Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Steenblok

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Steenblok

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

U zult deze naam de laatste weken meermalen tegengekomen zijn. Er verscheen een boek van P. L. Rouwendal over zijn persoon. Hij stelde daarin dat Dr. Steenblok misschien niet vrij was van autisme. Een merkwaardige constatering over iemand die reeds lang overleden is, waardoor deze stelling elk bewijs mist.

Zijn persoon
Wie was Dr. Steenblok? Voor hen die het niet weten: rond zijn optreden heeft zich de scheuring van 1953 voorgedaan binnen de Geref. Gemeenten. Door deze scheuring ontstonden de Geref. Gemeenten in Nederland (GGiN). De studie van Rouwendal meldt interessante gegevens uit de kerkgeschiedenis. Ds. Kersten was de saambindende figuur in de Geref. Gemeenten (ontstaan vanuit de kruisgemeenten). Hij heeft Steenblok binnengehaald, om een wetenschappelijk en theologisch kader te scheppen binnen de GG. Zodoende werd Steenblok al heel snel docent aan de opleiding. Wat ik niet wist is het feit dat ds.R. Kok (die later vanuit de GG overkwam naar onze kerken) van meetaf zich ook verzette tegen de persoon van Steenblok; hij zag, met anderen, het gevaar in van de opvattingen van Steenblok. Op beslissende momenten lieten zijn medestanders hem echter alleen staan in zijn verzet, zodat het is voorgekomen dat Kok als enige tegen was in een bepaalde stemming over Steenblok. Kok en Steenblok waren de twee tegenpolen binnen de GG. Beide werden zij door de GG gediskwalificeerd. Het lijkt me helder dat de GG zich nu, na zoveel jaren, meer in de lijn van Steenblok bewegen dan in die van Kok. Omdat ik Steenblok vele malen heb horen preken in Gouda, heb ik enige interesse voor de kerkstrijd van die dagen, maar ik wil daar nu niet nader op ingaan omdat niet ieder ermee bekend en dus ermee geïnteresseerd is. Er is wel aanleiding op de verschijning van dit boek in te gaan. Allereerst vanwege het vermoeden van Rouwendal, dat Steenblok autisform was. Dat is destijds nooit vastgesteld, maar hij spreekt een persoonlijk vermoeden uit op grond van sommige kenmerkende karaktertrekken van Steenblok. Hoewel ik het onjuist vind om zulke vermoedens te uiten over mensen die reeds overleden zijn (waardoor die vermoedens nooit nagetrokken kunnen worden), zou het nuttig kunnen zijn voor ons allen, om enig zicht te hebben op die eigenschappen die hier in het geding zijn. Deze eigenschappen zijn waarneembaar in onze tijd in allerlei mensen in het kerkelijke leven. Er is nog een bezwaar tegen de openhartigheid van Rouwendal. De volgelingen van Steenblok binnen de GGiN zijn natuurlijk niet gelukkig met dit etiket op Steenblok. Wij zouden het ook niet aardig vinden als iemand ging beweren dat Hendrik de Cock een psychisch lijder was. Daardoor zou er een blaam over de Afscheiding kunnen geworpen worden.

