Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kent de duivel onze gedachten? (vervolg)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kent de duivel onze gedachten? (vervolg)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op deze vraag zouden wij nog eens terugkomen. De vorige keer hebben we gezien dar we wel van de Heere, maar niet van hem lezen dar hij onze gedachten kent. De Heere kent onze gedachten omdat Hij onze Schepper is en de duivel is een schepsel. Wel hebben we gezien dat hij door zijn omgang met de mens hem door en door heeft leren kennen. En daar speelt hij op in. Hij maakt uit ons zondigen op wat onze zwakke plekken zijn en zal als de vijand van God en de Zijnen juist daarop zijn boze aanvallen richten. Daar waren enige vragen over, over de aanvallen, de inwerpingen, de influisteringen van satan. Of we daar nog wat nader op in wilden gaan! Om die vraag te kunnen beantwoorden moeten wij de duivel kennen. We kennen hem uit Gods Woord en elke christen zal, net als Christen in de bekende Christenreis Apollyon ontmoeten. Ieder kind van God krijgt niet alleen de wereld en de zonde, maar ook de duivel tot zijn vijand. En een vijand verbergt zich niet en gaat niet voor ons op de loop, maar komt op ons af en probeert ons te overheersen. We leren ook de duivel kennen in zijn handelen, zijn takriek, zijn listen, zijn verleidingen en ook in de manier waarop Hij de Schrift gebruikt. Paulus kende satan ook, want we horen hem zeggen: Zijn gedachten zijn ons niet onbekend, 2 Kor. 2:11. Het verband laat zien dat er sprake was van onenigheid en misstanden in de christelijke gemeente. De apostel weet dat satan graag mensen tegen elkaar opzet en als je dat dan weet moetje de vrede zoeken door bijvoorbeeld de minste te zijn. Als je bij je standpunt blijft en de ander niet tegemoet komt, speel je satan in de kaart. Omdat satan sterk is wordt Gods kind geroepen zich te wapenen: Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen van de duivel, Efeze 6:11. Listige omleidingen zijn sluwe listen en gemene verleidingen. De duivel is vanaf het paradijs degene die ons verleidt tot zonde, tot het overtreden van Gods geboden. Hij wekt de begeerte tot de zonde op en ontkent dar er straf op volgt: Gij zult de dood niet sterven! Omdat wij de duivel zijn roegevallen kunnen we ons niet verontschuldigen. Alsof wij de zonde niet zouden begeren! Terwijl nu de Heilige Geest reine begeerten in onze harten werkt, zal de boze geest er alles aan doen om boze begeerten op te wekken. Terwijl de duivel in zijn verleidingen een grote schuld op zich laadt, is de mens in het geheel niet vrij te pleiten. Denk aan wat Jakobus schrijft in hoofdstuk 1:14 en 15: Een ieder wordt verzocht als hij door zijn eigen begeerlijkheid afgetrokken en verlokt wordt. Daarna de begeerlijkheid ontvangen hebbende, baart zonde; en de zonde voleindigd zijnde baart de dood. Al verleidt de duivel de ganse wereld, toch heeft hij het in het bijzonder voorzien op degenen die onder het Woord opgroeien en dan nog weer bijzonder is hij gebeten op degenen die door het Woord van de Heere gegrepen zijn. Dit wordt heel mooi geïllustreerd in de al genoemde Christenreis van John Bunyan. Als Christen bij de enge poort is aangekomen en naar binnen gaat wordt hij dooide poortwachter naar binnen getrokken. Dat gebeurt omdat Beëlzebul op reizigers als Christen zijn pi jlen afschiet, om te voorkomen dat zij de poort binnen gaan. Het is satan er alles om te doen dat arme zondaren maar niet aan de voet van het kruis terecht komen. Daarom kan hij allerlei gedachten inwerpen, hopend dat er gehoor aan wordt gegeven. Je bent nog veel te jong om de Heere te vrezen. Je bent te slecht, je zult niet aangenomen worden vanwege je zonden. De Heere dienen valt tegen, het is een naar en zwaar leven. Je moet uitverkoren zijn. Het is al te laat voor je, je hebt te lang gezondigd! Deze inwerpingen kunnen verergeren als men eenmaal de enge poort is binnen gegaan. Beëlzebul ontmoette Christen als een vurige O draak en wees hem op zijn zonden, nadat hij tot bekering was gekomen. Er zijn allerlei dingen die satan kan opwerpen om Gods kind aan te vallen en te bestrijden. Zijn influisteringen, hoe divers ook, hebben alle dit gemeen, om mij van Christus af te houden. Of ik ben te slecht en moet mij niets verbeelden. Of het zit wel troed O met mij, ik moet me niet zoveel zorg maken. Een zondaar krijgt slechts rust en vrede als hij als een zondaar de toevlucht neemt tot de Heere Jezus, hoe onwaardig hij in zichzelf ook is. En satan haat die geloofsrust en vrede. Er is echter ook nog iets anders waar wij op moeten letten. Wij mogen de influisteringen van de duivel niet verwarren met de stem van ons geweten. Ons geweten kan namelijk ook spreken en ons onrustig maken. Maar het geweten is de vriend van God. Als mijn hart mij aanklaagt dat ik een zondaar ben, moet ik daarmee tot de Heere vluchten om Zijn genade. Als de duivel mij op mijn zonden wijst is dat altijd om mij van de Heere af te houden. En war re denken van zelfs godslasterlijke gedachten die in ons kunnen opkomen, tot de vreemdste dingen aan toe? Al zal de duivel dergelijke dingen zeker stimuleren (wat hoopte hij immers dar Job de Heere zou vloeken), toch mogen we de kracht der verdorvenheid van ons hart ook niet onderschatten. Zegt de Heere Jezus immers niet dat uit het hart onder andere ook lasteringen voortkomen? Zie Matth. 15:19. Schrikken we wel eens van onszelf? En moeten we de grote Harten kenner nier toevallen en gelijk geven?
Laten we onszelf erop onderzoeken of ons deze dingen rot smart zijn en tot schuldbelijden hebben gebracht. Want juist voor zulke ellendige mensen zoals de Heere Jezus zo duidelijk en onomwonden beschrijft, wilde Hij de dood ingaan en verzoening bewerken. Wie zijn schuld voor God belijdt zal barmhartigheid verkrijgen. Maar die mens zal het ook om vernieuwing van het hart te doen zijn. En ook dat wil de Heere schenken, zodat wij ook grote en hoge en lieve gedachten van de Heere krijgen! De macht van de goede Geest is groter dan die van de boze, de wereld en mijn verdorven natuur tesamen! En Christus wordt ons noodzakelijk, gepast en dierbaar. Werd Hij niet om godslastering veroordeeld? Onterecht. Maar God heeft wel de zonde van godslastering ook op Hem doen aanlopen! Ontroerende gedachte. Nu is er voor lasteraars hoop en vergeving. Denk maar aan die ene moordenaar, die eerst ook lasterde, maar voor wie her schuld is geworden en die ging smeken om genade. En nu mag hij God al zo lang weer groot maken daarboven. En wie de Heere leert vrezen weer niet wat hij in de hel zou moeten doen (God lasteren, o nee Heere, dat toch nooit:!), maar hij weet wel wat hij in de hemel zal doen: God kungroor maken! Want Hij is het toch zo waard, en wat komt er hier op aarde bij zo'n zelfbedoeler als ik ben van terecht? Neig mijn hart en voeg het saam, tot de vrees van Uwe Naam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 augustus 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Kent de duivel onze gedachten? (vervolg)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 augustus 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's