Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ahazia-1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ahazia-1

2 Koningen 8:25-29; 2 Kronieken 22:1-8

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vraag vvie Joram als koning in Juda moet opvolgen is spoedig beantwoord. Er is immers nog maar een zoon over. Alle anderen zijn indertijd door de benden van Arabieren en Filistijnen weggevoerd. Toen hebben ze op de een of andere manier Ahazia, die ook wel Joahaz genoemd werd, over het hoofd gezien. Hij is dus de enige troonopvolger. Hem maken de inwoners van Jeruzalem koning en Ahazia heeft zich naar de wil van het volk te schikken. Op zich is het best merkwaardig dat de inwoners van Jeruzalem Ahazia koning maken. Waarom zij? Doen de anderen niet mee? Hoe denken de mensen buiten Jeruzalem, in de andere steden en dorpen van Juda, er dan over? Wijst dat misschien al op verdeeldheid onderling? We zagen al eerder dat niet iedereen in Juda het eens was met de veranderingen op godsdienstig gebied en de invoering van de Baalsdienst. Is er in Juda hoe langer hoe meer verzet gegroeid tegen de nieuwe godsdienst? En is dat misschien de reden dat de rest van het volk wat argwanend gekeken heeft naar de enige nog overgebleven zoon van Joram en dat men daarom aarzelde om hem koning te maken? Ja, de vraag zal natuurlijk door velen gesteld zijn: Wat is Ahazia voor een man? Is hij net als zijn vader? Ook een aanhanger van de Baalsdienst? Of kunnen we andere dingen van hem verwachten? Lijkt hij meer op zijn grootvader Josafat?

In het voetspoor van zijn vader
Als Ahazia goed nadenkt over het lot van zijn vader, dan kunnen we ons bijna niet voorstellen dat hij in diens voetsporen zal gaan. Verwacht mag worden dat hij de koers radicaal zal verleggen. Een mens zou toch bang zijn om de Heere nog langer te tergen. Toch volgt Ahazia wel zijn vader. Gebeurt dat onder invloed van zijn moeder Athalia? Ja, dat is zeker. Dat wordt ook nadrukkelijk vermeld. Zij is zijn raadgeefster en de raad die zij hem keer op keer geeft is bedoeld om hem goddeloos te doen handelen. Ze heeft als ideaal dat het in Juda net zo zal gaan als in Israël. Ook in Juda moet de Baalsdienst de officiele staatsgodsdienst worden en haar zoon Ahazia moet onder haar invloed er alles aan doen dat dit doel bereikt zal worden. De vraag blijft echter, hoe het mogelijk is dat Ahazia die invloed van zijn moeder durft aanvaarden. De gang van zaken met zijn vader Joram zou hem toch genoeg heb ben moeten leren? Het lijkt erop, dat er maar een antwoord op die vraag is en dat is dit. In het geloofvan de verschillende heidense volken hadden de goden aanvankelijk slechts plaatselijk invloed. Die invloed kon zich wel uitbreiden, maar dat kostte tijd. Trouwens de invloed die deze goden hadden kon ook verminderen en zelfs helemaal verdwijnen. Goden moesten het ook van elkaar winnen en als dat lukte dan breidde hun macht en invloed zich uit. Onder de regering van Joram werd de dienst van Baal ingevoerd en Baal heeft zich intussen al een plaats verworven. Er is bijvoorbeeld een tempel voor hem gebouwd en daar doet een priester voor Baal dienst, zoals blijkt uit 2 Kron. 23:17. MaarJahwe heeft ook nog altijd Zijn plaats behouden, al is die plaats wel kleiner geworden dan voorheen. Baal moet nu sterker worden. Zijn invloed moet toenemen en die van Jahwe moet afnemen. Dat kost tijd en men moet dus geduld hebben. Dat geldt ook van Ahazia. Hij moet geduld hebben. En vertrouwen dat Baal op den duur sterk genoeg zal blijken om Jahwe te verdrijven. Als dat gebeurt zal ook de positie van de koning in Juda sterker worden. Dan staat Ahazia's troon ook sterker. Ja, dat moet wel de verwachting zijn die Ahazia koestert en omdat hij hierin gelooft aanvaardt hij de adviezen die zijn moeder Athalia hem geeft. Het is geloof in de toenemende macht van Baal dat hem doet volharden in de weg die ook zijn vader Joram is gegaan, waar die weg zijn vader ook gebracht had. Hij heeft het daarom niet onder ogen willen zien dat hetgeen zijn vader overkwam niets minder dan een oordeel van de Heere was. Als hij zoiets al zou hebben gedacht dan hebben zijn raadgevers hem die gedachten zo snel mogelijk uit het hoofd gepraat. In hun verblindheid hebben ze er geen erg in, maar alles wat zij doen is alleen maar gericht op het verderf van Ahazia. Wat erg als de Heere een mens aan zulke raadgevers overlaat!

