Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het avondmaalsformulier (77)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het avondmaalsformulier (77)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo spreke een iegelijk met aandachtige harten: "O almachtige, barmhartige God en Vader, wij danken U van ganser harte... Want Uu> is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid '. Amen.

'Een lofzegging en een dankgebed vormen samen het slot van het avondmaalsformulier. Vorige keer lazen we met elkaar die laudatio, de lofzegging. Het formulier wekt de disgenoten op "al te zamen Zijn Naam met dankzegging te prijzen..." Ze besluit met de conclusie die tegelijkertijd een plechtige gelofte is: "Daarom zal mijn mond en hart des Heeren lofverkondigen, van nu aan tot in der eeuwigheid. Amen." Het is het hartelijke voornemen van de avondmaalganger die aan Zijn ta fel zoveel zegeningen van de Heere heeft ontvangen, om zijn hart en leven aan de Heere te wijden. Maar nauwelijks hebben de woor den van dank en lof van tussen de lippen van Gods kind geklonken, of hij opent zijn mond om nieuwe zegeningen van de Heere te vragen. Waarom? Omdat hij ook in het leven na de avondmaalsbediening geheel afhankelijk van de Heere en Zijn zegen is. Tussen lofzegging en gebed had daarom best een zinsnede kunnen staan, zoals we die bijvoorbeeld aantreffen in het bevestigingsformulier voor de dienaren van het Woord: "Doch aangezien niemand tot iets van al deze dingen van zichzelf bekwaam is, zo laat ons God met dankzegging aldus bidden..."

... Uw eniggeboren Zoon geschonken
Dat bidden is allereerst danken. Het slotgebed begint met de erkenning van Wie de Heere is Opmerkelijk is dat de aanspraak van de Heere gelijk is aan die van het eerdere gebed in dit formulier: "O almachtige, barmhartige God en Vader..." Onze gereformeerde Vaders' schroomden niet deze tere aanduiding van de Heere ("God en Vader") telkens weer te gebruiken. Zij beschouwden deze kennelijk niet, zoals onder ons toch wel het geval is, als een aanspraak die alleen in hoge uitzondering op de lippen genomen mag worden. In een ootmoedige vrijmoedigheid erkenden ze het grote voorrecht dat ze door de genade van hun Heere en Zaligmaker hadden ontvangen, namelijk dat ze tot het huisgezin van hun goddelijke Vader mochten behoren. Zovelen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij permissie gegeven kinderen van God te zijn, in de gemeenschap met hun oudste Broeder. De Geest der aanneming tot kinderen geeft vrijmoedigheid om de Heere aan te spreken met "Abba, Vaderr De eerste oorzaak van dank is de belijdenis "dat Gij uitgrondeloze barmhartigheid ons Uw eniggeboren Zoon tot een Middelaar en offer voor onze zonden (...) geschonken hebt." Christus Jezus is door de Vader ge schonken. Waartoe? Met het oog op de voldoening aan Gods recht, met het oog op de verzoening met de rechtvaardige God, met het oog op de vergeving der zonden, met het oog op de rechtvaardiging van de goddeloze. Wat aan onze kant nooit en te nimmer kon worden verricht, heeft God gedaan in de schenking van Zijn geliefde Zoon. Hij heeft het Instrument tot betaling geschonken en Hij heeft de betaling met Christus' bloed ook aanvaard als een wettige voldoe ning. Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke Gave! Maar niet alleen is de Borg en Middelaar geschonken tot recht vaardiging, niet minder tot heiligmaking en tot heerlijkmaking. Hij heeft ons, zo belijdt het formulier, Hem gegeven "tot een spijs en drank des eeuwigen levens." Zijn lichaam is waarlijk spijs en Zijn bloed is waarlijk drank. Wie door het geloof Hem eet en drinkt, ontvangt met Hem geestelijke gemeenschap. In de gemeenschap des Geestes heeft Christus Zich met de Zijnen tot een lichaam verenigd, en hebben zij deel aan Zijn heiligheid. In de strijd van het geloof kan de ervaring geheel tegengesteld zijn: "ik ellendig mens} wie zal mij verlossen... ?" Maar desondanks is het waar: "ik leef maar niet meer (mijn) ik, maar Christus leeft in mij. En betgeen ik nu in het vlees leef dat leefik door het geloofvan de Zoon van God, die mij liefgehad heeft, en Zichzelfvoor mij heeft overgegeven." [Gal. 2: 20]. Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke Gave!

... het waarachtig geloof geschonken
Nog meer reden tot dankzegging legt het formulier Gods kinderen op de lippen. Een beetje bijzonder is het wel wat nu volgt: "... en dat Gij ons geeft een waarachtig geloof waardoor wij zulke Uw weldaden deelachtig worden." Een tweede schenking. Niet alleen Christus is geschonken, de Zaligmaker van zondaren. Maar aan die zondaren is ook gegeven het middel om deze Christus te kennen en tot persoonlijk Eigendom te ontvan gen: het waarachtig geloof. Het ge loof, als het oog dat op Hem ziet, de arm die zich tot Hem uitstrekt, de voet die tot Hem vlucht, de hand die Hem ontvangt, het hart dat zich aan Hem toevertrouwt. Het geloof waarvan Johannes de Doper getuigt, dat wie in de Zoon gelooft, het eeuwige leven heeft [Joh. 1: 36]. Het geloof dat zondaren met God verzoent en dat goddelozen rechtvaardigt. Niet vanwege de waardigheid van dat geloof op zichzelf, alsof mijn geloof mij aangenaam bij God maakt. Maar omdat ik de gerechtigheid en heiligheid van Christus alleen door het geloof aannemen en mij toe-eigenen kan. Zo heeft de Heere het in Zijn raad beschikt. En zo maakt hij ook zondaren zalig. Door de goddelijke weldaad van het waarachtig geloof. Het ge loof dat een genadegave van God is. "Uitgenade zijtgij zaliggeworden door het geloof En dat niet uit u, het is Gods gave!" [Efeze 2: 8]. De schen king van het geloof. Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke Gave!

