Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Urk 2010 (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Urk 2010 (2)

Bewaar het Panddag

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De middagvergadering begon om 2 uur. Toen was het derde kenmerk van de eerste christelijke gemeente te Jeruzalem aan de beurt. Hand. 2:42 zegt: zij waren volhardende in de leer der apostelen, in de gemeenschap, maar ook in de breking des broods. We zongen echter eerst Psalm 63 de verzen 1 en 2, lazen een gedeelte uit Handelingen 2 en mochten de Heere danken voor brood en vis. Bij de breking des broods, waar de tekst van spreekt, moeten we niet denken aan een gewone maaltijd. Het is immers vreemd als een maaltijd een wezenlijk kenmerk van de kerk zou zijn. Het gaat om de viering van het door Christus ingestelde Heilig Avondmaal. Dat werd in die eerste tijd gevierd tijdens een maaltijd, zoals Christus het Avondmaal instelde tijdens de paasmaaltijd met Zijn discipelen. Men at dan samen, vooral ten behoeve van de armen. De rijken namen voor hen eten mee. Tijdens zo’n liefdemaal of agape werd dan op zeker moment het Avondmaal gevierd. Dat dit ook mis kon gaan bewijst de beschamende praktijk in de gemeente van Korinthe, waar de rijken schransden en schrokten en vooral dronken, en in zulk een toestand het Avondmaal vierden. Zo aten en dronken zij zich een oordeel. Maar in Jeruzalem lag alles nog zo teer; het waren de dagen van de eerste liefde. Wat een wonder dat dit gebeurde binnen de muren van dezelfde stad, waar niet lang daarvoor de Heere Jezus verworpen werd! Toen was het: Kruis Hem, kruis Hem! Nu vinden we ze aan de voet van het kruis! Dat is het werk van de Heilige Geest, Die de ontdekkende prediking van de apostel Petrus had toegepast in veler harten, zodat men zich als zondaar voor God ging zien. Let op Zijn macht, Zijn gewilligheid en liefde! De in zichzelf rechtvaardigen werden zondaar aan Jezus’ voeten. Zij bleven aan die gezegende voeten zitten! Zij volhardden in de breking des broods. Hun behoeften waren veranderd, de uitgangen van hun hart strekten zich nu uit tot de gerechtigheid van Christus! Dat is immers Avondmaal vieren? Dat is in je zielsellende troost en houvast zoeken en vinden in het werk van een Ander, Sions Borg en Middelaar. Is er bij ons behoefte naar Hem? Hebben wij onze verlorenheid ingezien, al moge trap en mate verschillen? Hebben wij Zijn schoonheid in het geloof mogen aanschouwen, tot verwondering en aanbidding? In de dagen van de Reformatie wilde Johannes Calvijn ook wekelijks het heilig Avondmaal vieren met de gemeente. Het gebruik werd tot misbruik en het gevaar van sleur deed zich voor. Zo gaat dat onder mensen. In Jeruzalem zien we het werk van de Geest. Maar het vlees, ons natuurlijk bestaan kent geen behoeften naar de Heere. Maar door de Heilige Geest komt er toch een volharden, een altijd weer uitgaan naar de bloedfontein met mijn zonden en ellenden. Dat volharden in Jeruzalem vond zijn bron in het ‘volharden’ van de Heere, in Hem Die trouwe houdt en eeuwig leeft en nooit laat varen het werk Zijner handen. Niet de discipelen hebben het Avondmaal ingesteld, maar Christus, Die grotelijks begeerde het pascha met de Zijnen te eten. Het gaat alles van Hem uit, Hij is het Begin en het Einde. Zijn onberouwelijk werk is het geheim van de volharding der heiligen. Hoe nodig hebben en krijgen wij de Heilige Geest: Och schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest! Zo kwamen we vanzelf terecht