Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een ieder bedenke...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een ieder bedenke...

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een vraag: Gods kind is toch van de vloek der wet verlost? Galaten 3 vers 13 zegt immers dat Christus ons verlost heeft van de vloek der wet? En in antwoord 52 van de Catechismus staat dat Hij al de vloek van mij weggenomen heeft. Hoe kan ons Avondmaalsformulier dan zeggen dat iedere avondmaalganger “zijn vervloeking moet bedenken”?

Het antwoord: Het is niet in woorden uit te drukken langs welk een diepe weg de Heere Jezus het heil voor de Zijnen verworven heeft. De HEERE heeft hun aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen. Alle schrikkelijke wetsovertredingen werden Hem aangerekend. Hij wilde die weg gewillig gaan, in een ijveren voor de eer van Zijn Vader en in een onbegrijpelijke zondaarsliefde, ten einde toe. De overtreder van de wet valt onder de vloek. Die kan onmogelijk voor een heilig God bestaan. Die maakt zicg de verwerping waardig. Van die schrikkelijke vloek der wet wilde Christus nu bevrijden. Hij stelde Zich daartoe plaatsbekledend onder het welverdiende oordeel van God. Paulus schrijft inderdaad in Galaten 3:13 “Christus heeft ons verlost van de vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk die aan het hout hangt”. Nu is er altijd al een geslacht geweest dat de woorden ‘ons’ en Voor ons' onbekommerd op zichzelf toepaste. Maar men bedriegt zich voor de eeuwigheid. Deze woorden moeten toegepast wórden, namelijk door de Heilige Geest. Ik zal in grote lijnen proberen te schetsen hoe dat gaat. Al is Christus waarachtig aan het kruis gestorven en tot een vloek geworden, in mijn natuurstaat heb ik daar geen profijt van. Het zegt mij ook niets. Zijn Persoon en werk zijn mij wezenlijk vreemd. Maar nu is daar de Heilige Geest Die mijn blinde zielsogen gaat openen voor de Persoon en het volbrachte werk van Christus. Hij doet dat in de weg van ontdekking. Hij gaat me ontdekken aan mijn bestaan voor God. Hij gaat me overtuigen van zonde en schuld. Hij doet dat door middel van het Woord. Door de prediking van Gods Woord ga ik zien wie ik ben in Adam. Het overtuigend werk van de Heilige Geest brengt mij altijd in de onmogelijkheid aan eigen kant. Maar wat onmogelijk is aan onze kant, is mogelijk bij God. Ik ga inzien en voor God belijden dat ik des doods schuldig ben en in alle opzichten de vloek waardig. Maar het werk van Gods Geest komt bijzonder hier in uit dat ik mij er niet bij kan neerleggen. Ik leer roepen om Gods ontferming en genade. Is er nog een weg en is er nog een middel? God doet geen half werk. Want die door Hem in de schuld wordt gebracht, zal ook ‘wederom tot genade komen’. Hoe groot is het als wij de mogelijkheid van behoud in en om Christus’ wil gaan zien. Dan wordt het mijn begeren in de vrucht van Zijn volbrachte offerande te mogen delen. De Geest verheerlijkt Christus. Hij wordt mij noodzakelijk, gepast en dierbaar. Het wordt mijn levenswens het uit Zijn mond te mogen horen, dat Hij niet meer op mij toornen en niet meer op mij schelden zal. Paulus jubelt het uit: Christus een vloek geworden voor ons! Wie zijn schuld leert mijnen, zal door het geloof ook Christus gaan mijnen. Het moet persoonlijk gekend worden en het wordt gekend door de persoonlijke beoefening van het geloof. Wat Gods Geest me hier leert, moet echter altijd wéér en altijd méér geleerd worden. We raken op de school van de Heilige Geest nooit uitgeleerd. Wie iets van z ijn ^ strafwaardigheid leerde zien, moet daar altijd wéér gebracht worden. Daarop wijst ook het door de vraagsteller genoemde deel van ons onvolprezen Avondmaalsformulier. Het is (even terzijde) trouwens een teken van grote armoede als het lezen van het volledige, klassieke Avondmaalsformulier in erediensten achterwege wordt gelaten. Gebeurt het soms, omdat men zich innerlijk niet vinden kan in de schriftuurlijk-bevindelijke taal van het formulier? Ik vrees van wel. Het moet allemaal wat gemakkelijker. We geloven toch! Het is altijd weer opmerkelijk dat blijkens het Avondmaalsformulier een persoonlijk bedenken vai*^ zonde en vloekwaardigheid een wezenlijk element is van de rechte voorbereiding. Al is Christus mij door het geloof dierbaar geworden en mocht ik het ooit eens geloven dat Hij ook mij van de schrikkelijke vloek der wet wilde verlossen, ik ben en blijf in mijzelf vloekwaardig. In en van mijzelf ben en blijf ik het waard om door de Heere verworpen te worden. Het levendig gevoel van zijn schuld deed de verloren zoon uitroepen dat hij het niet waardig was zijns vaders zoon genaamd te worden. Maar hij bedoelde: ik ben dat nu nooit meer waardig. Als het gevoel van onwaardigheid overgaat, ben ik van mijn plaats en verliest Christus Zijn glans. Maar waar ik bij vernieuwing weer leer walgen van mijzelf, wordt de Koning weer zo groot in Zijn schoonheid! Zo leert juist hij, die feitelijk van de vloek verlost is, zijn vloekwaardigheid meer en meer verstaan. Zo wordt het alles een wonder en leer ik iets van die grote zondaarsliefde inleven. Wij maken het ons door onze zonden telkens weer zo onmogelijk en Gods gramschap waardig. Zo beleed het David in Psalm 51. Dat zal straks anders zijn. In het nieuwe Jeruzalem zal er tegen niemand meer enige vervloeking zijn. We zullen het nooit meer verzondigen en verknoeien en voor eigen besef kwijt raken. Maar het wonder blijft! Het wordt steeds groter wonder. En zo zal het lied tot roem van Gods genade en de liefde van Christus en het onderwijs van de Heilige Geest in eeuwigheid weerklinken. Maar het lied, daar gezongen, wordt hier reeds geleerd. Beste vrienden, jong en oud, mocht ook u al arm zondaar worden voor God?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 februari 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Een ieder bedenke...

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 februari 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's