... het heilig sacrament geschonken
Dank voor de geschonken Chris tus. Dank vanwege het ontvangen geloof. En dan volgt er nog een reden van dank. "Gij hebt ons ook tot sterking daarvan door Uw lieve Zoon Jezus Christus het heilig avondmaal laten instellen en verordenen." Dank dus ook voor het sacrament van het avondmaal, door de Heere Jezus Zelf gegeven aan Zijn kerk in de nacht waarin Hij verraden werd. De Heere weet welk maaksel de Zijnen zijn. Hij kent hun hardhorendheid, Hij weet van hun kleingelovigheid, hun vreesachtigheid is Hem niet onbekend. Met het oog daarop mag het als een wonder worden erkend dat "onzegoede God, achthebbende op onze grovigheid en zwakheid, ons heeft verordend de sacramenten" [NGB, art. 33]. De zichtbare tekenen die Christus voor Zijn gelovigen heeft ingesteld, om Zijn genadige beloften te verzegelen en om het zo dikwijls zwakke en aangevochten geloof te sterken en te onderhouden. Beide sacramenten, waaronder dus het heilig avondmaal, heeft Hij gegeven om het Woord van het evangelie niet alleen via de oorpoort maar niet minder via de poorten van de andere zintuigen aan het hart te verstaan te geven. Opdat zij verzekerd zouden zijn en blijven van de goedgunstigheid en genade van de heilige God jegens in zichzelf verloren zonda ren, "bondig en vast makende in ons de zaligheid die Hij ons mededeelt" [idem]. Wat een ontferming. Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke Gave!

... om de zalige gemeenschap gebeden
Na deze drievoudige dankzegging, volgt het ootmoedige gebed om bij deze ontvangen barmhartig heid ook te worden bewaard. Immers, door de overgebleven zonde en ook vanwege de aanvechtingen van de wereld en van de boze is het onmogelijk dat Gods kinderen volharden in de aan hen bewezen genade, namelijk als ze aan hun eigen mogelijkheden zouden zijn overgelaten. "Maar God is getrouw, die hen in de genade, hun eenmaal gegeven, barmhartig bevestigt en tot het einde toe krachtig bewaart. " [DL, 5,3]. Welnu, om die weldaad wordt aan het slot van dit gebed gebeden. Wat heeft de Heere veel gegeven: Zijn eigen lieve Zoon, de gave van het geloof, alsmede de genademiddelen van Woord en sacrament. Maar zonder het werk van de Heilige Geest zal het allemaal dood kapitaal zijn. Buiten het overtuigende en indachtig makende werk van Gods Geest zal er geen zicht op de geschonken Christus zijn, zal het ontvangen geloof amechtig en ingezonken neerliggen en zal het sacrament de bedoelde zegen niet kunnen bewerken. Vandaar het gebed om de werking van die Geest. "Wij bidden U, o getrouwe God en Vader, dat Gij, door de werking van Uw Heilige Geest, de gedachtenis van onze Heere Jezus Christus en de verkondiging van Zijn dood, ons tot dagelijks toenemen in het rechte geloofen in de zalige gemeenschap van Christus wilt laten gedijen, door Hem, Uw lieve Zoon Jezus Christus... " Waar het in het leven van Gods kinderen om gaat? Om de toename in geloof en gemeenschap met Christus. Het leven van Gods volk mag geen stilstand vertonen. Stilstand betekent inzinking en verachtering. De laatste woorden die de apostel Petrus in zijn tweede brief schrijft aan hen die een even dierbaar geloof met hem verkregen hebben, is een vermaning: "Wast op in de genade en kennis van onze Heere en ZaligmakerJezus Christus." Wei, hier bidt Gods kerk om de vervulling van die roeping. Gods Geest zal het moeten doen. De weg erheen is de gedachtenis, de overdenking van Christus en de verkondiging van Zijn dood door Woord en sacrament. Als Gods kinderen op hun plaats zijn, begeren zij in Hem te groeien en te bloeien. uHierin is Mijn Vader verheerlijkt, datgij veel vrucht draagt!", aldus de Heere Jezus tot Zijn dscipelen. Die zalige gemeenschap met Christus mag hier door het geloof worden gekend en beoefend. Kostbare ogenblikken zijn het wanneer aan de tafel van Christus de gemeenschap met Hem er is. Dat is de hemel op aarde: heaven on earth (James Durham). En toch: "het avondmaal is het bewijs dat er nog scheiding is" (B. Wielinga). Gods kerk wandelt hier nog door het geloof. Het aanschouwen staat nog uit. Maar niet minder is het sacrament er de garantie van dat de uiteindelijke en volkomen vereniging aanstaande is. Als Christus alles zal zijn en in alien. Het Hoofd is al in de hemel. Het kan niet anders: Zijn lidmaten zullen ooit aldaar met Hem verenigd worden. ilZaligzijn zij diegeroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft des Lams" [Openb. 19:9].

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 30 oktober 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Het avondmaalsformulier (77)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 30 oktober 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's