Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PROFETIE EN TONGENTAAL (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PROFETIE EN TONGENTAAL (1)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vanuit de Pinksterbeweging zijn er de laatste honderd jaar vragen op tafel gelegd naar de bijzondere werkingen van de Heilige Geest. In de gereformeerde traditie is men altijd terughoudend geweest ten aanzien van de bijzondere werkingen van de Heilige Geest. De Reformatie heeft krachtig stelling genomen tegen de uitwassen van de doperse radicalen. Ook in het puritanisme en in de Nadere Reformatie was men voorzichtig ten aanzien van buitengewone verschijnselen van de Heilige Geest. De vraag kan gesteld worden of dit al of niet terecht is. Beslissend is de vraag wat de Schrift zegt over profetie en tongentaal.

Profetie in het Oude Testament

Oude en Nieuwe Testament vormen een eenheid. Het is dan ook een goede zaak eerst te bezien wat het Oude Testament over profetie te vermelden heeft om dan te gaan zien naar de gegevens van het Nieuwe Testament. De schrijver, dr. W. van Vlastuin, gaat er van uit dat de profetie in het Nieuwe Testament niet wezenlijk anders is dan de profetie in het Oude Testament.

Wat is profetie eigenlijk? De Heere spreekt door middel van de profeten tot het volk. Hierbij valt te denken aan het spreken van Mozes bij de wetgeving vanaf de berg Sinaï. De Heere spreekt eerst en dan spreekt de profeet. Het gaat dan om onmiddellijke openbaringen. De Heilige Geest geeft die openbaringen aan de profeet. Dit gebeurt vaak door dromen en gezichten. We lezen regelmatig in de Bijbel dat een profeet Gods Woord heeft gezien. De profeet, bijvoorbeeld Samuël, wordt een ziener genoemd. In de openbaring tot de profeten spreekt de Heere tot Zijn volk. De profeten zijn zich er van bewust dat zij Gods woorden spreken. De profeten spreken met Goddelijk gezag. Zij zeggen: “Alzo spreekt de HEERE”. Wat de profeten zeggen gebeurt. Gods woorden vallen niet ter aarde. De Heere vervult Zijn beloften en doet Zijn oordelen komen. Bij Nathan zien wij dat deze eerst zijn eigen gedachten geeft over de tempelbouw. Hij vindt het een goed idee. Maar in de nacht openbaarde de Heere Zijn eigenlijke wil. David mag geen tempel bouwen.

Wat was nu eigenlijk de inhoud van de oudtestamentische profetie? Wanneer wij aan profetie denken, denken we te veel en te eenzijdig aan het voorspellen van de toekomst. Het voorzeggen van toekomstige gebeurtenissen behoort wel tot de profetie, maar de profetie gaat er niet in op. Er behoort meer tot de profetie. De profeten komen op voor het recht van God, zij eisen naleving van de wet van God, gehoorzaamheid aan de geboden van God en veroordelen het overtreden van Gods geboden. De profeten waarschuwen tegen zelfverzekerdheid. Profeten willen de wet van God uitleggen en handhaven. Zij waarschuwen tegen afgoderij en uitbuiting. Als een profeet niet getrouw zijn werk doet, zal het bloed van het volk van zijn hand geëist worden. Op blz. 25 wordt de omschrijving van Calvijn geciteerd:”Over het ambt van de profeten zou veel gezegd en verhandeld kunnen worden, maar geen enkele samenvatting bevalt mij beter dan wanneer we de profeten als een verlengstuk van de wet zien, waarin zij hun onderricht, als rivieren uit een bron hebben afgeleid.” De profeten voegen niets aan de wet toe, maar ze passen de wet toe op hun eigen situatie. De profeten profeteren ook van het heil in Christus. Zij overstijgen dus hun eigen tijd.

Er zijn ware en valse profeten geweest. De valse profeet spreekt niet het woord van God, maar de taal van zijn eigen hart. Onder valse profeten vallen bijvoorbeeld profeten van de Baal, maar er zijn ook valse profeten die zeiden dat zij in de Naam des Heeren profeteerden. Soms spreken valse profeten een halve waarheid. Maar een halve waarheid is een hele leugen. Valse profeten proberen mensen gerust te stellen en hen te behagen. Zij spreken van heil al worden Gods geboden verlaten. De oproep tot bekering klinkt niet. Zij doen zelf zonden en bevorderen het kwaad.

De ware profeet is vaak eenzaam, het kost veel om profeet te zijn. De ware profeet huivert vanwege de boodschap die hij moet doorgeven. Zonder roeping is het onmogelijk profeet te zijn.

