Abraham Hellenbroek (7)

Doorzoekt uzelven nauw, ja, doorzoekt nauw, gij volk, dat met geen lust bevangen wordt. Zefanja 2:1 In dit artikel geven we enkele zaken door die we lezen in een preek over Zefanja 2:1 van de hand van Abraham Hellenbroek. In Zefanja 1 worden de oordelen van God getekend over de Joden. De Heere zal daartoe de Babyloniers gebruiken. In Zefanja 2 roept de profeet op tot bekering en zelfonderzoek.

Geen lust
De Joden worden als volgt aangesproken: 'Gij volk, dat met geen lust bevangen wordt.' Er staat een woord voor 'volk' in de grondtekst dat veel wordt gebruikt om de heidenen aan te duiden. Het heidense verval van het Joodse volk zou mogelijk hierdoor aangegeven kunnen worden. Het volk diende de afgoden. We lezen in Zefanja 1:5 dat zij zich neerbogen op de daken voor het heir des hemels. Zefanja profeteerde onder het volk van Juda ten tijde van koning Josia. Ook Jeremia profeteerde in deze tijd. Het was een volk dat men geen lust bevangen was. Daarmee wordt aangegeven dat het volk geen begeerte heeft naar het goede en naar de middelen die tot het goede leiden. Het volk dacht nergens gebrek aan te hebben, net als later in Laodicea. Zij hadden geen lust om zichzelf te onderzoeken hoe het er geestelijk voor stond. Zij hadden geen lust tot bekering en tot een betere toestand. Zij hadden geen lust tot God, tot Zijn verbond, tot Zijn wet en tot godzaligheid. Zij hadden geen lust aan de kennis van Gods wegen. Ook onder de oordelen waren zij zorgeloos. Zij hadden geen lust om de midde len te gebruiken die de Heere wil zegenen tot bekering.

Zelfonderzoek
De Joden worden opgeroepen zichzelf nauwkeurig te onder zoeken om aan de weet te komen hoe het met de ziel is gesteld. Het hart dient opengelegd te worden. Vergelijk alles met de norm van Gods Wet. Vel zo een oordeel over uw persoon en daden. Werp het gebrekkige en zondige uit. Het zondige en gebrekkige mag niet gehandhaafd worden. Zo lezen we in Klaagliederen 3:40 'Laat ons onze wegen onderzoeken en doorzoeken, en laat ons wederkeren tot de Heere.' In Psalm 119:59 staat 'Ik heb mijn wegen bedacht, en heb mijn voeten gekeerd tot Uw getuigenissen.' Het gaat bij dit onderzoek niet allereerst om anderen, maar om zichzelf: 'doorzoekt uzelven nauw.' Het eigen hart, het eigen gedrag, dient onderzocht te worden. Dit lezen we in 1 Cor. 11:28 'Maar de mens beproeve zichzelven...'Oppervlakkig zelfon derzoek is niet genoeg. Daarom staat er: 'Ja, doorzoekt nauw.' Onderzoek uzelf nauwkeurig en aanhoudend. Doorzoek je geheel, doorzoek alles, doorzoek het uiterlijk en het hart. Sla niets over, ook de schuilhoeken van het hart niet. Wees scherp voor jezelf. Doorzoek ijverig, ernstig en aan houdend. Zoek net als die vrouw die de verloren penning zocht. Het woordje 'nauw' staat zelfs tweemaal in de tekst. Dit is nodig vanwege de hardheid en traagheid van het volk. Het was immers een lusteloos volk. De herhaling onderstreept de ernst van de profeet Zefanja en het grote belang van de zaak.

Toepassing
Hellenbroek spreekt van een lusteloze kerk in zijn tijd. Er waren in zijn tijd veel verkeerde lusten: lust tot zonden, lust om ijdel, dartel, hovaardig en werelds te zijn, lust tot staat en aanzien, tot grootheid in de wereld, tot geld en goed, tot rijkdom en overvloed, heblust, gierigheid, dronkenschap, overdaad, overspel, hoererij en allerlei onreine lusten. Er is lust in het kwaad.

