Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

NIET UITGESCHAKELD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

NIET UITGESCHAKELD

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Titus 2: 3 en 4

Ouderen zijn niet uitgeschakeld. Hun gedrag is van betekenis. Het gedrag behoort naar de wil van de Heere te spreken. Zeker bij het ouder worden kunnen er gebreken komen. Veel kan er gaan tanen. Maar als het gaat over het geestelijke leven, dan dienen de normen ervan niet te vervagen. Bijzonder in het Oude Testament worden we op personen gewezen bij wie het heilslicht niet meer zo scheen als voorheen. De levenshouding van een Eli, Salomo en Uzzia zijn daarvan een bewijs. Het niet verlaten worden door de Heere moet bij het ouder worden steeds het gebed zijn. Zo behoren oude mannen een voorbeeld en een helper te zijn. Maar de oudere vrouwen zijn niet uitgeschakeld. Ook hun gedrag moet spreken. Als een christen behoort het leven te zijn. Ze dienen zelfs leraressen van het goede te zijn (vs. 3). Onderwijzeressen van de jonge vrouwen. Niet bedillerig of belerend, maar zij dienen te spreken in de geest van de Spreukendichter die zegt: hoe goed is een woord op zijn tijd (Spr. 15:23). Voor ons is Dachsel in zijn uitleg van betekenis. Een goed woord vindt een goede plaats, een woord op zijn pas is beter dan guldens in de kas. Nu kan de vraag naar voren komen: is wat Paulus opdroeg niet in tegenstelling met wat hij Timotheüs heeft geschreven. Doch ik laat, aldus Paulus, niet toe dat zij lere noch over de man heerse, maar wil dat zij in stilheid zij (1 Tim. 2:12). Wanneer we de teksten 1 Tim 2:12 en Titus 2:4 in hun verband lezen, dan is er geen tegenstelling, wel verschil. In de brief aan Timotheüs gaat het over de ambtelijke bevoegdheid in de gemeenten.

Die heeft een vrouw niet. Het bekleden van een kerkelijk leerambt is verboden. Maar de oudere vrouwen staan niet aan de zijlijn. Ze zijn niet uitgeschakeld,al hebben zij geen plaats meer in het gezin en werkkring.

Taak

Gods Woord wijst op hun taak. Onderwijs geven in de christelijke levenswandel en hoe de houding dient te zijn in het gezin. Hun opstelling mag niet betweterig zijn, maar dient christelijk te zijn. Gedreven door de liefde. Die taak is er ook vandaag. Paulus’ woorden gelden niet slechts voor de tijd van Titus. Is spreken moeilijk? Er is lectuur, goede, verantwoorde lectuur. Daar kan op gewezen worden of gegeven worden. Want allereerst zo schrijft Paulus dienen de jonge vrouwen hun mannen en kinderen lief te hebben. De vrouwen dienen open, oprecht en hartelijk tegenover hun mannen te staan en zo met hen te leven. Liefde tot de kinderen behoort er ook te zijn. De moederliefde mag niet tanen noch minder verdwijnen. Die liefde spreekt niet allereerst in het geven, maar in het hartelijke samenleven en spreken. Deze levenstrek behoort te blijven. Het moet zo zijn: dit is mijn kind. Dit zijn mijn kinderen. In een goed saamhorig gezinsleven behoort het kind ook op te groeien. Een echte moeder zal alles zijn voor het kind. Bijzonder zal er steeds het gebed zijn voor en met het kind of de kinderen. Het getrouwde kind wordt niet vergeten. Vandaag behoren de oudere vrouwen bijzonder de jongeren tot steun te zijn. Want er is veel te doen. Op allerlei terrein. Nimmer mag vergeten worden dat het contact veel kan doen. Weet men het juiste advies of de goede raad niet te geven dan kan gewezen worden op een boekje. Of op een brochure of een artikel in een weekblad. In de verworden Griekse en Romeinse wereld waren er steunpilaren en Paulus wil door zijn schrijven dit stimuleren. Ook nu. We leven immers in een geseculariseerde maatschappij.