Wat de voortgang van de profetie onder Israel betreft valt het volgende op te merken: de aartsvaders kregen profetische openbaringen, bij Mozes werd het instituut van de profeet ingesteld en na de dagen van Samuël begon de profetie voluit te functioneren. We lezen van profetenscholen.

In Christus komt alle profetie tot vervulling en bestemming (Hebr. 1:1). God openbaart Zich definitief in Zijn Zoon. In de mens Jezus ontmoeten we de eeuwige God.

Profetie in het Nieuwe Testament

De vraag is of er verschil is tussen de profetie in het Oude en in het Nieuwe Testament. Petrus verbindt de profeet Joel met de profeterende zonen en dochters. We lezen niets van een verschil. Lukas maakt ook geen verschil tussen de profetie in het Oude en in het Nieuwe Testament. Er is geen sprake van profetie met een lagere waarde of met een minder gezag. In het Nieuwe Testament wordt het gezag van de oudtestamentische profeten volmondig erkend. Men hield Johannes voor een profeet. De Samaritaanse vrouw erkende Jezus als Profeet omdat Hij haar alles gezegd had wat zij gedaan had (Joh. 4:19). In het Nieuwe Testament zag men iemand als profeet wanneer hij sprak met gezag namens God, als hij bovennatuurlijke kennis had en als zijn boodschap door wonderen werd bevestigd. Veel profetieën uit het Oude Testament werden vervuld in Jezus.

We lezen in Hand. 11 over de profeet Agabus die afkomstig was uit de gemeente van Jeruzalem. Hij openbaart door de Geest dat er een grote hongersnood zal komen. Dat is ook uitgekomen in de tijd van keizer Claudius. De woorden van Agabus zijn de woorden van de Geest. Ook profeteert Agabus dat de Joden Paulus zullen binden te Jeruzalem en zullen overleveren aan de heidenen. Profetie is een rechtstreeks door God geïnspireerde verkondiging. Aan de profeet worden dingen geopenbaard die anderen niet zien. De apostelen profeteerden op de Pinksterdag. Petrus verkondigde op die wijze Christus vanuit het Oude Testament. Zowel de oudtestamentische profetie als de nieuwtestamentische profetie is een openbaring van God.

Pinksteren is een eenmalig heilsfeit: de verheerlijkte Christus heeft Zijn Geest uitgezonden. In het boek Handelingen lezen we dat bij het doorbreken van grenzen tekenen en wonderen plaatsvinden. Nog binnen het boek Handelingen zien we dat het aantal tekenen en wonderen afneemt. Op blz. 60 lezen we dat het einde van het apostolaat (het ambt van de apostelen) samenhangt met het einde van de profetie. Apostelen en profeten hebben een grondleggende functie gehad voor de kerk van alle tijden.

Er is grote overeenstemming tussen de profetie van het Oude en van het Nieuwe Testament. Ook de nieuwtestamentische profetie is onfeilbaar en heeft goddelijk gezag.

Profetie in de Gereformeerde traditie

Luther wees geestdrijverij af, de Geest mag niet los worden gemaakt van het Woord. De Schrift en de uiterlijke prediking mogen niet veracht worden. Calvijn leert ons veel over de Heilige Geest en Zijn werk. Ook Calvijn streed tegen de dopersen. Calvijn laat een grote terughoudendheid zien ten aanzien van de gaven van de Geest. Sinds de afsluiting van de canon, hebben we genoeg aan de inhoud van de Bijbel en zijn er geen nieuwe openbaringen meer. Calvijn zegt dat het van de duivel is meer te willen weten dan Gods Woord ons openbaart. Als Calvijn spreekt over de gave van de profetie dan bedoelt hij de gave om het Woord te verstaan en uit te leggen (blz. 71). Ook ziet hij de gave van de voorspelling.

In de Heidelberger Catechismus komt naar voren dat iedere christen een profeet is. De christen is gezalfd tot profeet, priester en koning. De gelovige heeft geestelijke kennis van God en Zijn Zoon. De catechismus wijst in zondag 12 niet naar de gave van de profetie. De Catechismus noemt het belijden een vorm van profeteren.

Er zijn verschillende pogingen gedaan om de “profetie” een plaats te geven in het kerkelijke leven. De auteur verwijst naar Luther, Bullinger en Zwingli. Zwingli organiseerde in Zürich openbare bijeenkomsten voor Bijbelstudie. Elke morgen en elke middag werd er in het koor van de Domkerk een schriftgedelete gelezen. Een predikant gaf uitleg van de Schrift en er konden vragen over de leer worden gesteld. Ook In Genève komen we dit tegen vanaf 1536. Predikanten legden bij toerbeurt een schriftgedeelte uit en eenvoudige gelovigen konden hierbij vragen stellen. Ook Bucer deed dit in Straatsburg.

