Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

JOSAFAT -7

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

JOSAFAT -7

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

2 Koningen 3:7-14

Ahazia, de koning van Israël met wie Josafat plannen had gemaakt om goud te halen uit Ofir, is jong gestorven. Hij is als koning opgevolgd door zijn broer Joram. Omdat na de dood van Jorams vader Achab, het aan Israël onderworpen Moab rebelleerde en weigerde de jaarlijkse schatting nog langer op te brengen, zag Joram het als een van zijn eerste taken om Moab weer aan zich te onderwerpen. Maar kan hij dat tot stand brengen? Is hij daar sterk genoeg voor?

Josafat zegt weer ‘ja’

Al snel ontdekt hij dat hij er verstandig aan zal doen om zich van de steun van een bondgenoot te verzekeren Die steun zoekt hij bij Josafat. Best begrijpelijk dat hij deze keus maakt. In de dagen van zijn vader Achab was Josafat bereid gebleken om diens plannen te steunen. Waarom zou hij dit keer niet bereid zijn? In ieder geval, Josafat wordt uitgenodigd om met Joram deel te nemen aan een strijd tegen Moab.

Het zou kunnen dat een van Jorams overwegingen hierbij is geweest dat Josafat iemand is die de Heere dient. Als hij hem aan zijn kant kan krijgen heeft hij mogelijk ook de Heere aan zijn kant Het zal ongetwijfeld vergeefse moeite zijn van Joram. Josafat zal zeker weigeren. Hij heeft zijn les wel geleerd. Na zijn bondgenootschap met Achab is hij door de Heere ernstig vermaand. Toen hij daarna toch ook een bondgenootschap sloot met Achabs zoon Ahazia, zijn de gemaakte plannen op een fiasco uitgelopen en daar heeft Josafat de hand des Heeren in gezien. Welnu, na die twee keer zal Josafat wel wijzer zijn. En toch... Ja, toch gaat Josafat ook op Jorams voorstel in. Weer zegt hij ‘ja’ en stelt hij zichzelf met zijn leger ter beschikking voor een veldtocht tegen Moab. Alsof de Heere nooit tegen dergelijke verbintenissen gewaarschuwd had.

Wat is dat toch bij Josafat? Heeft hij door middel van bepaalde redeneringen zichzelf overtuigd, dat er met Joram best samen te werken is? Inderdaad, Joram is niet zo goddeloos als zijn vader. Joram houdt zich wel aan de kalverendienst, maar met de Baalsdienst heeft hij gebroken. Is dat niet een belangrijke stap in de goede richting?

Is het ook niet een belangrijke overweging dat Moab beter niet al te sterk kan worden, omdat dit land dan op den duur ook wel eens een bedreiging voor Juda kan gaan worden? En is het ook niet aan te bevelen, dat Juda en Israël zoveel mogelijk samen moeten werken, omdat ze tenslotte broedervolkeren zijn? Heeft Josafat zichzelf met behulp van dit soort redeneringen overtuigd? Wie zal het zeggen?

Eén ding is zeker: Josafat heeft een zeer zwakke trek in zijn karakter. ‘Neen’ zeggen valt hem zwaar. Goedgelovig is hij ook. Veel te goedgelovig. Dat hij snel beslissingen kan nemen is niet zo erg. Maar dat hij belangrijke beslissingen neemt zonder er eerst de Heere in te kennen - dat is wel erg. En we lezen immers nergens dat hij eerst de Heere vraagt wat Hij wil dat hij doen zal.

Langs de zuidelijke route

Joram is ongetwijfeld blij met Josafats toezegging. Uit respect geeft hij zijn oudere collega de gelegenheid om de strategie te bepalen. Josafat mag zeggen langs welke weg ze zullen optrekken. Als Josafat daarop adviseert om langs de zuidelijke route te gaan is Joram het daarmee eens.

Het betekent overigens wel, dat de troepen nu een langere weg zullen moeten afleggen, maar de risico’s zullen minder zijn.

Een bijkomend voordeel is, dat ze langs die zuidelijke route door Edom moeten trekken. Een mooie gelegenheid om Edom ertoe te bewegen mee te doen. Tenslotte heeft Juda sterke invloed op Edom, waar in die tijd geen koning, maar een stadhouder aan het hoofd van de regering staat. Josafat kan zo tegelijk voorkomen dat Edom wel eens het voorbeeld van Moab zou kunnen gaan volgen en in opstand komen.

Of er ook mee gerekend is, dat die zuidelijke route door droog, woestijnachtig gebied voert en dat dit het probleem van de dorst kan opleveren, of dat ze dit niet echt als een probleem getaxeerd hebben - we weten het niet.

Ze gaan op weg. Hoe zal het aflopen? Geeft de Heere Zijn zegen? Is om die zegen gevraagd? Door Joram niet. Door Josafat dan?

Na een lange mars hebben ze de zuidelijke grens van Moab bereikt. En daar krijgen ze met een grote tegenvaller te maken. Het droge seizoen is kennelijk eerder begonnen dan in andere jaren. Ze kunnen geen water vinden. De rivierbeddingen staan droog.

Dit watergebrek veroorzaakt dorst, hevige dorst. Betekent dit het einde van de veldtocht?

Vraag naar het Woord

De verantwoordelijke leiders zitten met de handen in het haar. Dat geldt allereerst voor de koning van Israël. Hoor hem zeggen: ’Ach, dat de Heere deze drie koningen geroepen heeft om die in der Moabieten hand te geven”. De pessimist! Is hij nu al in paniek? Hij zegt in feite, dat God hem en de anderen in de val heeft laten lopen.

