Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theodorus van der Groe. De bekering (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theodorus van der Groe. De bekering (6)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

We lezen in Psalm 97:10 'Gij liefhebbers des HEEREN, haat het kwade. Wie de HEERE liefheeft, dient het kwade te haten. We hebben stilgestaan bij het hartelijk leedwezen over de zonden. Nu gaan we schrijven over datgene wat Van der Groe gezegd heeft over het haten en vlieden van de zonden.

Haten en vlieden
Gods kinderen haten en vlieden de zonden. Zij haten en vlieden alles wat tegen Gods wet ingaat. Zij haten al het verkeerde, boze en onreine aan en in de mens naar ziel en lichaam beide. Er staat in Romeinen 14: 23 dat a! wat uit het geloof niet is zonde is. Tot de afsterving van de oude mens behoort het haten van de zonden. Haten betekent met het hart ergens een afkeer van hebben. De onbekeerde mens vermaakt zich in de zonde en denkt van de zonde voordeel te hebben. Hij haat de zonde niet. Van nature wordt er aan de mens niets dan zonde bevonden. Zoals een vis zich thuis voelt in het water, zo voelt de onbekeerde mens zich thuis in de zonde. Hij heeft de zonde lief. De onbekeerde mens haat alle heiligheid. Hij heeft de duisternis liever dan het licht. Door de waarachtige bekering gaat de mens de zonde haten. Het verstand dac nu verlicht is, ziet de zonde in haar ware gedaante. De Heere brengt tot kennis van de zonde en tot kennis van de verdorvenheid van het hart. De zonde wordt gezien als lelijk, gruwelijk, schandelijk en God-onterend. De bekeerde zondaar schrikt ervan en walgt ervan. De zonde wordt gezien als het snoodste wangedrocht, als het afschuwelijkste monster. De ziel van Gods kinderen wordt vervuld met een innige, hartelijke en geestelijk droefheid. Zij verfoeien en veroordelen zichzelf. De zonde wordt niet langer bemind. Er is een afkeer van alles wat maar de minste gemeenschap heeft met de zonde. Een onbekeerd mens kan sommige grove zonden afkeuren en haten, maar hij weet ten diepste toch niet wat de zonde is, want hij leeft in de zonde. Gods kind haat alle zonde als zonde, hij haat en verfoeit de zonde, met alles wat met de zonde verbonden is. Het is zoals we lezen in Spreuken 8:13 'De vreze des HEEREN is te haten het kwade.'

Echte haat
De duivel brengt onbekeerden tot haat tegen sommige zonden of tegen de uiterlijke gevolgen van sommige zonden. De duivel maakt hen wijs dat dit de echte haat tegen de zonde is. De duivel wil niets anders dan zielen bedriegen en in het eeuwig verderf brengen. Daarom noemt Van der Groe eigenschappen of kenmerken van echte haat tegen de zonde. Wie de echte haat tegen de zonde mist is nog onbekeerd. Echte haat tegen de zonde gaat gepaard met een oprechte liefde en hartelijke lust tot licht, heiligheid, godzaligheid, gerechtigheid en deugd. De liefde tot deze zaken is de fontein en bron van haat tegen de zonde. Wie de zonde echt haat moet iets gesmaakt hebben van ware heiligheid. deugd en godzaligheid. Het is immers onmogelijk de leugen te haten en de waarheid niet lief te hebben. Het gaat bij de echte haat tegen de zonde niet alleen en niet hoofdzakelijk 0m de straf die volgt op de zonde, maar het gaat voornamelijk over de lelijkheid, schandelijkheid en gruwelijkheid van de zonde zelf. De zonde wordt gezien als een "allervuilst en allerschrikkelijkst monster." De zonde is een alleszins verslindend en verwoestend kwaad. "En daarom haat zo een de zonde als het allergruwelijkste en allerverfoeilijkste ding dat er bestaan kan, en al was er leven noch dood, hemel noch hel, zo een mens kan in eeuwigheid evenwel zich met de zonde niet verenigen: want de zonde is zijn dood, he! en verdoemenis, en hij zou liever alles ondergaan, als in de zonde leven. Zo weinig als licht en duisternis gemeenschap met elkander kunnen hebben, zo weinig kan zulk een gemeenschap hebben met de zonde. Eerder zullen al de sterren van de hemel vallen, eer zulk een mens wederom geheel met de zonde zal kunnen verenigd worde en er als tevoren zichzelf aan verbinden en overgeven." Er is sprake van een onverzoenlijke haat tegen de zonde. Gods kinderen voeren een levenslange oorlog tegen de zonde. Het is net als met de oorlog tussen Rehabeam en Jerobeam. We lezen in I Koningen 14:30: 'En er was krijg tussen Rehabeam en tussen Jerobeam al hun dagen.' De haat tegen de zonde is algemeen: zij richt zich tegen alle zonden. Geveinsden en onbekeerden haten sommigen zonden, Gods kinderen haten alle zonden. De echte haat tegen de zonde brengt ook strijd tegen de zonde met zich mee. Met alle macht wordt er tegen de zonde gestreden. Wie de zonde oprecht haat laat de zonde niet alleen aan de buitenkant na, maar heeft een inwendige afkeer van de zonde. Hij kan de zonde onmogelijk beminnen en liefhebben. Onbekeerden laren alleen sommige zonden na omdat ze niet de gelegenheid hebben om die zonden te doen, Gods kinderen laten alle zonden na omdat ze de zonden niet willen doen, er niet de genegenheid toe hebben. Het hart is afkerig van de zonden. Jozef had gelegenheid genoeg in het huis van Potifar om de zonde te doen. maar de genegenheid had hij niet, hij wilde de zonde niet doen. Als Gods kinderen zondigen doen zij dat uit zwakheid en tegen hun wil. Wie de echte haat tegen de zonde niet kent, is onbekeerd al is hij uitwendig vroom en godsdienstig.

