Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Simon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Simon

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eerst was ik van plan een vraag over het verplichte vieren van her pascha te behandelen, zoals beloofd aan de vraagsteller, een mooie vraag, ook in verband met de viering van het Heilig Avondmaal, maar ik moet het antwoord uitstellen tor een volgende keer. Bij de beantwoording van sommige vragen blijkt soms meer studie nodig te zijn dan aanvankelijk gedacht. Daarom nu eerst wat anders, namelijk een vraag of Simon de tovenaar, zie Handelingen 8, nu tot geloof gekomen was of niet. Simon de tovenaar hoorde de prediking van Filippus de diaken en dan staat er: En Simon geloofde ook zelf. Dan volgt er dat hij werd gedoopt, dus lid werd van de christelijke gemeente te Sama ria, en zelfs niet van Filippus' zijde week. Maar Petrus roept hem later tot bekering. Hoe zit dat? Welnu, we zullen proberen een antwoord daarop te formuleren. Onder de indruk van het optreden van Filippus in Samaria, sloot ook ene Simon zich aan bij degenen die tot geloof kwamen. Hij werd gedoopt en werd zo lid van de christelijke kerk. Wie was deze Si mon? Hij had in Samaria opgang gemaakt door zijn toverkunsten. Deze Bileam van het Nieuwe Testament dacht iets groots te zijn. Hij bracht mensen in vervoering door zijn toverkunsten. Een tovenaar is een knecht van satan. Maar voor God is niets te wonderlijk. Iedereen kan bekeerd worden. Satan zelf met, maar zijn knechten wel. Maar was Simons bekering wel echt? Er kan immers ook veel namaak zijn, denk maar aan Ana nias en Saffira. Of een bekering uit God is zal op den duur blijken uit de vruchten. Welnu, wat zien we bij Simon gebeuren? Is zijn geloof echt? Dan draagt het vruchten! Als hij op een gegeven moment ziet dat vele Samaritanen door oplegging van handen door Petrus en Johannes de Heilige Geest ontvangen, wordt hij begerig, nee niet naar de gave van de Heilige Geest zelf, maar naar de positie van macht, zoals Petrus en Johan nes die hebben. Daar zien we hem tegenover Petrus staan met een zak geld in zijn hand om die bijzondere gave te kopen. Uit dit gedrag en uit Petrus' reactie wordt duidelijk dat Simon nog steeds wat groots wil zijn. Dat is nu het werk van de duivel. Niet van de Heere. Want Zijn werk maakt een mens klein; een arm zondaar die het van een groot God in Christus hebben moet! Petrus is bijzonder scherp in zijn terechtwijzing. Hij wijst Simon erop dat hij op weg is naar het verderf en een vreemdeling van bevindelijke kennis van het Evangelie. Petrus is eerlijk. De Heilige Geest maakt predikers eerlijk en waarschuwend. Maar zij wijzen ook altijd een uitweg. Er is een uitweg voor de voornaamste der zondaren. Petrus roept daarom op tot beke ring. Stel nu dat Simon toch een wezenlijke hartsverandering had meegemaakt door het evangelie, gebracht door Filippus, dan was hij nu toch wel ver van zijn plaats en is er dus opnieuw bekering nodig. Maar Petrus zegt: uw hart is niet recht voor God. Dat is toch wel ernstig. Petrus wijst hem op de Heere tot wie hij moet vluchten om een ander leven en een hart dat recht is voor God. Petrus maant Simon tot God te bidden! Wie zijn beeld getekend ziet en moet erkennen, net als Simon ook verstrikt te zijn in de zonde, moet bedenken dat hij zonder bekering op weg is naar het eeuwig verderf. Zien we de gevaren? Het handhaven van de zonde verhardt en maakt ongevoelig voor indrukken en voor de prediking van het Woord. Dat zien we bij Simon de tovenaar. Hij bleef gedurig achter Filippus aan lopen, zag de wonderen en hoorde de pre diking. Maar het deed hem geen nut. Hij was wel lid van de kerk, was gedoopt en zal ook wel aan het Heilig Avondmaal deel heb ben genomen! En toch met een onvernieuwd hart. Een nieuw hart is een wonder van Gods genade. Maar een mens is en blijft verantwoordelijk voor zijn zonde! Petrus behandelt Simon niet als slachtoffer, maar als schuldenaar! Misschien huivert u van deze geschiedenis. U meent een Simon te zijn. Zo hard, zo onbekeerlijk, zo zondig, zo onrein. Er is een dikke knoop van ongerechtigheid in uw leven. Maar let nu eens op wat Simon doet, als Petrus zegt: bid God! Simons antwoord is: Bid gij! Bid gij voor mij! Dat is al vreemd. Hoe is dat bij u? Ik bedoel: weet de Heere van uw vrezen en uw strijd af? Komt u met uw schuld, uw nood, uw onmogelijkheden altijd weer bij Hem terecht? Als een schuldig mens aan de voeten van Christus, Die een Heiland, een Zaligmaker is? Dan is uw hart recht voor God, als u als arm en schuldig mensenkind aan Zijn voeten mag liggen. In die weg zult u het wonder van Gods vergevende zondaarsliefde ondervinden! Bid God! Maar Simon bidt niet! Hij is wel angstig, maar in plaats van zelf tot God te bidden vraagt hij of de dominee voor hem bidden wil. Let er vervolgens op waar Petrus van hem om vragen moet. Om van de aangekondigde straf verlost te worden. Van de gevolgen van de zonde! Niet van de zonde zelf! Hij is bang, bang voor straf. En hij moest bang voor de zonde zijn. Dat doet vluchten tot God. Het hart dat recht is voor God, mag de vreze des Heeren beoefenen. En de vreze des Heeren doet wijken van het kwaad. Dan wordt niet ik groot, maar God in Christus, door de Heilige Geest. Omdat Hij goed is voor een slecht mens. Er zijn wel meer personen in Gods Woord ons getekend van wie wij ons afvragen of ze de Heere nu wel of niet vreesden. Laten we daar nooit al te lang bij stil staan. Wij zijn immers geen hartekenners. Dat is de Heere alleen.. Laten we daarom liever bezorgd zijn omtrent onszelf of ons hart wel recht is voor God. Dan zal het gebed van David ons niet vreemd zijn: Doorgrond me en ken mijn hart o Heere; is hetgeen ik denk niet tot Uw eer, beproef me en zie of mijn gemoed, iets kwaads, lets onbehoorlijks voedt. En doe mij toch met vaste schreden, de weg ter zaligheid betreden!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Simon

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 2012

Bewaar het pand | 12 Pagina's