DE BEKERING (5)

Uitstel van bekering

Boston schrijft dat het uitstel van bekering zijn tienduizenden doodt. Boston gaat hierbij uit van Spreuken 6:10 en 11 “Een weinig slapens, een weinig sluimerens.een weinig handvouwens, al nederliggende; zo zal uw armoede u overkomen als een wandelaar, en uw gebrek als een gewapend man.” Hier worden mensen getekend die lui zijn als het gaat om de eeuwige belangen. De luie zondaar hunkert naar uitstel. Hoewel hij zich in een toestand bevindt waarin hij niet zou durven sterven, wil hij de bekering toch uitstellen. We lezen op blz. 157 “Hij is helemaal niet van plan om nooit wakker te worden of zich nooit te bekeren, maar hij wil er alleen niet aan denken om het nu te doen.” De luiaard denkt er niet aan dat zijn leven maar kort is vergeleken met de eeuwigheid. De luiaard verlangt naar slaap of sluimering of een weinig handvouwens al nederliggende.

Uitstel is gevaarlijk, vooral als het gaat om eeuwige zaken. Het gevolg van uitstel is dat de mens ten onder gaat. De tekst spreekt over armoede en gebrek. De luiaard is dwazer dan de mieren die voorraad aanleggen in de zomer voordat de winter komt.

De levenstijd is de zomertijd, de dood betekent het begin van de wintertijd. Voor de luiaard komt de ondergang snel dichterbij, vaak voordat hij zich ervan bewust is.

De liefde tot de luiheid brengt de eeuwige ondergang.

Er zijn mensen die niet besloten hebben zich nooit te bekeren of zich nooit in te spannen voor de zaligheid, maar zij willen het alleen nu niet doen, zij willen het uitstellen.

Oorzaken van uitstel

De satan wil dat de zondaar de bekering uitstelt. Zo stelde Felix de bekering uit. We lezen in Hand. 24 dat Felix zeer bevreesd werd toen Paulus sprak over rechtvaardigheid, matigheid en het toekomende oordeel. Want hij zei tot Paulus: Voor ditmaal ga heen; en als ik gelegenen tijd zal hebben bekomen, zo zal ik u tot mij roepen. De satan wil een mens wijs maken dat het te vroeg is om zich te bekeren of dat het daarvoor te laat is.

Ook de zorgen van de wereld veroorzaken uitstel van de bekering. De zorgvuldigheden van dit leven, de rijkdom van deze wereld en de wellusten van het vlees brengen uitstel met zich mee. De duivel gunt een mens geen tijd om rustig na te denken over de dingen van de eeuwigheid. Zij hebben zoveel aan hun hoofd, dat zij daar niet aan toe komen. De duivel jaagt een mens door het leven heen. Wie heeft het niet druk in onze tijd? We worden voortgejaagd door dit leven totdat de levensdraad wordt afgesneden. Mag u tijd nemen voor het ene nodige? Mag u tijd nemen om Gods Woord te lezen, te overdenken, te bemediteren?

De gevallen mens houdt van vleselijk gemak. Hij wil niet werken, strijden en worstelen.

Uit liefde tot de zonden wordt de bekering uitgesteld. Zonden zijn te vergelijken met goede vrienden, waar de zondaar geen afscheid van wil nemen.

De zondaar heeft een afkeer van heiligheid. Ook dat is een oorzaak van uitstel van de bekering. Door uitstel wordt bekering niet makkelijker. De zonde krijgt hoe langer hoe meer kracht en het wordt des te moeilijker ertegen te gaan strijden.

Uitstel van bekering wordt ook veroorzaakt door de gedachte dat er nog tijd genoeg komt om zich te bekeren. De rijke man dacht ook dat hij nog vele jaren kreeg, maar hij beleefde niet eens meer de volgende dag. Hoop op een lang leven heeft veel mensen naar de ondergang gebracht.

Soms wordt gedacht dat het een gemakkelijke zaak is zich te bekeren, wat tot uitstel lijdt. Als het immers zo gemakkelijk is, hoef je er geen haast mee te maken.

De Bijbel spreekt echter over een enge poort en over een smalle weg. De rechtvaardige wordt nauwelijks zalig. Vanuit God is het zeker en vast, maar in de beleving van de mens is het inderdaad een enge poort en een smalle weg.

