Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waar is ons kind?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waar is ons kind?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een reactie op een reactie.

”Ds. Kempeneers heeft over een gevoelig onderwerp geschreven. Ik meen dat de weg die hij wijst een goede, bijbelse weg is. Ze is geheel in de lijn van de Dordtse vaderen. (…) Ik wens dit boekje in de handen van velen. Vooral van bedroefde ouders. Opdat ze zullen ervaren dat bij de Heere milde handen en vriendelijke ogen van eeuwigheid zijn.” Deze woorden waren midden vorig jaar te lezen in de kolommen van ons blad. Ze maakten onderdeel uit van een bespreking van mijn hand van het boekje van ds. M A Kempeneers “Waar is ons kind?” Zoals bekend bevat dat boekje een pastorale verhandeling rond het overlijden van jonge kinderen.

Ook in De Saambinder, het wekelijkse orgaan van de Gereformeerde Gemeenten, is aan het geschrift van ds. Kempeneers aandacht gegeven. Dat gebeurde onlangs zelfs in zes uitvoerige artikelen. De schrijver is ds. A. Schot te Nunspeet. De conclusie die deze recensent trekt, is een andere dan de mijne. Aan het slot van zijn laatste bijdrage schrijft hij: “Mij bekruipt bij het lezen van dit boekje het gevoel dat de grens der verborgen dingen wordt overschreden. (…) Ons past grote voorzichtigheid. Daarom blijven er bij mij persoonlijke en pastorale vragen na het lezen van dit boekje.”

Het is het goed recht van deze ‘gergem-dominee’ om een kritische - en op diverse punten afwijzende - reactie op een boekje als dit te geven. Toch levert de wijze waarop hij dat heeft gedaan bij mijzelf en bij anderen flink wat vragen op. Zelfs ben ik ervan overtuigd dat hij aan ds. Kempeneers en aan diens intentie geen recht heeft gedaan. In het vorige nummer van Bewaar het Pand besteedde ds. P. Roos een breed artikel aan de recensie van ds. Schot. Zijn reactie, in een waardige en evenwichtige toon gesteld, sneed naar mijn indruk hout. Hij liet blijken de bedoeling van ds. Kempeneers goed begrepen te hebben. Die verdedigde hij ook. Tegelijkertijd probeerde hij zich ook in de bezwaren van ds. Schot in te leven. Hij trok zelfs, zo voelde ik dat aan, een extra mijl met hem op. Uiteindelijk probeerde hij beide visies met elkaar te verbinden.

Omdat ikzelf achter ds. Kempeneers’ boekje ben gaan staan, zou ik aan de bijdrage van ds. Roos graag nog enkele overwegingen willen toevoegen.

conclusies

Waar spreken we over? Over het antwoord op de vraag: “Waar is ons jonggestorven kind?” Dat is een tere vraag. Ouders die deze vraag stellen, voelen niet alleen het verdriet om het sterven van hun kind. Maar ze tobben daarnaast met de prangende vraag naarde eeuwige staat van hun gestorven kindje. Volgens ds. Kempeneers geeft de Bijbel deze lijn aan: “al zijn ze strafwaardig vanwege de erfzonde, het verbond mag voor de jonggestorven verbondskinderen als genoegzaam voor hun zaligheid geacht worden.” Deze overtuiging stemt overeen met de gedachten van de meeste oude schrijvers. De contraremonstrantse dominees uit 1611 zeggen hierover: ”Voor Gods uitverkoren kinderen zijn te houden, niet alleen de volwassenen die in Christus geloven, maar ook de kinderen van het verbond, zolang zij in hun daden het tegendeel niet bewijzen. Daarom hebben gelovige ouders, wanneer hun kinderen in hun kindsheid komen te sterven, geen oorzaak om aan de zaligheid van hun kinderen te twijfelen” [43], In deze lijn hebben ook de vaderen van de Nationale Dordtse Synode zich uitgesproken. Zie hiervoor Dordtse Leerregels I, 17. Dit is de lijn die ook ds. Kempeneers in zijn boekje trekt. Deze interpretatie van de Bijbel op dit punt heeft dus oude papieren. Godzalige theologen hebben deze troost persoonlijk ervaren en ze ook als Gods getuigenis gepreekt. Omdat volgens hen de Heere ons dat in Zijn Woord heeft bekend gemaakt.

Wie deze lijn weerspreken wil, mag dat gerust doen. Maar die moet wel weten waar hij aan begint. De bijbelse en theologische gronden van een tegengestelde visie zullen toch wel aangewezen moeten worden. Maar daarvan is in al die zes artikelen geen zweem te bespeuren. Ook de eigen visie, inclusief de eigen interpretatie van de belijdenis, ontbreekt geheel. Ds. Schot kiest een andere methode. Het is de methodiek van de snijtafel. In zijn zes grote artikelen fileert hij het boekje waar hij maar kan. Al suggererend en concluderend worden er dingen uitvergroot, daarmee tot gevolgtrekkingen komend die overduidelijk zo niet bedoeld zijn. En behoudens enkele lovende woorden is het een onwelwillende en onbillijke bespreking geworden, die de dominee van Elburg ongetwijfeld diep heeft geraakt.

