Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voorts, broeders, bidt voor ons...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voorts, broeders, bidt voor ons...

...Uwer gedachtig zijnde in onze gebeden; ...Die ook voor ons bidt. II Thess. 3:1a I Thess. 1:2b Rom. 8:34 slot

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Drie teksten, waarin het gaar over bidden, voorbede doen voor elkaar en... de Voorbidder. Laten we over ieder gedeelte met elkaar nadenken en vandaaruit de lijnen dóórtrekken naai- liet gemeentelijke en persoonlijk leven van vandaag.

Paultis /.al de 11 Thessalonicensenbriefgaan afsluiten. Hij zal afsluiten met vermaningen, met groeten en vervolgens met de zegenbede: “De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen”. Maar dan klinkt eerst nog deze oproep: “Voorts, broeders, bidt voor ons.” U moet dat echter niet lezen in de zin van : o. ja, voordat ik het vergeet, vraag ik u eerst nog om de voorbede..”. Paulus heeft gesproken over de toekomst van de Heere Jezus Christus. Hij heef geschreven hoe hij voor de gemeente bidt. Hij zegt: “Waarom wij ook altijd bidden voor u...” Hij zier zo graag dat de Naam van de Heere Jezus Christus in hen verheerlijkt wordt. Dit alles ook i.v.m. de openbaring van de antichrist. Want z'n lezers staan aan grote verleidingen bloot. Maar...nu vraagt hij ook om de voorbede van de gemeente voor zichzelf. “Bidt voor ons”. Hij weet zich zo afhankelijk van de Heere.

Paulus en al Gods ware knechten zien zo uit naar mensen, die voor hen bidden. Ook vandaag is het zo belangrijk dat ambtsdragers zich gesceund weten door de gemeente, die voor hen bidt. Ze hebben er behoefte aan te weten dat er voor hen persoonlijk en ambtelijk gebeden wordt. Mozes had een Aaron en Hur, Jeremia voelde zich ook zo zwak, Jesaja was een man onrein van lippen. Maar... toch is het de taak om namens en in opdracht van de Heere, de Zender van Zijn dienstknechten te spreken. Vanaf de kansel, in het catechisarielokaal, in de ziekenkamer, in de huiskamer. Namens de Heere spreken tot mensen, maar ook namens mensen spreken tot de Heere. In dagen van blijdschap maar ook in tijden van droefheid. In omstandigheden van leed en zorg, maar ook om de doopbelofte gestalte te geven in het breder onderwijzen. Jonge en oude mensen. Wat een taak, om, zoals het formulier het stelt: “er naarstig op toe re zien of een iegelijk zich behoorlijk gedraagt in belijdenis en in wandel, die zich onstichtelijk gedragen te vermanen.... naarstige wacht te houden tegen de wolven, die in de schaapskooi van Christus mochten komen....”. Zieken te bemoedigen, stervenden wijzen op de Overwinnaar van dood en graf. Wie is tot deze dingen bekwaam? Verstaar u de apostel in die woorden: “Voorts, broeders, bidt voor ons”?

Iedere zondag is er de gelegenheid om voorbede te vragen of dankzegging te doen. Wat doet her goed te merken dat er voor je gebeden of gedankt wordt! Veel mensen zien echter ook wel op tegen het openlijk noemen van hun naam en zorg of blijde omstandigheden. Ze staan liever niet zo in de belangstelling. Dat kan inderdaad ook wel eens als belastend ervaren worden. Dat laat echter onverlet hoe belangrijk de voorbede is.

'Iedere ambtsdrager zal het ondervinden hoe het mensen goed doet wanneer er voor hun specifieke noden en situatie gebeden wordt. Wat wordt liet vaak gevraagd: “wilt u voor mij bidden?” Hoevelen zijn niet bemoedigd als - ook zonder dat hun naam genoemd wordt - in het “grote gebed” hun situatie wordt verwoord en ze weten dar op de achtergrond hun nood aan de Heere bekend wordt gemaakt.

Wanneer de apostel Paulus dus vraagt om de voorbede, is het dan ook niet goed om steeds om u heen te zien en u af te vragen wie in uw persoonlijk gebed een plaats moet hebben. Misschien is het dan ook wel eens goed om onder vier ogen die ander het te laten weten dat er voor hem of haar wordt gebeden.

Paulus laat van zijn kant in onze tweede tekst ook horen hoe de gemeente een plaats heeft in zijn gebed. Js dat immers ook geen onderdeel van de ambtelijke taak om als een priester de nood van de gemeente aan de Heere bekend te maken. Ambtelijk wordt er geworsteld om het behoud van de zielen. Veel wordt er gevraagd van de ambtsdragers. Als je niet oppasr worden het managers, maatschappelijke werkers of sociale hulpverleners. Paulus laat ons even achter de schermen kijken van zijn ambtelijk leven. “Uwer gedachtig zijnde in onze gebeden”. Daar zie je hem in zijn zwakheid en beperktheid, terwijl hij zich toch zo verantwoordelijk weet voor de zielen die aan zijn zorgen zijn toevertrouwd. Daar roept hij de Heere steeds maar aan of Hij die zwakke en gebrekkige ambtelijke dienst wil zegenen tot heil van zondaren.

Ja, wat een zegen wanneer gemeente en ambtsdragers elkaar mogen ontmoeten aan de troon van Gods genade. Maar toch... al het bidden in zichzelf is krachteloos. Aan het gebed op zichzelf kunnen geen rechten ontleend worden. De Heere werkt wel in de weg van het gebed. Maar nier op grond van het gebed hoeveel er ook gebeden wordt voor elkaar. Daarom wijst de apostel ons op de Heere Jezus Christus (onze derde tekst). Hij, Die gezeten is aan de rechterhand van Zijn hemelse Vader, leeft om voor Zijn volk te bidden. “Die ook voor ons bidt.” Het staat in het verband van Romeinen 8 zelfs als de climax van de heilsfeiten van Goede Vrijdag, Pasen en Hemelvaart. In het hemels heiligdom is er de Voorbidder. Zijn voorbede is daarom zo krachtig, omdat het steunt op Zijn volbrachte offerande. Hij mag op grond daarvan zeggen: “Vader, Ik wil.” Wat een zaligheid! Daarom mag dat juist in het gebed voor elkaar en voor de gemeente een heenwijzing en pleitgrond zijn. Op aarde wordt er gebeden door een gemeente en haar ambtsdragers, maar daar Boven worden reine handen, doorboorde handen, zegenende handen biddend opgeheven over een doodschuldig volk. Deze Hogepriester in de hemel heeft Zijn Geest gezonden. De andere Trooster. Dat is ook de Geest der genade O en der gebeden. Die doet zien op Hem, Die doet smeken om genade uit Zijn middel aars verdien sten. Vanuit het geloof in Hem mag daarom juist de voorbede voor elkaar en voor de ambtsdragers en voor de gemeente kracht krijgen. Dan mag het immers opgedragen worden aan Hem, bij Wie milde handen en vriendelijke ogen zijn. Bij Hem, Die leeft om voor Zijn volk te bidden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 augustus 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Voorts, broeders, bidt voor ons...

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 augustus 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's