bij het vierde en laatste aspect van Handelingen 2:42. Eerst zongen we nog Psalm 119:87 en 88 en daarna beklom ds. B.L.C. Aarnoudse als laatste spreker de kansel van de Eben Haëzerkerk. Zij waren ook volhardende in de gebeden! Is het bidden geen persoonlijke zaak? Jazeker. Ieder mens is immers ten diepste alleen. Zo had ook de Heere Jezus Zijn persoonlijke gebeden. Toch zijn er ook de openbare en gemeenschappelijke gebeden. Openlijk en eendrachtig zond de christelijke gemeente een hartelijk bidden op tot God. Ze baden niet allemaal tegelijk natuurlijk. Er werd ook geen gebedssamenkomst georganiseerd. In eensgeestesheid riep men de hemel aan. Waar bad men om? Dat de Naam van de Heere Jezus Christus bekend zou worden bij velen. Zij baden dat de dreiging van de Joden niet alles onmogelijk zou maken. Zij baden dat Gods knechten met vrijmoedigheid Gods Woord zouden spreken! Ds. Aarnoudse verwees naar Handelingen 4 vanaf vers 23, als een duidelijke illustratie van de volharding in het bidden. O wat is het gebed nodig! Er is ook vandaag zoveel aan de hand. Houdt de Catechismus bij de behandeling van het vierde gebod ons niet voor de Naam des Heeren openlijk aan te roepen? Het gebed in de eredienst is niet het gebed van de dominee, maar het is een gemeenschappelijk gebed van de gemeente. Tot het ware bidden behoort dat wij onze nood grondig kennen. Christus leerde de Zijnen het Onze Vader. Het leert ons de Naam des Heeren aan te roepen Maar ook dat de Naam des Heeren bekend en geprezen worde, dat Zijn Koninkrijk komen zou in de harten van mensen en wereldwijd en het rijk van satan afbreuk zou worden gedaan. Het gebed wordt de ademtocht der ziel. Na Paulus’ bekering lezen we: Zie, hij bidt. Hij bad: Wie zijt Gij en wat wilt Gij? Ook heeft Paulus, later, gebeden om de wegneming van de scherpe doorn in zijn vlees. Maar God zou Zijn kracht in Paulus’ zwakheid volbrengen. Een dienaar van God moet ook veel bidden. Brakel zei zelfs dat bidden een eerste vereiste is voor een dienaar des Woords. Er is ook het belang van de voorbede in de kerk, maar ook worden we geroepen elkaar op te dragen. Rijk zijn ook de formuliergebeden en van grote waarde. Ook het bidden voor de Overheid is een roeping. Zo werden allerlei facetten naar voren gebracht. Ds. Aarnoudse eindigde ermee dat bidden ook aanbidden wordt, hier in beginsel en straks zal het volmaakt aanbidden zijn! Hij liet nog zingen Psalm 65 de verzen 1 en 3 en sloot daarna met dankgebed. We ontvingen uit Gods hand een rijke dag, met veel stof ter overdenking. We hoorden in de wandelgangen van zegen en dat God harten geraakt en zielen vertroost had. We hebben de liefdeband gevoeld, de liefde tot elkaar en de liefde tot de Waarheid bovenal. Dat geeft een geestelijke band. Het was dan ook volkomen op zijn plaats dat ds. Aarnoudse tenslotte nog liet zingen Psalm 133 de verzen 1 en 3. De boekentafel werd opgeruimd. Er was nog aandacht gevraagd voor het boek van ds. P. Roos over het huisbezoek: aan te bevelen! Sommigen bleven nog wat napraten en koffie drinken. Handen werden geschud. De Driebergenaren klommen weer in hun bus. De koster kon de kerk weer voor de zondag in gereedheid brengen. De dag was weer voorbij. De grote eeuwigheid openbare rijke vrucht, ook van onze Panddag anno 2010 op Urk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 2010

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Urk 2010 (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 2010

Bewaar het pand | 12 Pagina's