Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GOD EN HET LIJDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GOD EN HET LIJDEN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu we dit schrijven staan de kranten weer vol over gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog. Het is onbeschrijfelijk wat een leed er in die oorlog heeft plaatsgevonden. Dan denken wij met name aan datgene wat er is gebeurd met heel veel Joden. De nazi’s hebben ontzettend veel misdaden jegens hen gepleegd in de vernietigingskampen. Hoe moeten wij denken over al die verschrikkingen die toen hebben plaatsgevonden? Hoe moeten we denken over de verschrikking van onze tijd?Want met het einde van de Tweede Wereldoorlog is er geen einde gekomen aan de verschrikkingen. Lees er de krant maar op na. Het is ontstellend wat plaats vindt.

Maar naast deze vragen kunnen wijzelf of onze geliefden getroffen worden door zaken die heel moeilijk te verwerken zijn. Er valt te denken aan een ernstige ziekte die tot de dood voert of een dodelijk ongeval waardoor een geliefde uit het leven wordt weggenomen of het proces van dementie. Hoe verhouden zich deze zaken met zondag 10 van de Heidelberger Catechismus waarin beleden wordt dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijze en drank, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede, en alle dingen, niet bij geval, maar van Zijn Vaderlijke hand ons toekomen?

De Bijbel

In het bestek van dit artikel kan lang niet alles aan de orde komen wat de Bijbel over God en het lijden zegt. De Bijbel laat ons zien dat het lijden zijn oorsprong heeft in de zondeval. Het wordt terecht gezegd: waren er geen zonden, dan waren er geen wonden. De Heere komt met Zijn oordelen over bozen en goddelozen. Maar Gods hand is niet alleen in het lijden van de ongelovigen, die de afgoden dienen, maar Gods hand is ook in het lijden van Zijn kinderen, die Hem mogen vrezen. We denken hierbij aan Job. Gods Woord getuigt van hem dat hij oprecht en vroom was, godvrezende en wijkende van het kwaad. Hij raakte toch al zijn bezittingen kwijt op één dag. Ook al zijn kinderen werden op diezelfde dag van zijn zijde weggenomen. Dan mag Job een heerlijke belijdenis uitspreken: “De HEERE heeft gegeven en de HEERE heeft genomen; de Naam des HEREN zij geloofd.” (Job 1:21) Job mag de Hand des Heeren zien in al datgene wat is gebeurd. De satan heeft in dit alles een plaats onder God. Onder de toelating van God kon de satan veel doen met Job. We lezen immers in Job 1:12 “En de HEERE zeide tot den satan: Zie, al wat hij heeft, zij in uw hand; alleen aan hem strek uw hand niet uit.” De Heere stelde aan de satan een grens. Verder dan die grens kon de satan niet gaan. Wat de satan doet in het leven van een mensenkind, gaat niet buiten God om. De satan is aan God onderworpen. De duivel kreeg en krijgt een bepaalde ruimte om verwoestingen aan te richten op deze aarde onder Gods toelating.

We lezen in het schatboek: “De ganse Schrift schrijft het bestraffen van de goddelozen, alsook de beproevingen en martelingen van de godzaligen, met eenparige stem, toe aan de krachtige wil van God, Jes. 45:7. ‘Ik formeer het licht en schep de duisternis; Ik maak den vrede en schep het kwaad, Ik, de HEERE, doe al deze dingen’, en Amos 3:6 ‘Zal er een kwaad (n.l. der straf) in de stad zijn, dat de HEERE niet doet?”’

Soms legt de Bijbel duidelijk verband tussen zonde en ziekte. Bij Mirjam zien we dat de Heere een ziekte zendt vanwege haar zonde. Zij wordt tijdelijk met melaatsheid gestraft omdat zij niet de juiste plaats innam. Ook bij Gehazi zien we dit. Hij wordt gestraft met melaatsheid vanwege zijn zonde.