Zijn karakter
Deze suggestie lijkt me geen goede zet. Ik spreek liever in termen van het karakter. Er zou een omvangrijke studie geschreven kunnen worden over het onderwerp: de rol van karakters in de kerkgeschiedenis. Het karakter speelt een rol in het geloofsleven, maar het heeft zich ook in verschillende figuren uit de kerkgeschiedenis krachtig gemanifesteerd. Over het karakter van Steenblok geeft de schrijver enige informatie. Het was enigermate bijzonder. Niet alleen omdat hij zijn auto parkeerde in de achterkamer van zijn pastorie in Lopik, maar om heel veel andere trekken. Ik noem enkele zaken: een hoog IQ (graad van intelligentie) en een laag EQ (emotionele graadmeter). Dus grote geleerdheid gepaard met geringe sociale contacten en een wereldvreemd gedrag; verder een obsessieve belangstelling voor specifieke zaken (verkiezing en aanbod van genade); geen invoelvermogen ten opzichte van anderen; geen oogcontact; bijzondere wijze van ordenen (speciaal voor insiders: hij ordende zijn boeken in de kast op boekhoogte; auteurs en titels deden niet ter zake! Uiterst merkwaardig. Dat geldt ook van het feit, dat hij driemaal iemand binnen een uur kon tegenkomen, deze persoon dan vriendelijk groette zonder te beseffen dat het de tweede of derde keer was dat hij hem tegenkwam. De hierboven vermelde karaktertrekken verdienen aandacht, juist ook voor ons en in onze kerkelijke situatie. Bijvoorbeeld de gedrevenheid die neigde tot onverzettelijkheid. Volgens Rouwendal typeerde dat ook zijn tegenstander, ds. Kok, en daar kon hij gelijk in hebben, al mag erbij gezegd worden dat Kok steeds bereid was tot gesprek en verzoening. Staan voor de waarheid, onverschrokken en duidelijk. Als ik dan namen noem als Luther, John Knox, Hendrik de Cock of Kohlbrugge, dan zien we dat deze eigenschap gediend heeft tot zegen voor de kerk. Niet altijd. Denkt u zich in hoe het ooit mogelijk geweest is dat Luther als eenvoudige monnik het gehele machtige Roomse imperium heeft kunnen en durven uitdagen. Keizer en Paus heeft hij getrotseerd. In heel de geschiedenis zijn het vaak de mannen geweest die het konden (na)zeggen: “Hier sta ik, ik kan niet anders, God helpe mij”. Deze stijl heeft de kerk er telkens weer boven uitgetrokken. En de kerk werd ook telkens weer neergehaald door de stromen van mensen die wel anders konden. Ze spraken van een flexibele instelling en van een genuanceerde opvatting. Recent heeft Dr. Van de Beek gesteld dat de prediking confronterend moet zijn. Wel, dat gold zeker van deze mensen. Kon het ook maar van ons gezegd worden in deze tijden van mistigheid en vervaging. Natuurlijk voel ik me beter thuis bij de onverzettelijkheid van Kok dan bij die van Steenblok; dat brengen de opvattingen van hen beiden met zich mee. Maar hun presentatie diende de duidelijkheid. In de Bijbel zien we deze lijnen ook; denk aan Elia, Johannes de Doper of Paulus. Alle profeten waren stuk voor stuk onverschrokken mensen, al bracht dat wel veel, heel veel persoonlijke strijd met zich mee (Jeremia). Kijk eens naar Paulus: krachtige uitdrukkingen (1.Cor.16:22; Gal. 1:9; 3:1); zijn beroep op de keizer; het opgeven van alles voor de zaak van Christus; zijn strijd tegen de tegenstanders; een vrij geweten en een onverschrokken houding tegenover de dwaalleer. Dat zijn sterke eigenschappen, die de kerk nodig heeft. Onze tolerante samenleving (ook in de kerk) zou afstand nemen zo niet van de inhoud, wel van de wijze van zijn optreden. Onze tijd pleit voor tact en voorzichtigheid. Terecht? U moet eens beginnen allerlei algemene waarheden uit onze tijd kritisch te gaan bezien en deze niet langer zo maar toe te stemmen.

Zijn gedachten
Ik moet nog iets zeggen over de inhoudelijke gedachten van Steenblok. Rouwendal wijdt enkele pagina’s aan het voorwaardelijk aanbod van genade. Dit was een speerpunt in de prediking van Steenblok. Rouwendal geeft aan wat hiermee dan precies bedoeld zou zijn. Het heeft ermee te maken dat hij stelde dat de wet tot allen komt, maar het Evangelie slechts tot diegenen die geloven en zich bekeren. Het aanbod van genade tot allen is dan voorwaardelijk. Een voorwaarde werpt doorgaans de mens terug op zichzelf. Arminius was de man, die het Evangelie voorwaardelijk bracht. Als we onze wil goed gebruiken, dan wil de Heere ons zegenen. U begrijpt dat ik deze zin met schroom, maar ook met nadruk neerschrijf. Eerst de mens, daarna de Heere. Steenblok, hoe is het mogelijk, lijkt in dezelfde dwaling te vervallen. Nee, hij heeft dat niet Arminiaans bedoeld. Maar de uitwerking, ook in zijn eigen kringen, brengt ons wel dicht in de buurt van Arminius. Dat gebeurt in ieder geval als we het aanbod van genade voorwaardelijk doen zijn. Het ingaan in Gods koninkrijk geschiedt op voorwaarde van geloof en bekering, maar het aanbod van genade en de belofte van het Evangelie is onvoorwaardelijk. De zondaar kan immers aan geen enkele voorwaarde voldoen. Het aanbod van genade komt zonder onderscheid tot alle mensen, op geen enkele voorwaarde. Koopt zonder geld! Maar, zo denkt u misschien, er zijn toch ook in Gods Woord wel voorwaardelijke beloften? Dat is ongetwijfeld waar. Bijvoorbeeld: “Zo gij Hem zoekt, Hij zal van u gevonden worden” (2 Kron.15:2). Zo zijn er talloos vele. Ik moet eerst dit doen en dan zal de Heere dat doen. Bidt en gij zult ontvangen. U ontvangt, als u bidt (voorwaarde). Bedenk dan dat er ook weer andere beloften zijn, die deze voorwaarden beloven te vervullen. De Heere bedient Zich van allerlei voorwaarden, opdat we daardoor Gods recht en onze schuldige onmacht zouden leren verstaan. Hoezeer denken wij altijd weer voorwaardelijk. Als ik maar zo was, dan zou het wel beter zijn. Als ik maar meer ernst had en meer zondekennis had, dan zou ik wel mogen geloven in Christus. Zodoende verwerpen we Christus en houden we vast aan onszelf. Deze voorwaarden gelden wel, maar alleen Christus heeft ze allen vervuld. De Heere gebruikt de voorwaarden, om ons te leiden tot het onvoorwaardelijke leven. Voorwaarden bepalen ons dieper bij onze nood en verlorenheid, om zodoende te meer de rijkdom van Christus te mogen beleven door het geloof. Dat bedoelde Augustinus: Geef wat Gij eist en eis wat Gij wilt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 2010

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Steenblok

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 2010

Bewaar het pand | 12 Pagina's