De zonden vlieden
Een kenmerk van de verkiezing is afstaan van ongerechtigheid. We lezen dac in 2 Tim. 2:19 *Een iegelijk die den Naam van Christus noemt, sta af van ongerechtigheid. Christus heeft Zich voor Zijn Kerk overgegeven om hen van alle ongerechtigheid te verlossen (Titus 2:14). Een mens probeert zich los te maken van alles wat hij haat en verfoeit. Wie de zonde haat zal de zonde ook vlieden. Wie de zonde haat wil van de zonde bevrijd en ontslagen worden. Het verlangen leeft vernieuwd te worden naar het BeeId van de onzienlijke God. Wie hier niets van weet, leeft nog in de duister nis. De Bijbel vermaant heel vaak de zonde te haten en te vlieden. Gods kind dient zich zelfs te onthouden van a!le schijn des kwaads (1 Thess. 5:22). Ze mogen geen gemeenschap hebben met de onvruchtbare werken der duisternis. Gods kinderen hebben een heiige. oprechte en geestelijk haat tegen de zonde. Daaruit vloeit het voort zich zoveel mogelijk van de zonde te ontdoen, zich van de zonde af te zonderen en er met alle macht voor te vluchten. Gods kinderen proberen zoveel mogelijk zich te onthouden van zondige gedachten, bewegingen, daden en werken. Als soldaten staan zij op wacht om er goed op toe te zien of er geen kwaad tot hen komt. Gods kinderen kijken veel naar binnen. Van der Groe haalt dan Spreuken 4:23 aan 'Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de uitgangen des levens'.Zij vangen de kleine vosjes, de eerste opwellingen van zondige begeerlijkheden in het hart. Zij roepen Jezus aan tot hulp en Hij geeft op het gebed kracht en sterkte om tegen de zondige verdorvenheid te strijden. Zij maken een verbond met hun ogen. Gods kinderen mijden alle gelegenheden tot zondigen: zondige tijden, plaatsen en gezelschappen. Gods kinderen nemen a! hun plichten ijverig, nauwkeurig, hartelijk on geestelijk waar: lezen. bidden, mediteren, het Woord horen en erover spreken. Dit neemt nier weg dat er tijden van inzinking kunnen zijn en perioden dat men zich schuldig maakt aan zonden uit zwakheid. Maar het werk van God in het hart kan niet te niet gedaan worden. Het is een vallen en opstaan. Het is maar een klein beginsel van heiligmaking in dit leven.