Als het volk Israel van de Heere en Zijn dienst afwijkt, als het de heidense afgoden dient, komt de Heere met Zijn oordelen over het volk. Uiteindelijk wordt het volk in de ballingschap weggevoerd vanwege de vele zonden en overtredingen waarin het volk is doorgegaan ondanks de vele ernstige waarschuwingen die klonken uit de mond van de profeten.

De Catechismus

In Zondag 10 van de Heidelberger Catechismus wordt duidelijk beleden dat de Heere over alle dingen regeert. Gods kinderen hebben in blijdschap en verdriet, in vreugde in smart, in voorspoed en tegenspoed met Gods Vaderlijke hand te maken. Er staat in zondag 10 “niet bij geval”. Er is vanuit God gezien geen toeval. Er gaat niets buiten de Heere om. Dit houdt in dat alles wordt bestuurd en geleid door de Heere. Ursinus geeft daar in het schatboek een mooi voorbeeld van. “Men moet niet denken, dat God de wereld geschapen heeft, zoals een reder het schip maakt, dat hij, als het klaar is, aan de stuurman aflevert om het te besturen. Nee, maar men moet vast en zonder enige twijfel geloven, dat zo min als alle dingen er geweest zouden zijn, als God ze niet geschapen had, ze ook maar een ogenblik zouden kunnen blijven bestaan, indien God ze niet door Zijn voorzienigheid regeerde en onderhield. Op dit punt kan de leer der schepping niet recht verstaan worden, tenzij de leer van de voorzienigheid daar bijgevoegd wordt.” Hij heeft niet alleen de teugels van het wereldbestuur in handen, maar Hij regeert ook in het persoonlijke leven. Als het over lijden gaat in het Nieuwe Testament is het trouwens opmerkelijk dat er niet zoveel gesproken wordt over de zaken die verwoord worden in zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus. Het gaat dan veelmeer over vervolgingen en verdrukkingen die de volgelingen van Christus zullen ondervinden. Gods Woord zegt dat een dienstknecht niet meerder is dan zijn heer, Johannes 15:20. “Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren.” Christus heeft vervolging ondervonden, dat zal ook het deel van Zijn dienstknechten zijn We lezen in 2 Tim. 3:12 “En ook allen die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden.”

Bedoeling

In een lezenswaardig artikel van dr. A.N. Hendriks “God en ons lijden” in de bundel “Groeien in kennis” (met als ondertitel: Thema’s uit de geloofsleer) worden meerdere antwoorden geformuleerd. Het is een goede zaak daar kennis van te nemen. Daarom geven we ze aan u door.

De Heere gebruikt het lijden om aan zonden te ontdekken. Hierbij valt te denken aan Psalm 32 waarin wordt beschreven hoe de Heere David aan zijn bedreven kwaad heeft bekend gemaakt door een diepe en smartelijke weg.

Ook gebruikt de Heere leed om De zonde te bestraffen. Hierbij valt te denken aan de zonde van de volkstelling door David.

Het leed kan ook een middel zijn tot beproeving In het leed treedt de echtheid van het ware zaligmakende geloof aan het licht. In 1 Petrus 1: 6 en 7 wordt dit beschreven: “In Welken gij u verheugt, nu een weinig tijds (zo het nodig is) bedroefd zijnde door menigerlei verzoekingen: Opdat de beproeving uws geloofs, die veel kostelijker is dan van het goud, hetwelk vergaat en door het vuur beproefd wordt, bevonden worde te zijn tot lof en eer en heerlijkheid, in de openbaring van Jezus Christus.”

Lijden kan ook dienen tot verootmoediging. We lezen van de apostel Paulus dat een engel des satans hem met vuisten sloeg opdat hij zich niet zou verheffen. Leed wordt ook door de Heere gebruikt tot verheerlijking van Zijn Naam. Als de blindgeborene wordt genezen wordt de Heere daarin verheerlijkt.

Lijden heeft ook tot doel anderen beter te kunnen troosten. Wie zelf wonden heeft kan gemakkelijker de wonden van anderen begrijpen dan iemand die zelf helemaal geen wonden heeft.