Jehu als executeur
Soms gebeurt het dat de Heere zeer lankmoedig is over een zondaar en dat Hij het vonnis dat over zo iemand is uitgesproken lange tijd niet voltrekt. Gods geduld lijkt soms eindeloos. Er zijn echter ook gevallen dat het geduld van de Heere maar erg kort lijkt. Snel, bijna voortijdig, valt de deur in het slot en is de genadetijd voorbij. Zo is het bij Ahazia. Vanwege zijn nauwe relaties met het huis van Achab ziet Ahazia het als zijn taak om zijn oom Joram, die in die dagen koning is over het rijk van Israël, terzijde te staan. Jo ram voert oorlog met de Syriërs en de inzet van die strijd is Ramoth in Gilead. Over die stad was al eer der strijd gevoerd. Dat was in de dagen van koning Achab. Achab beschouwde die stad als een stad die bij Israël hoort, maar de Syriërs wilden haar niet afstaan. Toen Achab Ramoth met geweld op de Syriërs probeerde te veroveren, mislukte dat en het mislukte radicaal. Achab sneuvelde zelfs in die strijd en de stad waarover het ging bleef in handen van de Syriërs. Kennelijk is dat later toch veranderd. Wanneer het gebeurd is, weten we niet met zekerheid, maar in de dagen van Achabs opvolger kwam Ramoth toch in handen van Israel terecht. Alleen, dat bezit bleef niet onbetwist. Syrie probeerde de rollen weer om ce keren en met name cijdens de regering van koning Hazael werden die pogingen van Syrie geintensiveerd. Joram moet zijn uiterste best doen om de stad in handen te houden. In die hernieuwde strijd om Ramoth komt Ahazia zijn oom Joram te hulp. Zo is Ahazia erbij als koningjoram in die strijd zodanig verwond raakt, dat hij zich voorlopig uit de strijd moet terugtrekken en met ziekteverlof naar Jizreel gaat. Het opperbevel over de legers van Israel komt daarmee te liggen in de handen van een van de generaals, Jehu. Dan gebeurt het. In opdracht van Elisa heeft een van de zonen der profeten Jehu tot koning gezalfd als opvolger vanJoram. God gaat aan Achabs huis voltrekken wat Hij al eerder als oordeel had aangekondigd. Daarbij moet Jehu Gods executeur zijn. Nadrukkelijk krijgt Jehu daar opdracht toe. Joram moet sterven. Diens moeder Izebel moet ook sterven. Het hele huis van Achab heeft de dood verdiend. Jehu heeft begrepen wat de Heere van hem verwacht. Zonder te dralen trekt Jehu van Ramoth op naar Jizreël waar hij weet dat Joram is. Daar zal hij met zijn executiewerk beginnen. Zijn komst naar Jizreël blijft uiteraard niet onopgemerkt. Zodra koning Joram bericht ontvangen heeft dat er een legerafdeling onderweg is, stelt hij alles in het werk om te weten te komen wat er aan de hand is. Tot tweemaal toe zendt hij een soldaat de komende legereenheid tegemoet, maar daar wordt hij niet veel wijzer van. Tenslotte besluit hij er zelf op uit te trekken om poolshoogte te nemen. Zijn neef Ahazia, die bij hem op ziekenbezoek is, gaat met hem mee en zo ontmoeten ze Jehu met zijn krijgsmacht. Het is echter al te laat. Joram is zijn eigen dood tegemoet gesneld en uitgerekend op de plaats waar indertijd het bloed van Naboth vergoten is en waarvan de Heere toen had aangekondigd dat daar Zijn oordeel zou worden voltrokken over Achabs huis, vindt Joram de dood. Een pijl, afgeschoten door Jehu, treft hem. Nog probeert hij te vluchten, na Ahazia nog een waarschuwing gegeven te hebben, maar het is tevergeefs. Joram sterft en zijn dode lichaam wordt weggeworpen op het stuk land dat indertijd aan Naboth toebehoorde, precies in overeenstemming met wat de Heere had voorzegd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juni 2010

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Ahazia-1

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juni 2010

Bewaar het pand | 12 Pagina's