Het Woord van God staat niet toe dat de bekering wordt uitgesteld. Uitstel lijdt onherroepelijk tot de ondergang. Van nature liggen we onder Gods toorn. Het is heel gevaarlijk te blijven leven onder Gods toorn. Niemand is zo dwaas in een huis te blijven dat op instorten staat. Maar velen zijn wel zo dwaas om voort te leven in vijandschap met God. Elke zonde die gedaan wordt versterkt de vijandschap tegen God. Er is maar één stap tussen zo’n mens en de dood. Mensen die hun bekering uitstellen zijn zelfver- nietigers, zelfmoordenaars. Zij zijn in die zin overtreders van het gebod: Gij zult niet doodslaan. Er zijn veel mensen die besloten hebben om zich te bekeren, maar de dood wachtte niet totdat zij er de tijd voor namen. De satan probeert zo veel mogelijk redenen voor uitstel voor te spiegelen. Elk nieuw uitstel brengt immers dichter bij de eeuwige ondergang. Mensen die het Evangelie horen en de bekering uitstellen zijn te beklagen. Zij zijn te vergelijken met mensen die op sterven liggen. De arts biedt hun een geneesmiddel aan, maar zij stellen het innemen ervan uit. Mensen die de bekering uitstellen kennen de waarde van hun kostbare ziel niet. Wat baat het een mens zo hij de gehele wereld gewint en lijdt schade zijner ziel? Ook kennen zij de waarde van Christus niet. Tevens kennen zij de waarde van de kostbare tijd niet. De tijd wordt immers verspild. Het gewicht van de toorn van God kennen zij niet. Het wordt niet beseft hoe vreselijk het is te vallen in de handen van de levende God. Zij zien niet hoe haastig de ondergang nadert. Zij zijn als mensen die slapen in een lek schip. Zij zien niet hoe dichtbij de vernietiging kan zijn. De mensen uit de tijd van Noach zagen dat ook niet en zijn omgekomen.

Uitstel bij Gods kinderen

Er is sprake van overblijvende luiheid in het leven van Gods kinderen. Er wordt lang niet altijd geleefd in de beoefening van het geloof. Door traagheid wordt bekering hiervan uitgesteld. Denk aan de bruid uit het Hooglied die de Bruidegom aan de deur liet staan. Er kan sprake zijn van een toegeven aan boezemzonden waardoor de gemeenschap met God verhinderd wordt. Dat doet veel schade aan de ziel. We lezen op blz. 176 “Zij nemen zich dan ook vaak voor om het mes op de keel van die zonden te zetten, maar trekken hun hand steeds weer terug.” Soms wordt het doen van plichten uitgesteld. Soms is er te weinig voorbereiding op de eeuwigheid. Ook de wijze maagden gingen sluimeren en vielen in slaap. Zo komt er in geestelijk opzicht armoede en gebrek. De luie ziel zal honger lijden. Het gebed zinkt in. Het geestelijke leven kwijnt. Gods Woord lijkt al minder te spreken. De prediking laat steeds minder na. Er dient gestreden te worden tegen de zonden. Dagelijkse bekering is nodig. De ziel die in Christus is, zal zeker zalig gemaakt worden, maar als door vuur heen.

Jonge zondaren

Jullie leven onder de toorn van God en toch blijven jullie in Sodom. Je stelt je bekering uit en gaat door in de zonden. Waarom stel je de bekering uit? Je denkt misschien dat je nog tijd genoeg hebt. Of denk je dat bekering bij oude mensen hoort? Het is niet zo dat jongeren meer vrijheid hebben om te zondigen dan ouderen. God zal om alle dingen in het gericht doen komen. Je zult rekenschap moeten afleggen van je woorden en daden. Je weet niet of je oud zult worden. Op het kerkhof liggen ook veel jonge mensen. Wie heeft er recht op jou? Wie heeft er recht op je jeugd en op je kracht? Dat is de Heere. Hij zegt het in Zijn Woord: En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap. Satan wil je in zijn greep houden. God eist de eerste en de beste vruchten, het eerste van je dagen. Het eerste en beste mag niet toegewijd worden aan de zonden en de satan. Als je de Heere jong mag dienen bewaart dat voor veel wroeging over begane zonden. De harten van jonge mensen worden het gemakkelijkst bewogen. Zij zitten nog niet zo vast in de zonde als oude zondaren. Wie jong bekeerd wordt, kan de Heere lang dienen in het leven. God beveelt je je direct te bekeren. Wie dit uitstelt, brengt zijn ziel in gevaar. Het is onzeker wanneer je levensdraad wordt afgesneden. Geloof de satan niet die zegt dat er geen plezier in de godsdienst is. We lezen op blz. 183 “Er is een zoetheid in de godsdienst die duizend keer meer te waarderen is boven alle plezier en ijdelheden die de jeugd trekt.”;

