Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WELK EEN SLOTWOORD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WELK EEN SLOTWOORD

1 Tim. 6:20 en 21.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het slot van een brief wordt soms onderstreept wat geschreven is. Ook kan blijken de hartelijke verbondenheid van de afzender aan de geadresseerde. Dit zien we ook wanneer we de laatste woorden van Paulus aan Timotheüs lezen. O Timotheüs, bewaar het pand u toebetrouwd, een afkeer hebbende van het ongoddelijk ijdel roepen en van de tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap. Dewelke sommigen voorgevende, zijn van het geloof af geweken. De genade zij met u. Amen (1 Tim. 6: 20 en 21). Het eerste woord nu aan het eind van de brief spreekt van hartelijke liefde, van verbondenheid, van eenheid in de Heere. Ze zijn dezelfde genade deelachtig. Maar we bemerken ook meelevendheid. Paulus staat met Timotheüs in een wereld waarin satan de overste van de wereld is en zijn invloed wordt buiten en in de gemeente gezien. Vandaar zijn aanhef in de brief: O Timotheüs! Mijn broeder! Mijn medewerker in de dienst van de Heere: bewaar het pand u toebetrouwd. Het Griekse woord door Paulus gebruikt spreekt van deposito. Het wijst op de grote waarde van geld of sieraden die door een eigenaar voor een tijd aan een ander ter bewaring wordt gegeven. Dat bewaren vereist nauwlettende zorg en voortdurende activiteit en desnoods verdediging tegen de vijanden of dieven. Waar Paulus nu op doelt is Timotheüs bekend. Zo moet het ook bij ons zijn. Want het pand is niet verdwenen.

Dit is uitgesloten daar het van de Heere is. Wanneer het nu gaat over het ‘pand’ moeten we denken aan twee zaken. Allereerst aan het Woord van de Heere, het evangelie van de genade Gods in Christus Jezus, de woorden van het geloof, de goede leer, de leer die naar de godzaligheid is. Dit kunnen we lezen in Paulus’ brief. Met Calvijn kan in de tweede plaats gedacht worden aan het ambt waarin men mag staan. Beide zaken nu, het Woord en de verkondiging ervan en het ambt en de vervulling ervan zijn betrokken bij het ambt. Het was ook Timotheüs opgedragen. Wat nu de Heere heeft gegeven moet bewaard worden. Bij bewaren is bewaken betrokken. Want wat ontvangen is, is een kostbare schat, waarvan niets verloren mag gaan. We kunnen wel aannemen dat de woorden van Paulus en waarop hij doelt door Timotheüs niet terzijde gelegd zijn. Immers het Woord moet blijven zoals het gegeven is. De verkondiging mag in geen enkel opzicht aangepast worden of beïnvloed worden door de tijdgeest. Dus de eeuwen door hetzelfde Woord en dezelfde inhoud. Dat mag zeker vandaag wel aandacht hebben en de bezinning daarop is noodzakelijk. Want het woord ‘aanpassen’ is een modewoord geworden.

Er zijn ook aangepaste diensten. Nu moet niet gedacht worden aan diensten voor gehandicapten. Ten opzichte van hen is er een roeping. We denken aan laagdrempeligheid die ‘in’ blijkt te zijn. De vulling van de diensten wijkt af van het normale. Gewone diensten schijnen het niet meer te doen. Verbreding van de liturgie is gewenst en het lijkt aan te slaan. Maar de vraag is: hoe lang? Er zijn kerken waarvan men het één en ander heeft afgekeken of overgenomen. Dat zijn kerken die een opgang hebben gekend, maar in onze tijd is de retourgang zichtbaar. Hoe erg is dat. Dat is een baken in zee voor ons. Nu mag het geestelijke gehalte in de prediking ook niet voorbij gezien worden.

Onlangs stond in het Reformatorisch Dagblad naar aanleiding van het sterfjaar van prof. Wisse, nu 50 jaar geleden, een zeer goed stuk. Het positieve van Wisse mag wel spreken in 2007. Wat geschreven is over het gaan in het spoor van Wisse is niet overdreven. Wat hij schreef en wat hij deed mag niet los gezien worden van de kanselboodschap van de synode van 1953. Die boodschap heeft zijn waarde, de inhoud van die boodschap mag niet verdwijnen. Wie het ziet als een stuk voor het kerkelijk museum, snijdt de levensader van de kerken door. En dat geeft persoonlijk en ambtelijk en kerkelijk te denken. Wie het verleden als verleden tijd ziet en anders denkt, spreekt en handelt en leeft, is niet Bijbels bezig. In Gods Woord wordt het verleden als waardevol en van betekenis gezien voor het heden. Door de machtige, krachtige werking van de Heilige Geest heeft de verbondenheid aan het verleden een werking in de kerken.