Hoe langer hoe meer
Een kind dat geboren is groeit langzaam Zo is er geestelijk bij Gods kinderen groei in heiligheid, kennis en genade. Dit houdt in dat het haten en vlieden van de zonde ook groeit. Van der Groe schrijft dat de verst gevorderde in de genade met Paulus moet uitroepen: 'Want het goede dat ik wil, doe ik niet en het kwade dat ik niet wil, doe ik.' "De ellendigste christenen zijn de grootse en die zo ellendig is dat hij niets kan doen noch willen zonder Christus, die is het verst van allen gevorderd en het naast bij de heerlijke trap van volkomen volmaaktheid." Gods kind mag zich niet acbter het kleine beginsel verschuilen, maar dient alles in het werk te stellen om de zonde al meer ten onder te brengen. Er dient toename te zijn in heiligmaking. Pas bij het sterven wordt Gods kind ten volle en eeuwig bevrijd van de zonde.

Toepassing
Onbekeerden haten en vlieden de zonde niet. Onbekeerden willen en kunnen de zonde niet haten en vlieden. Wie bekeerd wordt gaat over de zonden wenen, gaat de zonden haten en vlieden en wil daarin toenemen. Dat is de afsterving van de oude mens. Het komt er op aan hoe het met een ieder van ons is gesteld. Beslissend is of we de afsterving van de oude mens kennen of niet. Het komt er op aan of we het wonder van de beke- ring kennen of niet. Wie bekeerd mag zijn zal niet verloren gaan in der eeuwigheid, wie hier buiten staat wacht het eeuwige oordeel. Het gaat om eeuwige zaligheid of eeuwige verdoemenis. Van der Groe legt dan enkele vragen voor. Weten we van een tijd waarin we helemaal geen kennis, haat en afkeer van de zonde hadden? Weten we van een tijd waarin de zonde ons vermaak was? Een tijd waarin we niet anders konden dan zondigen? Dat we de ongerechtigheid indronken als water? Heeft God u ontdekt aan de zonde? Hebt u de zonde leren kennen als het gruwelijkste monster dat er is? Hebt u geleerd dat de zonde scheiding maakt russen God en de ziel en dat die scheiding alleen kan worden opgeheven door Christus? Hebt u een innige haat en afkeer van de zonde gekregen? "Ik vraag u mijn toehoorders, is het waarachtig van u, dat onder alle dingen niets is, dat gij meer haat en verfoeit als de zonde; niet alleen uiterlijke, grove zondige daden, maar ook uw innige hartezonden en ook hun eerste opkomende overleggingen, bewegingen en begeerlijkheden? Hebt gij dagelijks nu zo te strijden en te worstelen met de zonde; is dat uw grootste kruis en droefheid, en komt daar uw meeste kermen, zuchten, treuren en wenen vandaan, dat gij met zulk een zondig vlees, met zo een vuil en boos hart beladen zijt. Doet dat u menigmaal uitroepen met Paulus: 'Ik ellendig mens! Wie zal mij verlossen van het lichaam dezes doods?'" Is het uw begeerte u te laten neerzinken in de fontein van Jezus' bloed? Wie al deze zaken niet kent is onbekeerd. Wee u als u zo komt ce sterven. U bent nog in het heden der genade. "O, wat zijt gij gelukkig, dat gij u hier nog bevindt op de wereld, en dat gij nog in een tijd en ure van genade, en onder de middelen der bekering mocht leven. Wat zijt gij gelukkig, dat de goedertieren Heiland Jezus nog naar u staat te wachten, dac gij zo blind, zondig. onbekeerd, en verdoemelijk als gij zijt nog tot Hem moogt komen, en u aan Hem overgeven, opdat hij u bekere en de ogen opene!" De Heere Jezus is gewillig en genegen u alles re geven wat nodig is. "Hierom roept Hij u tot Zich en wel dat gij om uw bekering tot Hem zult komen, dat gij uw toevlucht tor Hem zult nemen, en van uzelf en van al her uwe geheel zult afzien, dat gij Hem machtig en genegen zult kennen, om deze grote zaligheid en genade ook aan u te willen en te kunnen doen, en dat gij u daartoe geheel aan Hem zult overgeven en u als diep ellendigen voor Zijn macht en voor de bewerking door Zijn Woord en Geest zuk nederleggen." De Heere Jezus heeft geen lust in de dood van de zondaar, maar wil dat hij zich bekere en leve.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 oktober 2011

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Theodorus van der Groe. De bekering (6)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 oktober 2011

Bewaar het pand | 12 Pagina's