In Londen ontwikkelde zich na 1550 een profetie in de vorm van een openbare Bijbelstudie. In de Wezelse artikelen van 1568 wordt over profeten gesproken die tot taak hadden de Schrift uit te leggen. Vaak werd systematisch een Bijbelboek behandeld. Eigenlijk was dit een vorm van prediking. Korte tijd later vergaderde men in Emden over de kerkorde. Dan worden de profeten niet meer genoemd. Ook in de tijd van de afscheiding heeft men zich wel beroepen op de gave van de profetie om oefenaars, lekenpredikers, te laten voorgaan in de uitleg en toepassing van Gods Woord.

De puriteinen hebben profetie ook wel verstaan als prediking die moet doordringen in de geest van de hoorders. De prediker die door de Geest wordt geleid, krijgt de gave om het Woord direct in de gegeven situatie toe te passen.

Ook de profetie als voorzegging had een plaats. Alexander Peden heeft veel voorspellingen gedaan die uitkwamen. Peden zat ruim vierjaar gevangen op Bas Rock, een eilandje niet ver van de kust van Edinburgh. Hij werd door een jong meisje op zondagmorgen uitgelachen. Peden voorzegde haar dat haar lachen zou vergaan. Ze werd door een hevige windvlaag in zee geworpen. Toen een soldaat hem bespotte en zei dat hij door de duivel bezeten was, verklaarde Peden dat de soldaat zich zou bekeren van deze dwaasheid. Deze soldaat kwam in diepe overtuigingen van zonde en werd tot de kennis van de Heere Jezus Christus geleid (blz. 83). Ook Brakel schrijft erover in de Redelijke Godsdienst, maar hij geeft er geen grote plaats aan. Brakel verstaat de eigenlijke profetie als het verstaan en verkondigen van Gods Woord. De profetie als voorzegging ontkent hij niet. Maar hij zegt wel dat een christen niets mist als hij geen dromen en openbaringen aangaande de toekomst heeft. Het voorzeggen van de toekomst is van een andere orde dan de profeten die we in de Schrift tegenkomen (blz. 85).

Tot in de 20e eeuw toe zijn er verschillende openbaringen over toekomstige gebeurtenissen bekend. Zo voelde Potappel aan dat er iets vreselijks zou gebeuren vlak voor de watersnood van 1953. Hij verdronk toen het huis waarin hij verbleef omver werd geworpen. Zo is er van predikanten bekend dat zij zeiden dat mannen uit een bepaalde plaats terug zouden keren na de tweede wereldoorlog. Dat is ook gebeurd. Deze profetische inzichten komen op uit de verborgen omgang met de Heere.

Op blz. 91 vinden we de volgende evaluatie: “In de gereformeerde traditie is diep besef van het geheimenis van de Heilige Geest. Hij werkt in het geheel van Zijn schepping. Hij geeft christenen inzicht in Zijn Woord en ook de gave om dat uit te dragen. Wij zijn er te klein voor om het grote geheimenis van de Geest en Zijn werkingen te bevatten. De Geest is soeverein en tegelijk is het de Geest van het Woord. Deze spanning herkennen we in de historie in de spanning tussen de ambtelijke structuren en het ambt van alle gelovigen. Men heeft het buitengewone niet willen ontkennen, maar onderwijl wilde men de gewone orde bewaren. In die gewone orde van de bediening van het Woord zijn we verlegen om de buitengewone kracht van de Heilige Geest.

Bovendien hebben sommige kinderen van God een bijzonder charisma om in de toekomst te blikken. We spreken van een profetisch charisma, maar we kunnen het niet vereenzelvigen met de profetie in het Oude of het Nieuwe Testament. We kunnen niet zeggen dat dit de gave is die de kerk nodig heeft. Het heeft voor ons niet dat gezag dat het profetische Woord heeft. Ook hier functioneert het onderscheid tussen inspiratie en illuminatie. De kerk is verlegen om een fris bad van de illuminatie door de Heilige Geest.”

In een volgend artikel willen we nader ingaan op “tongentaai.”

N.a.v. Dr. W. van Vtastuin, Profetie en tongentaai, paperback, 757 blz.,13,50, Uitgave Den Hertog, Houten, ISBN 90-331-2016-x. Hersteld

Hervormde studies deel 2. Ondertitel: De gaven van de Geest en de gereformeerde traditie.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juli 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's

PROFETIE EN TONGENTAAL (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juli 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's