Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenrubriek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenrubriek

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jeftha

Aan vragen (gelukkig) geen gebrek! Maar dan de antwoorden nog! Degene die de vragenrubriek mag verzorgen is niet iemand die op elke vraag op stel en sprong een pasklaar antwoord heeft. Net zo min als een dominee een preek uit zijn mouw kan schudden, kan hij de hem gestelde vragen per omgaande beantwoorden. De vraag wordt serieus genomen, ook de vraag over baarden en snorren, die een volgende keer aan de orde komt.

Maar deze keer heb ik het een keer gemakkelijk. Niet omdat de vraag eenvoudig is, maar omdat ik ergens een duidelijk antwoord heb gevonden. Ik zal u straks vertellen waar.

De vraag luidt als volgt: “Vanavond lazen wij aan tafel de geschiedenis van Jeftha en zijn dochter (Richteren 11). Zeer aangrijpend. Toch blijf je met enkele vragen zitten. Is ze nu geofferd of niet? Matthew Henry geeft verschillende mogelijkheden. De Heere had mensenoffers toch verboden? En waarom liet de Heere haar nu als eerste Jeftha tegemoet komen na de strijd? Wat heeft deze geschiedenis ons te leren?”

De geschiedenis is ons (als het goed is) bekend. Jeftha, door de Heere gezalfd met Zijn Geest, gaat vol moed het vijandelijke leger van de Ammonieten tegemoet. Maar eerst legt hij een gelofte af. Hij belooft de Heere bij een veilige terugkeer een offer te brengen. Als we letten op de inhoud van die gelofte kunnen we gerust zeggen dat hij die gelofte welgemeend en in liefde tot de Heere heeft afgelegd. Van dergelijke geloften lezen we wel meer in de bijbel. Een gelofte is meer dan een goed voornemen, maar het is wel erg als het bij een voornemen blijft! De gelofte wordt immers aan de Héére gedaan! Dat Jeftha dat beseft heeft blijkt uit het verloop van de geschiedenis.

Als Gods nabijheid wordt ervaren en de liefde tot Hem gesmaakt, dan legt een mens geloften af. Wat is de Heere in ons oog dan dienenswaardig! Nee, een dergelijke gelofte is dan niet het stellen van een voorwaarde: Heere, als U mij helpt, dan zal ik. Wie zo spreekt wordt ook gedreven door de liefde, maar het is eigenliefde! Wie voorwaarden stelt is rechthebbend. Maar dat was Jakob niet, toen hij in Bethel een gelofte aflegde. Hij was vervuld van het wonder dat de Heere nog naar hem had omgezien. En ook Jeftha was verwonderd en blij, toen de Geest des Heeren op hem kwam. Vandaar die gelofte.

Je moet echter wel nadenken, ook als je hart vervuld is van het wonder. En dat heeft Jeftha niet gedaan. Hij belooft God immers dat de eerste die hem na de overwinning uit zijn woonhuis tegemoet zal treden, aan de Heere tot een brandoffer geofferd zal worden’? Hij heeft hier niet aan een dier, maar aan een mens gedacht. Hoewel een gezin uit mijn eerste gemeente het heeft meegemaakt, dat er bij thuiskomst uit de kerk een koebeest uit de woonkamer kwam wandelen, zal dat tot de uitzonderingen behoren! Jeftha heeft het over de voordeur van zijn huis. Die deur wordt door mensen gebruikt en niet door dieren.

Maar wist Jeftha dan niet dat een mensenoffer de Heere hoogst onwelbehagelijk is? Ja, dat zal hij geweten hebben. We moeten er daarom van uitgaan dat, als hij spreekt van het offeren van een brandoffer, hij bedoelt de eerste de beste die hem tegemoet treedt, aan de Heere te wijden, af te zonderen voor de dienst des Heeren. Wellicht heeft hij aan een knecht of dienstmeid gedacht en niet zo gauw, of helemaal niet, aan zijn dochter, zijn enig kind.

Ik vind dit een heel bevredigende verklaring. En hoewel ik van plan was om pas aan het einde van dit artikel te zeggen waar ik dit antwoord vandaan heb, doe ik het toch nu maar, ook al om hen die nog twijfelen over de brug te halen: Vorig jaar verscheen er een verklaring van het bijbelboek Richteren van de hand van onze ds. P. den Butter (ik laat het ds voor zijn naam staan). Wie zijn boek(en) nog niet heeft, schafte ze onverwijld aan.

