Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De genezing van de melaatse

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De genezing van de melaatse

En Jezus met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde, strekte de hand uit en raakte hem aan ~en zeide tot hem: Ik wil, word gereinigd” Markus 1:41

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit is niet de enige keer dat er in de Bijbel over de bewogenheid van de Heere Jezus gesproken wordt. Meerdere malen komen we deze woorden in de Heilige Schrift tegen. Zo is Hij met innerlijke ontferming over de schare bewogen omdat zij schapen zijn die geen herder hebben. Hij is bewogen over de moeder van de jongeling uit Naïn. Er staat: “En de Heere haar ziende, werd innerlijk met ontferming over haar bewogen, en zeide tot haar: Ween niet!” Zo is Hij ook met barmhartigheid bewogen over deze melaatse. De aanblik van al dat leed dat Hij zag, dat ontroerde Hem. U hebt wellicht wel eens gezien hoe een volwassen man bewogen was. ' t Komt voor dat hij niet in staat is zich in te houden. Dan moet hij zijn gevoelens laten blijken. Zo is het hier in heilige volmaaktheid bij de Christus. Hij is met innerlijke barmhartigheid bewogen over zondaren.

Deze melaatse komt met zijn melaatsheid naar de Heere toe. De nood is zo hoog gestegen dat hij geen andere uitweg meer weet. En hij is er vast van overtuigd dat alleen de Heere hem helpen kan. Die melaatsheid is een beeld van de onreinheid van ons allen. Onrein vanwege de zonden en de ongerechtigheden. Hier wordt ons een zelfportret voorgehouden. In Jesaja 1: 5 en 6 lezen we: “het ganse hoofd is krank en het ganse hart is mat. Van de voetzool af tot het hoofd toe is er niets geheels aan hetzelve: maar wonden, striemen en etterbuilen, die niet uitgedrukt noch verbonden zijn, en geen derzelve is met olie verzacht.” Dat is ons aller beeld van nature. Bent u daar wel eens van geschrokken? Heeft de Heilige Geest u aan uw zonden ontdekt? Bent u in de beleving een zondaar geworden? De Heere stuurt deze melaatse niet terug. Hij zegt niet dat hij weg moet gaan, ook niet dat hij tot Hem mag komen. “En Jezus met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde, strekte de hand uit en raakte hem aan en zeide tot hem: Ik wil, word gereinigd!” Jezus wil de onreine man aanraken. Hij wil bemoeienis met hem hebben. Hij wil hem reinigen. Niet tevergeefs is deze man tot de Heere gekomen. Hij is gereinigd geworden. In dit alles zien wij een beeld van het plaatsvervangend lijden en sterven van Christus. Hij kan, wil en zal de onreinheid van Zijn volk op Zich nemen, de onreinheid veroorzaakt door de zonde. Zijn volkomen reinheid wordt onreinen toegerekend. We woren opgeroepen als onreinen tot Hem gaan, om door Hem geholpen te worden, verlost te worden van onze nood en ellende, verlost van onze zonden. Jezus strekt Zijn hand uit naar die afschuwelijk verminkte man, die door het volk veracht wordt, die als een door God verworpene wordt beschouwd. De Heere is met innerlijke barmhartigheid bewogen over hem en reinigt hem van zijn onreinheid. Zo wil God nog onreinen reinigen van hun onreinheid. Hij wil de hand nog uitstrekken naar een melaats volk, melaats vanwege hun zonden. Denk niet dat de onreinheid te erg kan zijn. Denk niet dat de zonde te groot is. Al bent u nog zo’n groot zondaar of zondares, voor God is geen zonde te groot. Als de mensen op u neerzien en u verachten, laat u dan niet ontmoedigen. Bij de Heere is reiniging te verkrijgen, alleen bij Hem is redding te vinden. Er staat in de Bijbel: “Roep Mij aan in de dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen”, “zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden.” Door de werking van de Heilige Geest leren Gods kinderen al meer hun onreinheid zien en gaan zij al meer gebukt onder die onreinheid. Zij leren die onreinheid bewenen. Zij zien al meer in dat zij zichzelf nooit kunnen reinigen. Maar nu is het wonder zo groot dat de Heere met barmhartigheid innerlijk over hen bewogen is; dat Hij hen kan, wil en zal reinigen. Dan zal er geen zonde, geen ziekte, geen onreinheid meer zijn. Alles zal weggenomen worden door het alles reinigende bloed van Christus. Verlangt u naar die reiniging? Gaat dan tot Hem die reinigen kan en wil.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 januari 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's

De genezing van de melaatse

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 januari 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's