Maar niet alleen hem. Want niet iedereen binnen de Gereformeerde Gemeenten is het met deze gang van zaken eens. ‘Zo behandel je een broeder niet’, aldus een collega-predikant. Bovendien werkt deze recensie in de Gereformeerde Gemeenten ook verwarrend. Ik weet van een aantal predikanten dat ze het boekje in hun gemeente hebben aanbevolen en besproken. Iemand zei: “Het heeft vruchten afgeworpen en troost gebracht.” Ik weet dat ds. Kempeneers over zijn boekje lezingen heeft gegeven voor De Vluchtheuvel, de stichting voor sociaal-maatschappelijk werk van de Gereformeerde Gemeenten, voor Gereformeerde Gemeente-scholen heeft hij gesproken, etc. Al deze mensen worden door De Saambinder in de kou gezet. Want er wordt wel kritiek gegeven, maar een bijbels, confessioneel en kerkhistorisch gefundeerd alternatief wordt niet gegeven.

Daarenboven: het is een verwijtbare lacune dat ds. Schot de oudvaders totaal onbesproken laat. Terwijl ds. Kempeneers weergeeft dat hij zich juist door uitspraken van oudvaders in deze materie is gaan verdiepen en onderzoek heeft gedaan naar de betekenis van DL I, 17. De vaderen waren zo ruim en zo troostvol in hun spreken. En ze wezen zo zuiver het vaste verbond Gods als grond voor de troost aan. Maar ds. Schot gaat hier totaal aan voorbij. Hij stelt veel vragen aan ds. Kempeneers. Diezelfde vragen stelt hij in feite ook aan de belijdenis en aan de oudvaders. Het antwoord erop blijft hij echter schuldig.

motief

Wat is de drijfveer van ds. Schot geweest om zijn Veluwse collega op deze wijze af te serveren?, nota bene een broeder die een kwartiertje rijden van hem af woont, direct bereikbaar voor een collegiaal gesprek… Wat was het motief? Me dunkt nog steeds en weer opnieuw het vijanddenken dat koste wat kost in stand moet blijven. Het hoge woord moet er maar uit: de zogenaamde drie-verbondenleer. Wat uit christelijke gereformeerde hoek komt, al heet het dan Bewaar het Pand, is bij voorbaat verdacht. En het kost kennelijk weinig moeite om met dit in het achterhoofd selectief te lezen en te beoordelen. De stok ligt al gereed. Al meerdere keren bleek het. En nu opnieuw.

Ik zal de eerste zijn - en ik sprak het eerder uit - die erkent dat er binnen onze kerken een verbonds-automatistische lijn te constateren is. Het is met pijn gezegd. Ik zal ook de eerste zijn die durft uit te spreken dat een bepaald functioneren van de aangehangen verbondsvisie daaraan mede debet is. Ongetwijfeld. Helaas. Maar dat laat onverlet dat publicaties uit onze kerken aan niets meer en minder dan aan Schrift en belijdenis dienen te worden getoetst, onbevooroordeeld. En deze toets kan het boekje van ds. Kempeneers zeker doorstaan. Gevoegd daarbij de tere en zeer betrokken toon waarin het is gesteld. Dat alles had een heel andere bespreking moeten opleveren. Mag ik het in de richting van de Gereformeerde Gemeenten vragen: ga niet bij voorbaat uit van een onschriftuurlijk verbondsoptimisme. Lees het niet waar het niet staat…

Gevraagd naar een weergave van zijn verbondsvisie zal ds. Schot ongetwijfeld wijzen op het boek van de 18e-eeuwer Thomas Boston Het Verbond der genade, de klassieke weergave van de zogenaamde twee-verbondenleer. Het is een geschrift waaraan ook ik me zeer verbonden weet; hetzelfde geldt ongetwijfeld van ds. Kempeneers. De theologische visie van deze Schotse prediker stond echter een ruime opvatting aangaande de troost uit Gods verbond niet in de weg. Daarin was hij voor zichzelf en voor anderen mild en ruim. Hij dacht groot van Gods genade.

Thomas Boston - samen met zijn chronisch depressieve vrouw heeft hij ontzaglijk huiselijk leed moeten ervaren. Zes van hun kinderen moesten ze vroegtijdig naar het graf dragen. Het was een smartelijke weg voor deze ouders, maar ook een weg van troost, zo lees ik in Bostons levensgeschiedenis. Waar aan ontleenden Boston en zijn vrouw deze troost? Hij heeft er vrijmoedig getuigenis van afgelegd: aan het vaste verbond Gods. Na het sterven van zijn kleine Katharine, nog maar acht maanden oud, schreef hij: ”Ik heb nooit eerder dan toen zulk een troostelijk gezicht gehad op de beschikking van God over onze kinderen. Ik zag dat de Heere vrij is in het handelen met onze kinderen, anders dan tot onze ti/delijke troost. Hij nam het grootste deel van mijn kinderen tot Zich in hun kindsheid, zodat zij niet tevergeefs in de wereld gebracht zijn. Ik zag redenen de Heere te danken, dat ik vader was gemaakt van zes kinderen, die nu in het graf liggen en in het bezit waarvan ik mij slechts een korte tijd mocht verheugen. Maar niemand van hen is verloren gegaan. Ik zal ze allen weerzien in de dag der opstanding. Die zin in het verbond ‘en uws zaads God’ was mij zoet.”

In hetgenadeverbond vond Boston, ook met betrekking tot zijn kinderen, troost en vastheid. Zo kon hij ook andere gelovige ouders tot troost zijn. Zo was zijn theologie, zo was zijn leven, zo was zijn pastoraat. Er is nog veel van te leren…

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 2008

Bewaar het pand | 16 Pagina's

Waar is ons kind?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 2008

Bewaar het pand | 16 Pagina's