Middelbare leeftijd

Waarom stelt u uw bekering uit? Waarom houdt u zich er niet mee bezig waar u zult zijn in de eeuwigheid? Waarom bereidt u zich niet voor op de eeuwigheid? Hebt u het te druk? Hebt u er nu geen tijd voor? U weet niet of u oud zult worden. U weet niet of u morgen wakker zult worden. Waarom vindt u de dingen van deze wereld belangrijker dan de eeuwigheid? Het heden der genade kan zo voorbij zijn. Wordt het niet hoog tijd u druk te maken over de dingen van de eeuwigheid? Vindt u de wereld belangrijker dan Christus? U hebt uw jeugd doorgebracht in de ijdelheid. Hoe lang denkt u nog te wachten met de bekering? Wilt u pas afstand nemen van zonden als u ze niet meer bedrijven kunt? Het is onzeker, maar neem eens aan dat u oud zult worden. Weinig oude mensen komen tot bekering. Boston zegt dat het heel zeldzaam is. Hij schrijft dat zij die onder het Evangelie leven en hun beste dagen doorbrengen in de zonden en vervreemding van de godsdienst, gewoonlijk geplaagd worden met hardheid van hart wanneer zij oud worden (blz. 185). Toen u jong was, stelde u de bekering uit tot u op middelbare leeftijd gekomen zou zijn. Nu u van middelbare leeftijd bent, wilt u opnieuw uitstellen. Stel niet langer uit. Heden zo gij Zijn stem hoort. Misschien werpt u tegen dat de moordenaar aan het einde van zijn leven aan het kruis bekeerd werd. Dat is waar. Maar wat gebeurde er met die andere moordenaar? Die ging voort in zijn onbekeerlijkheid. Hij stierf zoals hij geleefd had. We denken te weinig aan die tweede moordenaar die voor eeuwig verloren ging.

Oude mensen

Waarom stelt u de bekering uit? Wacht u tot het sterfbed? Hebt u niet lang genoeg de wil van het vlees gedaan? Hoeveel roepstemmen zijn er al tot u gekomen? Hoe lang hebt u de prediking al gehoord? U hebt heel uw leven de satan gehoorzaamd, de zonde gedaan en de wereld gediend. Bent u niet bang dat de Heere in uw verderf zal lachen? Het is onzeker of u een ziekbed of sterfbed zult krijgen. Het kan plotseling eeuwigheid zijn. In een ogenblik kan de levensdraad worden afgesneden. Als u een ziekbed krijgt kan dat ziekbed zoveel smart met zich meebrengen dat u niet kunt denken aan de eeuwige dingen. Het kan ook zijn dat uw denkvermogen bij het klimmen der jaren zodanig vermindert dat u niet meer kunt denken over de dingen van de eeuwigheid. Boston schrijft ingrijpende woorden op blz. 188 “Zult u het keren tot God uitstellen, totdat u niet meer in staat bent uzelf, zonder hulp van anderen, in uw bed om te keren? Zult u het bestormen van de hemel uitstellen, totdat uw kracht vergaan is? Zult u wachten om tot God te roepen, totdat u niet meer in staat bent om twee zinnen achter elkaar uit te spreken? Zult u het uitstellen om u voor te bereiden op de dood, totdat hij aan uw bed staat?

Ernstige aansporing

Boston spoort alle mensen aan de bekering niet langer uit te stellen. Het uitstellen van bekering is spotten met God en jezelf bedriegen. Ook zegt Boston duidelijk dat een mens zich niet kan bekeren. Het is Gods gave, die Hij geeft wanneer Hij wil. Er is een tijd waarin de Heere gevonden wil worden,maar ook een tijd wanneer Hij niet gevonden kan worden. “Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan terwijl Hij nabij is”(Jesaja 55:6). De dood maakt onherroepelijk een einde aan de genadetijd. Voor sommigen komt er in dit leven al een einde aan de genadetijd, omdat zij zich verharden.

Ook al zou u zeker weten dat u oud zult worden, dan is het toch een zondige en schandelijke zaak de bekering uit te stellen. Het goddelijk geduld mag niet misbruikt worden, omdat de Heere veel geduld heeft.

Bedenk dat de tijd kort is en dat het werk van de bekering een veelomvattend werk is. Het verzet tegen de bekering vanuit het zondige hart is ook sterk Denk daar niet gering over. De duivel, de wereld en het zondige vlees bieden tegenstand.

Het leven is heel onzeker. Er is niets onzekerder dan het leven en niets zekerder dan de dood. We weten niet hoe het morgen zal zijn.

Misschien onderschrijft u dat de bekering noodzakelijk is. Maar wanneer zult u zich bekeren? God eist nu de bekering. Misbruik de tijd en de kracht niet langer die de Heere u geeft. Joodse geleerden zeggen dat u één dag voor uw dood tot God terug moet keren. Maar dan moet er bij gevoegd worden: keer vandaag terug, want het kan zijn dat u morgen zult sterven.

Hoe langer u de bekering uitstelt, hoe moeilijker het wordt. De zonden worden steeds sterker. U gaat al verder bij God vandaan. Hoe langer er gewacht wordt met de bekering, hoe meer de zonden toenemen. De duivel krijgt al meer macht. Het hart wordt harder. Het geheugen wordt blinder, de wil perverser en de genegenheden vieselijker.

We lezen op blz. 191 “Het uitstel van een ogenblik kan een eeuwig verlies met zich meebrengen, omdat u niet weet welk moment uw laatste ogenblik kan zijn.

God beveelt u zich direct te bekeren (Hebr. 4:7). Daarom is het op uw eigen risico, als u nog langer uitstelt."

N.a.v. Berouw, Thomas Boston, gebonden, 312 blz., € 21,90, Uitgeverij De Banier, Utrecht, ISBN 978-90336-0725-7.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen