Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Zaligmaker geneest een doofstomme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Zaligmaker geneest een doofstomme

“En Hij maakt, dat de doven horen en de stommen spreken” Markus 7:37b

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er wordt tot de Zaligmaker een dove gebracht, een man die moeilijk spreekt. Deze man is doof geboren of misschien op zeer jonge leeftijd doof geworden, zodat zijn spraak zich niet heeft kunnen ontwikkelen zoals bij een ander. Hij kan niet horen en niet spreken. Het is een wonder wel te kunnen horen en spreken. Als we eerlijk nagaan waar we al naar geluisterd hebben en wat we al gesproken hebben, dan zou het rechtvaardig zijn als we niet meer zouden kunnen horen en spreken. Hebt u daar weleens een levendige indruk van gehad? Herkent u zich in de doofstomme man? In de staat der rechtheid was het horen en spreken van de mens ter ere van God. De mens luisterde naar God en gebruikte zijn stem om God groot te maken en te verheerlijken. Door de zondeval heeft de mens zijn oor gesloten voor het Woord van God en geopend voor het leugenachtige woord van de satan. De gevallen mens spreekt niet meer ter ere van God, maar hij spreekt met smaak over de zonde. In zijn spreken verheerlijkt hij de grootste afgod die er is: het eigen ik. De Zaligmaker geneest de doofstomme. Hij neemt hem alleen, steekt Zijn vingers in zijn oren en gespogen hebbende raakt Hij zijn tong aan. En opwaarts ziende naar de hemel zuchtte Hij en sprak: Effatha, dat is: Word geopend. Zo worden de oren van de doofstomme man geopend en de band van zijn tong wordt losgemaakt; hij kan op de juiste wijze spreken. Hij kan horen en spreken net als ieder ander. De Heere heeft hem volmaakt genezen. Men is zeer getroffen door dit wonder. De profetie van Jesaja 35: 5 en 6a is in vervulling gegaan. Daar staat: “Alsdan zullen der blinden ogen opengedaan worden en der doven oren zullen geopend worden. Alsdan zal de kreupele springen als een hert, en de tong des stommen zal juichen”. De Zaligmaker heeft aan zondaren die alles bedorven hadden, wel gedaan. Dat geldt ook deze man die doofstom was. Hij die doof was, kan nu horen. Hij die stom was, kan nu spreken. De Heere spreekt: Effatha. En niemand kan dat dan keren. Zo werkt Hij onwederstandelijk in het hart en leven van de Zijnen. Hij opent het gesloten oor in de weg van het wonder, Hij ontsluit de gesloten mond eveneens in de weg van het wonder. Voor ons is het de beslissende vraag of wij iets weten van dat wonder in ons eigen hart en leven. Als dat niet zo is en als dit zo blijft, dan zal het luisteren naar de prediking over de wonderen die de Zaligmaker heeft verricht het oordeel verzwaren. Het waarnemen van de wonderen die de Heere ook in onze dagen verricht zal eveneens het oordeel verzwaren. Smeek maar veel of de Heere u wil ontdekken aan uw doofheid en stomheid, opdat u als een arme zondaar om genade mag leren smeken. Velen hebben geen oor voor de waarheid, wel oor voor de taal van de wereld. Er wordt gesproken over allerlei zaken, maar niet over het ene nodige. Zou het geen groot wonder zijn als zulke oren ontsloten, als zulke ogen geopend zouden worden? Wie daar iets van mag kennen, zal dit niet aan zichzelf toeschrijven. Dan zal het beleden mogen worden dat de Heere alles gedaan heeft. Dan is er oor en zal er al meer oor komen voor het Woord van de Heere. Het Woord van God wordt dan heel anders beluisterd als voor die tijd. Door genade mag de mond dan heel anders gaan spreken. De taal van de zelfveroordeling wordt dan vernomen, maar ook woorden ter grootmaking van God. God wordt dan op het hoogst verheerlijkt en de zondaar op het diepst vernederd. Dan leeft in het hart: Wie ben ik dat de Heere naar mij heeft omgezien. Het is evenwel tot smart, droefheid en schuld dat hier het volmaakte niet gevonden wordt. Wat worden er nog veel zondige klanken vernomen. Wat worden er nog veel zondige woorden gesproken. Maar het volmaakte zal eenmaal komen. Eenmaal zal geen spoor van doofheid en stomheid meer te vinden zijn. Het lichaam dat op de jongste dag opgewekt en verheerlijkt zal worden zal een geschikt instrument zijn voor de ziel om de Heere eeuwig en volmaakt te prijzen. Zou u daar niet jaloers op worden? Zou u dat niet zoeken?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 2010

Bewaar het pand | 12 Pagina's

De Zaligmaker geneest een doofstomme

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 2010

Bewaar het pand | 12 Pagina's