In deze moeilijke omstandigheden komt het verschil openbaar tussen Joram en Josafat. De laatste verliest de moed niet. Hij vraagt of er niet ergens een profeet des Heeren is om door hem de Heere om raad te vragen. Hij had dit natuurlijk eerder moeten doen. Zal het nu niet te laat zijn? Josafat kan evenwel niet anders doen. Ook al is het laat, hij moet zijn toevlucht tot de Heere nemen Zijn hoop is er op gericht dat de Heere lankmoedig is. Zo heeft Josafat de Heere toch ook leren kennen? Josafat is immers geen vreemdeling van Gods genade? Hij kent de Heere toch?

Ja, Hij kent de Heere. Er is een band en die band gaat weer trekken. Josafats hart keert zich weer tot God, zijn God, net zoals de kompasnaald zich naar het Noorden richt. Zo gaat dat immers als God een van de Zijnen die was afgedwaald, weer op z’n plaats brengt.

Ja, er blijkt een profeet te zijn. Een van Jorams onderdanen kan vertellen dat de profeet Elisa hier is. Elisa is met de legers mee getrokken. Is dat toevallig? Was Elisa nieuwsgierig? Hij had toch op deze veldtocht niets te zoeken? Laten we ophouden met dit soort vragen. Het enige wat we kunnen zeggen is dat de Heere hem op de een of andere manier duidelijk heeft gemaaklt dat Elisa’s plaats nu bij de legers is. Daar roept God hem en daar heeft Hij kennelijk werk voor hem. Als Josafat hoort van Elisa is hij verheugd. Hij weet genoeg van deze man om te kunnen zeggen dat Gods Woord bij hem is. Bij hem moeten ze dan ook zijn In de aanwezigheid van Elisa ziet Josafat ongetwijfeld een bewijs van Gods bijzondere zorg en daaruit put hij moed.

Op bezoek bij Elisa

Lang overleg is niet nodig. Naar Elisa zullen ze gaan. Met z’n drieën. Ze zijn helemaal vastgelopen en Elisa is de enige die helpen kan.

Aangekomen bij Elisa spreekt deze allereerst de koning van Israël aan. Uiteindelijk is hij de voornaamste leider en de eerst verantwoordelijke. Elisa laat hem duidelijk weten dat hij tegenover hem geen enkele verplichting heeft. Bij andere gelegenheden had Joram Elisa ook niet nodig, omdat hij genoeg had aan zijn eigen profeten. Waarom dan nu niet? Kort en goed stuurt Elisa Joram eigenlijk weg als hij zegt: Ga maar naar de profeten van uw vader en van uw moeder. Zo zet hij Joram op zijn plaats.

Joram schrikt van deze taal. Hij weet niet veel anders te zeggen dan dat hij bang is dat de Heere hen op deze manier in het verderf stort. Niet alleen hem, maar ook Josafat en de koning van Edom. En als Elisa dan niet wil luisteren naar zijn verzoek - dat kan hij nog begrijpen ook - zou hij dan ook niet willen luisteren naar Josafat? Die is immes van een heel andere geest?

Elisa is van de woorden van Joram helemaal niet onder de indruk. Hij ergert zich er aan. Aan zijn verontwaardiging geeft hij uiting met de woorden: ’Zo waarachtig als de Heere der heerscharen leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, zo ik niet het aangezicht van Josafat de koning van Juda opnam, ik zou u niet aanschouwen noch u aanzien’.

Wel, dat is duidelijk! Vooral omdat Elisa deze woorden spreekt onder aanroeping van de naam des Heeren, met een eedsformule Onomwonden zegt hij dat eigenlijk alleen Josafat nog het recht heeft om de Heere te raadplegen. Als Josafat er niet bij zou zijn en als Joram alleen gekomen was, zou Elisa hem geen blik waard keuren. Deze woorden spreekt Elisa dan in het volle bewustzijn dat hij voor Gods aangezicht staat.

Joram geeft geen antwoord. Wat zal hij ook zeggen? Soms is het beter om te zwijgen. Onze mond moet een keer gestopt worden, of niet? Stuurt Elisa de koningen nu weg? Nee, terwille van Josafat is er toch een boodschap van de Heere. Een boodschap van verlossing. De Heere ziet Josafat in genade aan ondanks het feit, dat ook deze van zijn plaats is. De Heere herinnert Zich evenwel, dat er een band is tussen Hem en de koning van Juda. En omdat de Heere getrouw is en blijft, zal Hij Josafat niet begeven en niet verlaten. Ook nu niet.

Hier hebt u het alweer. Hoe vaak komen we het niet tegen in de Schrift? Als een zondaar gered wordt is het uitsluitend te dankan aan de Heere. Het lijkt wel alsof de geschiedenis van Josafat met name hiervoor in de Bijbel staat om ons te leren dat een kind van God inderdaad geneigd is tot hinken en tot zinken, maar dat de Heere getrouw blijft en dat het daarom alleen is dat er nog wat van zo’n mens terecht komt.

Nu de Heere Josafat aanziet mogen ook de anderen delen in de uitkomst die de Heere gaat geven. Hoe vaak zal zoiets al gebeurd zijn, dat ongelovigen en onbekeerden mochten delen in Gods zegeningen die de Heere aan Zijn volk gaf? Ja, een rijke gunst is dat. Maar het is niet genoeg.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 2009

Bewaar het pand | 12 Pagina's

JOSAFAT -7

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 2009

Bewaar het pand | 12 Pagina's