Dan heeft een eenvoudige, duidelijke Bijbelse prediking met een direct Bijbels gebonden liturgie ingang en doorgang in het leven van ouderen en jongeren. De grote verantwoordelijkheid van de ambtspraktijk, maar ook de waarde en de rijkdom van het ambtelijke werk wordt gekend en bemerkt. Bij een bevestiging of afscheid wordt nog al eens gezongen: ‘k Heb and’ren al de rechten van Uw mond met lust verteld, hen vlijtig onderwezen. Uit al de schat van ’t grote wereldrond is nooit die vreugd in mijn gemoed gerezen die ‘k steeds in Uw getuigenissen vond, door mij betracht en and’ren aangeprezen, Psalm 119: 7. Bij wie dit leeft, gaat dit vers mee het leven in. Binnen en buiten de kerk. Paulus heeft dit ook gekend. In het openbaar en bij de huizen heeft hij geleerd en betuigd de bekering tot God en het geloof in Jezus Christus. Deze passage ontbreekt niet in het bevestigingsformulier. Een predikant dient zich eraan te houden. Het behoort tot zijn roeping. Laat nimmer vergeten worden dat de Heere eenmaal verantwoording eisen zal. Een predikant is zo niet klaar. Bewaren en bewaken is de opdracht en zo de keten der overlevering doorgeven aan de generatie van vandaag en van morgen. Zo moet het doorgaan tot op de grote dag van Jezus Christus. Leven bij de roeping, de opdracht, is dus dringend geboden. De aansporing tot bewaren moet er zijn. Ik twijfel eraan of het overal geschiedt. In plaats van waken kunnen we gaan slapen. Maar er dient dijkwacht, dijkversterking te zijn. Want de doorbraak dreigt.

De kracht van buitenaf mag niet onderschat worden.

De uitholling kan ook van binnenuit plaatsvinden en dat is nog gevaarlijken Van alle kanten dreigt afwijking van het eenvoudige woord van de Heere.

De hermeneutiek ligt op tafel en er wordt eigentijds gebruik van gemaakt. Met schrappen van de drie formulieren van enigheid? Men blijft zich gereformeerd noemen. De gevaarlijke kant ervan wordt niet altijd doorzien noch minder bestreden. Wordt het pand nog bewaard? Paulus laat het niet bij de oproep het pand te bewaren. Hij plaatst dit in het licht van het horen van een geluid. Sterk wordt door hem gezegd: een afkeer hebbende van het ongoddelijk ijdel roepen en van de tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap (vs. 20). In de dagen van Paulus en Timotheüs kwam er een stroming op in de kerk die zich als wetenschappelijk aandiende. Het woord ‘gnosis’ werd gebruikt. Daar moet onder verstaan worden: een diepere kennis van de godsdienstige waarheden. Levensgevaarlijk was de inzet. Er wordt een vervalsing van het Evangelie in ontdekt. Een vervalsing van de leer der waarheid. De aanhangers van de nieuwe leer legden de nadruk op de kennis als de weg der verlossing en dan niet een verlossing van de zonde, maar van al wat lichamelijk en stoffelijk is. Want dat is boos. Het Godsbeeld moet ook anders gezien worden. De God Die de wereld geschapen heeft, werd gezien als een slechte god en een ander is de goede God Die bovenaan staat en puur geestelijk is. Hem moeten we kennen en met Hem moeten we één worden, verlost van het lichaam en van de stof. Dat nu is de ware kennis, de gnosis. Scherp wordt deze leer door Paulus veroordeeld. Hij noemt het: onheilige, ledige praat. Timotheüs moet er zich verre van houden. Heeft het ook ons iets te zeggen? Zeker. Want het Woord is niet tijdgebonden. De tijdgeest gaat van eeuw tot eeuw. Telkens in een andere gedaante, in een andere kleur, gebruik makend van andere woorden. De geest verdwijnt niet. Want de engel des lichts is er. Hij maakt steeds gebruik van het Woord van de Heere maar geeft er een eigen uitleg aan. Het woord ‘wetenschap’ wat in het verleden hoogtij vierde, staat ook nu in het vaandel geschreven.

Er dient zich veel wetenschappelijkheid aan in de kerk. Er is zelfs nog nooit zo met deskundigheid geschermd als in onze tijd. Deskundigen gaan adviseren hoe wij kunnen leven, leven zelfs met en naar het Woord, theologisch en ethisch. De Bijbel moet niet gezien worden als Gods Woord,maar Gods Woord staat in de Bijbel en zo moeten we de Bijbel lezen. Het scherpe woord van Paulus wat spreekt over de valselijke genaamde wetenschap, moeten we maar eens leggen naast alles wat zich aandient en waar zelfs uren, kerkelijke uren, aan besteed worden. Met welk resultaat? Het is voluit Bijbels wanneer ook nu gestreden wordt voor het geloof dat eenmaal de heiligen overgeleverd is (Judas: 3). Het devies mag niet zijn: tijden veranderen en wij met hen. Door kantelen wordt werkelijkheid wat Paulus geschreven heeft: dewelke sommigen voorgevende zijn van het geloof afgeweken. Timotheüs weet wie Paulus bedoelt. Zij worden als waarschuwend voorbeeld genomen. Ze zijn afgeweken van de leer des geloofs. Wat daaronder verstaan moet worden heeft Paulus in zijn brief aan Timotheüs duidelijk geschreven. De vraag kan gesteld worden: wat geven ouderen nu aan jongeren door? In onze tijd is de tegenaanval er op verschillende fronten, vandaar dat paraatheid, waakzaamheid bijzonder het parool moet zijn van de dienaar van het Evangelie. Daarin blijkt zijn getrouwheid. De brief wordt afgesloten met de bekende woorden: de genade zij met u. Amen. Geen wens op zich. Allen die het Woord des Heeren horen en bewaren zullen delen in de genade van de Heere Christus. Door de kracht van deze genade zal de kerk zijn en kerk van Christus blijven te midden van alle aanvechtingen en gevaren en zal zij als bruid de Bruidegom Jezus Christus op Zijn dag tegemoet treden. Genade sterkt, zij laat in getrouwheid leven en sterven en men zal de kroon des levens ontvangen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's

WELK EEN SLOTWOORD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's