Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGENRUBRIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENRUBRIEK

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De groet.

Er is een vraag binnen gekomen over de groet, die aan het begin van de eredienst, na het votum uitgesproken wordt, en dan met name over de woorden die hierna schuin gedrukt staan: “Genade zij u en vrede van Hem, Die is en Die was en Die komen zal”. U vindt deze groetenis in Openbaring 1. Het is de vraagsteller duidelijk dat hier over de eerste Persoon, over God de Vader wordt gesproken. Dat klopt. Maar dat roept dan bij hem de vraag op, waarom van God de Vader gezegd wordt dat Hij komen zal. Dat geldt toch van de Heere Jezus, de tweede Persoon? Is het niet juister om van God de Vader te zeggen dat Hij is en dat Hij zijn zal, ook gezien de Naam, geopenbaard in het brandende braambos? Wat is het groot dat Johannes met deze groet zijn brief aan de zeven gemeenten beginnen mag. Hij is de auteur van de brief, maar hij schrijft in de Naam des Heeren, in de Naam van de Drie-enige God. De Heere had tot hem gezegd: Schrijf! Johannes komt dus niet met een persoonlijke groet, maar de Heere komt tot de gemeenten met een groet, een bijzondere groet.

Ik moest als student eens ergens preken, waar ik sindsdien nooit meer geweest ben trouwens, waar ik juist mijn mond zou openen om te beginnen, toen iemand vanuit de gemeente een luid ‘goedemorgen’ riep! Men was gewend dat de gemeente eerst werd gegroet door de voorganger! Ik ging natuurlijk gewoon verder, maar ik bedacht later hoe raar dit is. En hoe arm. In de prediker komt de Heere Zelf tot de gemeente en Hij groet! Dat mag ons wel eens stil en verwonderd maken. Hebben we het er immers naar gemaakt zo begroet te worden?

Inderdaad wordt van God de Vader niet alleen gezegd dat Hij is, en dat Hij was, maar ook dat Hij komen zal! Zoals God in Zijn Zoon tot de wereld kwam, zo komt Hij ook in Zijn Zoon, als Die zal verschijnen op de wolken des hemels. Zoals we achter de gezonden prediker de Zender moeten zien, (in de gezondene komt de Zender), zo moeten we ook achter de gezonden Zoon de zendende Vader zien. Dat geldt ook bij Christus’ wederkomst. Dat ook God de Vader als Komende wordt aangeduid, heeft ook te maken met het karakter van het laatste bijbelboek. Het boek is één grote roep: Hij komt! Het gaat in dit boek om ons te tonen die dingen die (met) haast geschieden zullen. De Heere werkt heen naar de grote toekomst!

Nu is de Heere de eeuwig onveranderlijke God. Gelukkig trouwens! Alles en iedereen verandert. Stel dat nu ook Hij veranderlijk was! Er bleef geen rust of steunpunt meer over in een wankelende en stervende wereld.

Nu zegt deze omschrijving van de groet, dat ook God de Vader de Komende is, dus niet dat Hij toch veranderlijk is, maar dat Hij komt als Degene Die Hij heden is en gisteren was! God is eeuwig Dezelfde. Wij denken in categoriën van tijd: gisteren, vandaag en morgen. De tijd is een schepping van de Heere. Hijzelf staat er boven, Hij is van eeuwigheid tot in eeuwigheid, een duizelingwekkende gedachte voor ons mensen! Straks, bij Zijn wederkomst, zal ook de tijd, de klok op houden te bestaan. Lees maar Openbaring 10:6.

Wat ik daarmee zeggen wil is dat de Heere Zich dus in Zijn Zelfopenbaring als Degene Die is en was en komen zal, Zich verlaagt tot ons niveau. Zo begrijpen wij het een beetje. Hij was er gisteren, Hij is er vandaag en Hij zal er ook morgen zijn. Dat geldt ook tot troost van de Zijnen van de Heere Jezus, van Wie wij lezen: “Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid”.

Zo worden we bij de aanvang van de eredienst, al terstond in een spanningsveld geplaatst; de tijd gaat voort en de toekomst genaakt! Hij komt! Wie? De Heere Jezus. En als Hij komt zal alle oog Hem zien. En in Hem komt God Zelf, van Wie onder het oude verbond al gezongen werd: Hij komt, Hij komt, om d’ aard’ te richten, de wereld in gerechtigheid! Dan zal de eeuwigheid aanbreken, waarin God zal zijn alles in allen!

Zijn komst zal bij de een doodschrik teweeg brengen, bij de ander levensvreugde! Wat een verschil! Als God voor mij is, wie zal dan tegen mij zijn?

Maar als God tegen mij is, o, wie zal dan voor mij zijn? Zo komt in de groet de oproep tot bekering en geloof: het haast u om uws levens wil!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's

VRAGENRUBRIEK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's