ik de Heere in al Zijn deugden lief, ook in Zijn recht en heiligheid. De weg van Christus wordt ook in Gods Woord niet anders getekend: “Daarom, komende in de wereld, zegt Hij: Slachtoffer en offerande hebt Gij niet gewild; brandoffers voor de zonde hebben u niet behaagd. Toen sprak Ik: Zie, Ik kom... om Uw wil te doen, o God” (Hebr.10:5v).

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 april 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's

VERZOENING DOOR VOLDOENING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 april 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's