Er is geen lust tot bekering. De meesten zijn tevreden met de toestand waarin zij leven. Sommigen worden weleens overtuigd dat zij bekeerd moeten worden, maar zij hebben er toch geen lust toe. Anderen vertrouwen op een net leven. Wie heeft er lust tot God en Zijn gemeenschap, tot Zijn verbond, tot Gods wet en het dienen van God, wie toont er lust de Heere te vrezen als de oordelen gekomen zijn? Waar is lust tot het gebruik van de middelen?

Er is weinig zelfonderzoek. Anderen worden onderzocht, maar niet zichzelf. Uit zorgeloosheid denken velen niet aan de toekomst. Er zijn er die menen dat zelfonderzoek helemaal niet nodig is: van jongsaf aan hebben zij zich ingebeeld dat het in orde is "liggende als op het kantje van de hel en zelden wakker wordende voordat zij hun ogen open doen in de vlammen." Er zijn er die zich gerust stellen op grond van Gods barmhartigheid, een net leven, een uiterlijk Christendom, zegeningen en kastijdingen. Weer anderen beelden zich in dat zij geloof hebben, droefheid over de zonde kennen en heiligmaking. Deze inbeelding zorgt ervoor dat er geen zelfonderzoek plaatsvindt. Geestelijke luiheid is ook een oorzaak. Er zijn er die menen dat zekerheid van eigen toestand een te hoge zaak is, waardoor zij in het geheel niet aan zelfonderzoek beginnen. Het gebeurt ook dat er wel onderzoek is, het geweten spreekt soms, maar dat het kwade niet wordt uitgeworpen.

Er is ook zelfonderzoek wat geen nauwgezet onderzoek is: men let op het uiterlijk en niet op het hart men is niet ernstig en nauwkeurig genoeg, men steekt de hand niet diep in de melaatse boezem. Het is alsof men bang is te vinden waar men naar zoekt. Er is vrees dat de inbeelding bij nauw onderzoek geen stand zal houden.

Het is erg geen lust te hebben tot dingen die zeer noodzakelijk zijn en wel lust te hebben tot zondige zaken. Als u nooit lust tot het goede krijgt, zal de Heere eens lust hebben tot uw verderf. Hebt u geen lust uzelf te doorzoeken, de tijd komt dat de Heere u zal doorzoeken. Dan zal hij al uw zonden ordentelijk voor ogen stellen.

Zelfonderzoek is nodig. U bent een kind van God of een kind van de duivel. Gods kinderen zijn een kleine minderheid onder de christenen. Zou de vraag niet gesteld moeten worden of u erbij hoort? Wie zelfonderzoek nalaat, blijft zorgeloos en maakt de middelen krachteloos. Zelfonderzoek is heel nuttig: je leert de gruwelen van je hart kennen, je leert de rechtvaardige God vrezen, het brengt tot een vluchten naar Christus en na onderzoek ondervindt men dat er genade is, wat reden is tot blijdschap.

Zelfonderzoek is nuttig voor onbekeerden en voor Gods kinderen. Zoek toch een volk te zijn dat met lust bevangen is: lust tot God en Zijn gemeenschap, tot Zijn verbond, tot de wet Gods, tot de vreze Gods, tot de godzaligheid en lust tot de genademiddelen.

Onderzoek uzelf nauw. Leg uzelf naast de eisen van Gods wet. Doe het ernstig, nauwkeurig. Als een schip veel lekken heeft en je laat er een open, dan zinkt het schip. Zo kan een zonde, die ontzien wordt, tot het verderf leiden. Werp uit wat u aan zonde vindt. Dat is de weg om tot zekerheid te komen aangaande uw staat en zo zult u de eeuwige zaligheid ontvangen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen