Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambtelijke praktijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambtelijke praktijk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

IN DE HOOP DES EEUWIGEN LEVENS

Titus 1:2 (2a)

Waarom?

Dit schrijven van Paulus kan een vraag oproepen. Hoe dienen we zijn uitspraak te zien in verband met wat hij schreef in vers 7? Daar heeft hij het over zijn slaaf- zijn van God en het apostel- zijn van Jezus Christus. Als antwoord op de vraag geeft Calvijn in zijn commentaar het volgende. De vervulling van Paulus’ taak opgedragen door God de Heere en Christus moet geschieden vanwege de hoop op het eeuwige leven. Calvijn voegt eraan toe: Want bij de overdenking van het hemelse leven begint zowel de ware religie als de beoefening van de Godsvrucht. Net als tegen de Colossenzen gezegd is (Coll. 1:5) dat de hoop die in de hemelen is weggelegd gezien moet worden als de oorzaak van geloof en liefde. Daarom moet een goed leraar zich altijd dit tot taak stellen dat hij mensen uit de wereld weggevoerd bekeert tot het opzien naar de hemel. Ik erken weliswaar dat de eer Gods ons meer waard moet zijn dan onze zaligheid Ik zeg slechts dat nooit de mensen in waarheid God zoeken indien zij niet vertrouwen Hem te bereiken. En dat zij daarom nooit hun aandacht op de godsvrucht richten tenzij onderricht aangaande de hoop op het eeuwige leven. Laten we als ambtsdragers dit meenemen in het onderwijs. Want de hoop staat niet los van het gericht zijn op het eeuwige leven. In dat licht moet het steeds gezien worden. Waarom dit moet gebeuren, komt omdat er een tweeërlei gedachte kan zijn als het gaat over de hoop in betrekking tot het eeuwige leven.

De Bijbelse hoop

De uitdrukking in de hoop des eeuwigen levens wordt geplaatst op een rouwkaart of in een rouwadvertentie. Aangenomen kan worden dat men met een bepaalde bedoeling het woord van Paulus heeft overgenomen. Op zich is het niet verkeerd. Als men maar niet uit onzekerheid, denkend aan het heengaan van een geliefde, de tekst gebruikt. Het is zeker een tere zaak waar we bij stil staan. Echter er moet wel aan de Heilige Schrift recht gedaan worden. Hoop is in de Bijbel geen onzekere zaak, maar juist een vaste zekerheid. Bij elke gebruikte tekst moet men weten waar de tekst van spreekt of op wijst. Nu dient onthouden te worden dat het gebruik van een tekst geen eis is. In de mededeling van het overlijden mag de Naam van de Heere niet ontbreken. Voorts laat niemand menen dat in het ontbreken van een tekst een oordeel over de overledene wordt uitgesproken, bij welke besluitvorming ook geldt. Een ieder zij in zijn gemoed ten volle verzekerd. In de wandelgang kan ook gemakkelijk gezegd worden of persoonlijk gedacht: we zullen maar hopen dat het goed komt. Vandaar dat het voor het pastorale werk van belang kan zijn dat we enkele Bijbelse lijnen trekken. De Bijbel is het enige Boek dat aangeeft en er op wijst dat hoop geen onzekere zaak is. In het Oude Testament geeft de sprekende, handelende Jehovah hoop op Zichzelf en Zijn daden. In opdracht van de Heere wordt door de profeten erop gewezen dat allen beschaamd uitkomen die hun hoop en hun vertrouwen stellen op eigengerechtigheid, zelfvertrouwen on rijkdom. Op mensen, op politieke machten, op afgoden of op de tempel. Men wordt zelfs vervloekt. Zij die hun vertrouwen in alles en voor alles op de Heere stellen worden gezegend. Nu en in de toekomst (Jeremia 17: 5-8). In het Nieuwe Testament wordt duidelijk aangegeven dat de hoop vrucht is van de arbeid van Christus. Zij wordt geschonken aan allen die in Jezus Christus al hun heil en zaligheid zoeken en hebben. Petrus heeft het over het wedergeboren zijn tot een levende hoop door de opstanding van Jezus Christus uit de doden. Tot een onverderfelijke erfenis die in de hemelen bewaard is voor u (1 Petrus 1: 3 en 4). Jezus Christus Zelf wordt door de apostel Paulus genoemd: de Hoop der heerlijkheid (Coloss. 1:27). Hij heeft het ook in hetzelfde hoofdstuk over een hoop die weggelegd is in de hemelen (Coloss 1:5). Het wezenlijke van de hoop is dus gericht op de zalige verschijning der heerlijkheid van de grote God en de Zaligmaker Jezus Christus (Titus 2:13). Nu staat de hoop die bijzonder uitziet naar het toekomende leven niet los van het geloof. Het geloof is zelfs het fundament waarop de hoop rust. Met nadruk zegt Paulus: het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt en een bewijs der zaken die men niet ziet (Hebr. 1:1). De hoop beschaamt niet omdat de liefde in het hart is uitgestort door de Heilige Geest Die gegeven is (Rom. 5:5). Men zegt weleens hoop doet leven! De Bijbelse hoop leidt tot leven, houdt in leven, sterkt in het leven, geeft uitzicht en doorzicht op wat komt. Het gebeurt omdat de Heere de Onderhouder en Instandhouder is van geloof, hoop en liefde. Hij geeft ook crediet op Zichzelf. Door het geloof in de Heere klemt men zich vast aan de Heere en aan Zijn gesproken woord. De belijdenis is bekend: ik hoop in al mijn klachten op Zijn onfeilbaar Woord. We zijn meditatief bezig. Maar daar gaat het heen wanneer gedacht wordt aan het geloofsleven. Aan de grond en zo het leven van de hoop. Die grond is voor Paulus gelijk een rots in de branding. Wat er tegen aan komt, die rots is onvernietigbaar. Vanaf de schepping staat hij.

Grond voor de hoop

De Heere Zelf is de grond voor de hoop. God de Heere heeft daarvoor Zichzelf bekendgemaakt. God de Heere heeft gesproken. Zijn spreken is waar! Met overtuiging zegt Paulus dat de belovende God niet kan liegen, verkeerd spreken, ondoordacht spreken, ontkennend spreken. Dit alles kan de Heere niet. Zijn ‘eigen’ is oprechtheid. Waarheid. Gelijk Jezus als de Zoon van God zegt: Ik ben de Waarheid. Vandaar dat God de Heere alleen de waarheid spreekt. Welk een tegenstelling is er met mensen. Hoe hun aard of karakter is wordt in het Woord van de Heere aangegeven. Er is liegen, bedriegen, veinzen en ontkennen. Wie zo handelt mag zich wel bedenken dat het negende gebod er staat en waar wordt. Maar de Heere is een Waarmaker van Zijn Woord. Hij vervult Zijn beloften. Het kan lang duren. Maar uitstel en zo afstel is er bij de Heere niet. Die waarheid ligt vast in Zijn onfeilbaar Woord. Zo ook wat gezegd is in betrekking tot wat in de toekomst zal gebeuren.

Zekere toekomst

De Heere leidt heel Zijn werk heen tot een Hem verheerlijkend einde. De eeuwige gelukzaligheid. De herscheppende daad zal laten zien de voltooiing van het heilswerk des Heeren God de Heere zal alles zijn in allen. Wat in Openbaringen beschreven staat geschiedt. Daar staat de Heere Zelf voor in. Nu wil Paulus daar op wijzen dat de hoop daarop gericht zal zijn. Titus, ook jouw werk dient de toekomst. Wat een steun in het strijdperk. ’s Heeren dienstwerk is gericht op wat komt en waarop gehoopt mag worden. Het is een groot wonder dat ’s Heeren dienaren mogen meewerken aan de volle glorie des Heeren. Ook daarvoor wordt men geplaatst in de dienst van de Heere. En dat een hoopje stof door de Heere ergens op de wereld gevonden. Zo zag Calvijn de Heere in Zijn daad. Opgezocht en geleid. Zeggen we hierop amen? Het is een kenmerk van ’s Heeren dienaren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juni 2009

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Ambtelijke praktijk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juni 2009

Bewaar het pand | 12 Pagina's