De schrik en ontreddering die zich van Jeftha meester maakt, als hij ziet dat zijn dochter hem als eerste tegemoet treedt om haar blijdschap over de door God geschonken overwinning te uiten, is groot. En ik denk niet zozeer omdat het om zijn eigen, lieve en enige dochter gaat, maar omdat hij hierin Gods hand ziet! God wist immers van zijn gelofte af? Nu bestuurt God het zo dat het uitgerekend zijn enig kind is, die hij aan de Heere wijden moet. Niet voor een tijdje, maar finaal en totaal, zoals dat gaat met een brandoffer, voor haar hele verdere leven. Haar leven zal nu anders gaan dan zij wellicht gedacht en gedroomd had. Zij mag geen man trouwen en geen moeder worden. Zij zal er voor de Heere zijn!

Mooi wordt in het bovengenoemde boek beschreven dat Jeftha's dochter zich gewillig overgeeft aan de Heere, al voordat zij hoort wat vaders gelofte nu precies inhield, maar zeker als zij alles te weten komt Het enige wat zij nog vraagt is om zich enige tijd met haar vriendinnen terug te trekken om “haar maagdom te bewenen”. Niet haar dood op een altaar dus, maar haar maagdom gaat zij bewenen. De wijding aan de Heere zal inhouden dat zij er voor Hem alleen zal zijn en daarom niet een andere weg, zeker niet de weg van trouwen en kinderen krijgen zal gaan. Haar leven zal totaal veranderen.

Als echte vader heeft Jeftha dit natuurlijk heel vervelend gevonden. Maar hij blijft bij zijn gelofte. En zijn dochter onderwerpt zich gewillig. Als hij zijn gelofte niet betaald had, had hij zeker Gods ongenoegen ervaren. Nu mag hij en ook zijn dochter Gods gunst en goedheid ondervinden. En die gunst sterkt meer dan de uitgezochtste spijze. Gods gunst is welriekende balsem en verzachtende zalf in diepe wonden. Het is als zoete honing aan een bittere roede.

En ze zal ervaren hebben wat Psalm 4 zegt: Gij hebt m'in ’t hart meer vreugd gegeven, dan and'ren smaken in een tijd, als zij door aards geluk verheven, bij koorn en most wellustig leven, in hunnen overvloed verblijd!

Deze daad van opoffering en zelfverloochening werd jaarlijks door Israels jonge vrouwen bezongen; vat zo het “aanspreken” uit vers 40 op. Konden zij haar bij haar leven natuurlijk nog wel aanspreken, later kon dat natuurlijk niet meer.

Ook wij mogen zelfverloochening wel bezingen! Het is geen vrucht van eigen akker. Het is een teken van Gods macht, Die het hart van de mens neigt om zijn oude natuur te doden, deze wereld te verlaten en in een nieuw godzalig leven te wandelen.

Al leert deze geschiedenis mij natuurlijk ook, om te waken voor onbezonnenheid. Liever gezegd: om te bidden dat de Heere je in alle opzichten bewaren wil voor jezelf En ook mogen we wel bedenken dat de opofferende liefde van Jeftha's dochter nog niets is vergeleken bij die van de Heiland. Hij wijdde Zich geheel en al en volmaakt aan Zijn Vader. Hij deed dit plaatsbekledend. Zo verwierf Hij het kleed der gerechtigheid dat Hij om mijn naakte schouders werpt. En ziet God mij aan alsof ik zelf in alle delen een Hem toegewijd leven leid.

Jeftha wordt in Hebr. 11 onder de geloofshelden gerekend. Voor mij had zijn dochter ook wel genoemd mogen worden. Zij heeft er nooit spijt van gekregen. Ja sterker nog, zij is dat leven nog niet moe! Kunt u er soms ook zo'n zin in krijgen, om Hem nu geheel en al toe te behoren, volmaakt, zonder zonde? Want wat komt er hier nu van terecht!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 2009

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Vragenrubriek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 2009

Bewaar het pand | 12 Pagina's