Lijden kan dienstbaar zijn aan De voorgang van het Evangelie. De eerste christenvervolging die beschreven wordt in het boek Handelingen is juist dienstbaar aan de uitbreiding van het Koninkrijk van God in de omliggende landen. Juist zij die verdreven werden over de omringende landen verkondigden daar het Evangelie. De vervolgers hebben die vervolging ten kwade gedacht, zij hebben er niet de uitbreiding van Gods Koninkrijk mee bedoeld, maar de Heere heeft het ten goede gedacht. Juist door die vervolging werd het Woord van God te meer bekend gemaakt.

Onze houding

Als er leed in het leven komt kan het zijn dat een bepaalde zonde hieraan ten grondslag ligt. Het is mogelijk dat de Heere ons aan een bepaald kwaad wil ontdekken, net zoals beschreven is in Psalm 32 uit het leven van David. Er is dus zelfonderzoek nodig. We lezen in het schatboek van Ursinus de volgende regels: ‘En daarom behoren wij in tegenspoed onze vroegere levenswijze, ondank en ongehoorzaamheid aan Gods Wet wel te overwegen, door welke gebreken God genoodzaakt wordt ons een kruis op te leggen, opdat wij ons bijtijds zouden bekeren, en met de wereld niet verdoemd worden (1 Kor. 11:22).”

Aan de andere kant moeten we in dit opzicht ook voorzichtig zijn. Niet alle leed en verdriet mag in verband gebracht worden met persoonlijke zonden en overtredingen. De Heere Jezus heeft wat dit betreft immers heel duidelijke taal gesproken tegenover de discipelen in Johannes 9: 2 en 3. “En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Rabbi, wie heeft er gezondigd, deze of zijn ouders, dat hij blind zou geboren worden? Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders, maar dit is geschied opdat de werken Gods in hem zouden geopenbaard worden.” Er viel dus geen speciale zonde aan te wijzen in het leven van de blindgeborene of van zijn ouders, maar de Heere zou de blindgeborene genezen tot eer van Zijn Naam.

In alle nood, leed en verdriet mag het hart voor de Heere worden uitgestort. Alle zorgen en vragen mogen Hem bekend worden gemaakt. De Heere roept daartoe zelfs op in Zijn Woord: “stort ulieder hart uit voor Zijn aangezicht.” (Psalm 62:9m). In het gebed mag het leed aan de Heere worden voorgelegd. Het is een rijke troost voor Gods kinderen dat de Heere met hen zal zijn al de dagen tot de voleinding der wereld. Dat betreft ook de dagen van leed en verdriet. Dat zijn ook de dagen waarin Gods kind zoveel vragen heeft over de leiding van God in zijn of haar leven. Juist onder moeilijke omstandigheden wil de Heere onderwijs geven vanuit Zijn Woord door de toepassende werking van Zijn Geest. Heeft het wel eens kracht gedaan in uw hart en leven: “Dit weet ik, dat God met mij is?” Dat kan alleen vanuit het volbrachte Borgwerk van Christus. Hij is van God verlaten geweest opdat Hij het zou verwerven dat Gods kinderen Gods nabijheid zouden ervaren in het leven, zelfs onder de moeilijkste omstandigheden. Alle dingen in het leven van Gods kinderen moeten en zullen medewerken ten goede. Soms schikt Gods Vaderlijke hand heel moeilijke dingen toe, die veel vragen oproepen. De Heere geeft in tegenspoed geduld, in voorspoed dankbaarheid en wat de toekomst betreft vertrouwen. De Heere geeft kracht om te dragen wat Hij oplegt. Het komt niet aan op begrijpen van alles wat de Heere doet in het leven, maar wel op vertrouwen dat toch goed is wat de Heere doet. Het mag ook overdacht worden dat het lijden van deze tegenwoordige tijd niet is te waarderen tegen de heerlijkheid die geopenbaard zal worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's

GOD EN HET LIJDEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's