In huis

Naar het woord van Paulus dienen de vrouwen ook matig en kuis te zijn. Het huis te bewaren. Goed te zijn (vs. 5). Naast huwelijkstrouw moet er een geordend huishoudelijk leven zijn. Maar de nadelen zijn meer dan de voordelen. Wie de samenleving kent en zo het huiselijk leven, kan er niet op pochen. Het leven als moeder is niet de dagen doorbrengen in een cel of gevangen zitten tussen vier muren. De plaats en taak van de moeder heeft God de Heere gegeven en wat de Heere geeft is goed. Bijzonder voor de ontwikkeling en levensvorming van het kind heeft de Heere de moeder ingeschakeld. Jeugdjaren, waarin sprake was van contacten en meelevendheid kunnen van grote betekenis zijn voor het verdere leven. Laat niemand van de mannen minachtend spreken over de plaats van de vrouw in huis. Laat er meelevendheid en waardering zijn. Bijzonder daar de vrouw het meeste contact heeft met de jongen of het meisje. Het kind moet ook weten hoe vader denkt over moeder en hoe vader de plaats ziet van moeder in huis. Het onderstrepen van haar doen of spreken kan soms zeer belangrijk zijn. Wat Paulus verder schrijft kan de wenkbrauwen doen fronsen. Paulus zegt: de jonge vrouwen moeten hun eigen mannen onderdanig zijn (vs. 5). Het woord onderdanigheid doet denken aan slaafse onderworpenheid. Maar dat staat Paulus niet voor de aandacht. Hij denkt aan de scheppingsstructuur. God de Heere heeft de man geschapen als hoofd van de vrouw. Deze daad van de Heere geeft geen ruimte om te gaan denken aan discriminatie. Discriminatie is er wanneer de man over de vrouw gaat heersen. Die daad is tegen de wil van de Heere en daarom is zij zonde. Er dient ook aan gedacht te worden dat er door de Heere geen gelijkheid is gesteld tussen de man en de vrouw. Maar er is wel gelijkwaardigheid. De vrouw is een waardig persoon. Zo moet zij gezien worden en zo moet met haar omgegaan worden. In gezin en samenleving. Echter, de vrouw mag niet gezien en ook niet beschouwd worden als concurrent van de man. Door de wijsheid van de Heere is het zo gesteld dat er geen twee kapiteins zijn op het gezinsschip. Als dat laatste wel het geval is, gaat het verkeerd. Van het verkeerde is weleens het beeld van chauffeuren gebruikt. Dat kunnen geen twee personen doen. Eén moet het stuur in handen hebben. Eén bepaalt de rijrichting. Eén persoon heeft macht over het stuur. Zo heeft de man als hoofd het stuur van het gezin in handen. Maar het sturen moet wel gebeuren naar de voorschriften in Gods Woord gegeven. Daarbij dient de man zich bewust te zijn dat zijn wil geen absolute wet is. Gelijk er over het ergens heengaan overleg en zelfs gezamenlijk besluit is, zo mag de man niet dominant te werk gaan. Gebeurt dit laatste, dan zijn er de ontsporingen in het gezinsleven. De gezinsverhoudingen kunnen breken met gevolgen naar de toekomst.

Er wordt wat gevraagd Maar de Heere wil het geven. De juiste houding en verhouding tot elkaar, leder keer weer opnieuw. Is er sprake van gebrokenheid, de Heere wil helend en herstellend werken. Door ’s Heeren daad wordt Zijn Naam niet gelasterd (vs. 5) maar geprezen. De Spreukendichter zegt: een vrouw die de Heere vreest die zal geprezen worden (Spr. 31:30). Dit gebeurt bij het leven en zeker na het leven. Haar naam zal niet vergaan. In gemeenten hoort men over haar spreken. Wat de man betreft, daarvan zegt de Psalmist: Welgelukzalig is de man die de HEERE vreest, die groten lust heeft in Zijn geboden, Psalm 112:1. Dit is geen wens maar een werkelijkheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2009

Bewaar het pand | 12 Pagina's

NIET UITGESCHAKELD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2009

Bewaar het pand | 12 Pagina's