Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Enige vragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Enige vragen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Fijn dat ik een stapeltje vragen heb; ik zal proberen er weer een paar tegelijk te beantwoorden. Sommige vragen zal ik combineren. De vraagsteller zal zijn vraag in ieder geval wel herkennen, ook als ik die met een andere vraag combineer.

In de eerste plaats is er een vraag of Davids zoon Absalom nu kinderen had of niet. We lezen immers van hem in 2 Sam. 18:18 dat hij in het koningsdal voor zichzelf een pilaar had opgericht ter zijner nagedachtenis: Ik heb immers geen zoon om aan mijn naam te doen gedenken, had hij gezegd. De pilaar werd Absaloms hand genoemd.

Maar hoe zit het dan met 2 Sam. 14:27? Daar lezen wij immers: Ook werden Absalom drie zonen geboren en een dochter, welker naam was Thamar; deze was een vrouw, schoon van aanzien.

Er is alles voor te zeggen dat Absalom zijn drie zoontje weer vroeg verloren heeft. Hun namen worden zelfs niet genoemd, terwijl dat toch met zijn dochter wel het geval is, met zelfs een beschrijving erbij van haar uiterlijk. Dat is natuurlijk erg geweest voor vader Absalom. Veel goed heeft het in zijn leven echter niet uitgewerkt helaas. Je ziet dat je de ernstigste dingen kunt meemaken en toch dezelfde blijven! Misschien heeft het verlies van zijn kinderen hem wel verhard en verbitterd. Jammer dat hij de God van zijn vader niet persoonlijk kende. We weten hoe het met hem afgelopen is. Het gedenkteken dat hij voor zichzelf oprichtte getuigde bepaald niet van ootmoed. Als we hem zien bungelen in die eik, denken we onwillekeurig aan het bekende Bijbelwoord: wie zichzelf verhoogt, zal vernederd worden; maar wie zichzelf mag vernederen onder Gods hand, die zal verhoogd en gezegend worden! Laten we er lessen uit trekken. David heeft geen hoop voor Absalom gehad.

Dan iets heel anders, namelijk enige vragen over leesdiensten en verkiezingen van ambtsdragers. Het is goed als een leesdienst aangeduid wordt als Dienst des Woords. We hebben lezen, wordt wel gezegd. Dat klinkt minderwaardig. Wat wordt er immers gelezen? Een predikatie immers? Gods Woord mag toch weer klinken? Sommige kerkenraden bevestigen dit beeld soms onbewust, namelijk als de preeklezende ouderling achter de katheder blijft staan en de kansel niet beklimt: die is dan voor de dominee! Laat de ouderling gerust de kansel beklimmen, hij pleegt er echt geen heiligschennis mee. Per slot van rekening bekleedt hij ook nog eens het regeerambt; hij staat niet onder de dominee! Maar goed, de vraag was of het spreken van ‘leesdienst’ niet minderwaardig klinkt, en daar ben ik het mee eens. Het is voluit Dienst des Woords.

Mag een ouderling de tekst van de preek wijzigen? Als het een bescheiden ouderling is, die ter verduidelijking een lange zin in tweeën knipt bijvoorbeeld, is er niets op tegen. Maar de ouderling die van de gelegenheid gebruik maakt om eigen gedachten en ideeën naar voren te brengen, en het doet voorkomen dat het alles uit de pen van de preekschrijver vloeide, is verkeerd bezig. Een spontane opmerking tussendoor, ach, waarom niet? Het is altijd fijn te merken dat de ouderling die de preek leest zelf door de preek wordt gegrepen.

Ook is er de vraag of een ouderling de versjes mag wijzigen. Natuurlijk mag dat. Maar niet als de ouderling (en de dominee hoede zieh daar ook voor) bepaalde versjes laat zingen om de aandacht op zichzelf te vestigen. Als de dominee vijandschap proeft, is de verleiding groot, om daar langs een omweg wat van te zeggen of om zijn ongenoegen daarover te demonstreren in het laten zingen van bepaalde versjes, die gaan over de vijandschap jegens Gods volk. Dat is niet de voetstappen van de Meester drukken! Ook is er een vraag of het wel juist is dat een broeder der gemeente, nadat hij op een ledenvergadering gekozen is, de gemeente gaat bedanken daarvoor. Nu, het is heel netjes als iemand bedankt voor het in hem gestelde vertrouwen, zou ik zeggen. Verder zou ik er maar niets achter zoeken. Maar hij hoeft dat natuurlijk niet te doen, dat ben ik wel met de vraagsteller eens. Als hij het persoonlijk maar een wonder vindt, dat de Heere hem roept tot het ambt. Dan zal in ieder geval de Heere daarvoor gedankt worden.

Er zijn ook wel vragen over situaties die spelen in bepaalde gemeenten in ons kerkverband. Ik denk dat het beter is dat ik daar per brief op inga, en niet in ons blad. Wel kan ik zeggen dat het aktie voeren in de gemeente een zaak is, waarop heel kennelijk Gods ongenoegen rust. Wie het over bepaalde dingen niet eens is in de gemeente, zoeke de Heere en niet een groep van mensen om je heen. Zalig zijn de vreedzamen, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2008

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Enige vragen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2008

Bewaar het pand | 12 Pagina's