Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Abraham Hellenbroek (14)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Abraham Hellenbroek (14)

Mijn Verlosser leeft. Job 19:25

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De preek van Abraham Hellenbroek waaruit wij u enkele zaken willen doorgeven gaat over Job 19:25 ‘Want ik weet: mijn Verlosser leeft.’ Hellenbroek zet boven de preek over Job 19:25 ‘Het verzekerd vertrouwen hetgeen de godvruchtige Job stelde in zijn levende Goël.’ In de inleiding gaat het over de troost voor Gods kinderen in moeilijke tijden. In zulke tijden is hun hoop dat zij zullen delen in de eeuwige zaligheid. Hun loon is groot in de hemelen. Job werd ook bijzonder versterkt in de hoop op een toekomstige verlossing. Job was bezig Bildad te antwoorden. Job gaf getuigenis van zijn zalige verwachting: ‘Want ik weet: mijn Verlosser leeft.’

Mijn Verlosser
In de oorspronkelijke taal staat ‘Goël’ dat ‘Verlosser’ betekent. We lezen in Leviticus 25:25 ‘Wanneer uw broeder zal verarmd zijn en iets van zijn bezitting verkocht zal hebben, zo zal zijn losser die hem nabestaande is, komen en zal het verkochte zijns broeders lossen.’ Het werk van de losser gaat niet alleen over het bezit van iemand, maar ook over zijn persoon. Dat lezen we in Leviticus 25:47 en 49. Een bekend voorbeeld is Boaz die losser was van Ruth. Sommige uitleggers spreken over een tijdelijke verlossing die Job verwacht zou hebben. Anderen spreken over een geestelijke en eeuwige verlossing. Hellenbroek verstaat onder de Verlosser de Messias, de Zoon van God, Christus Jezus. Christus is Verlosser uit kracht van bloedgemeenschap vanwege het aannemen van de ware menselijke natuur. Het opstaan over het stof kan alleen aan de Messias worden toegeschreven. Verlossen is het werk van de Messias. Jesaja profeteert van Hem: ‘En er zal een Verlosser tot Sion komen, namelijk voor hen die zich bekeren van de overtreding in Jakob, spreekt de HEERE.’ Job heeft veel reden de Messias zijn Verlosser te noemen. De Messias zal Job verlossen van zonden en van de straf op de zonde. “Hij was al Jobs Verlosser uit kracht van Zijn toekomende zoendood en bloedstorting voor de zonde van alle uitverkorenen.” Christus heeft alle eigenschappen en hoedanigheden van een Verlosser. Christus is nabestaande vanwege Zijn mensheid en ten opzichte van Zijn Godheid “Want als Zijn beeld in de ziel weer opgericht wordt, zo wordt men der Goddelijke natuur deelachtig.” Christus verlost Zijn volk vanonder de slavernij van de duivel, Hij trekt uit de macht der duisternis. Christus doet de verbeurde en verloren erfenis van de hemel ten deel vallen. De losser was ook bloedwreker om de moordenaar van zijn broeder te vervolgen. Zo heeft Christus de zielenmoordenaar, de duivel, de kop vermorzeld. De losser moest de vrouw van zijn broeder huwen als er nog geen kinderen waren. “Zo is een iegelijk van nature getrouwd aan de wet, doch onvruchtbaar, daar kan niemand door gerechtvaardigd worden; doch der wet gestorven zijnde wordt Christus onze Man, om in Hem vrucht te dragen.” Job zegt: ‘Mijn Verlosser’. In het algemeen gesproken weten ook de duivelen dat er een Verlosser is. Gods kinderen mogen zeggen: Mijn Verlosser. Job zegt dit niet alleen uit kracht van bloedverwantschap, want dat geldt ieder mens, maar door het geloof mag Job dit zeggen. Job mag de Verlosser voor de zijne aannemen. Job erkent daarmee een Verlosser nodig te hebben vanwege zijn verlorenheid. Job mag zeggen uit kracht van zijn geloof ‘Mijn Verlosser.’ Job drukt er ook zijn liefde, hoogachting en dankbaarheid door uit.

Leeft
Job getuigt van zijn Verlosser dat Hij leeft. De Verlosser is waarachtig mens en waarachtig God. Naar Zijn goddelijke natuur leeft de Verlosser eeuwig, dus ook al in de tijd van Job. Maar Job voorziet ook dat de menselijke natuur van de Verlosser niet in de dood zal blijven, maar weer zou leven door de opstanding ten derden dage en dan zal blijven leven tot in eeuwigheid. Maar omdat onze tekst in de tegenwoordige tijd staat, omdat Job zegt ‘Mijn Verlosser leeft’, zo ziet Job bijzonder op Zijn goddelijke natuur, die eeuwig leeft. “En leefde ook als een Goël, een verlosser voor Job; die Zelf levend ook aan de Zijnen een oorzaak is van leven; van een eeuwig leven na de dood; hebbende als de Vorst des levens gelijk Hij genoemd wordt, die macht ontvangen over alle vlees, dat al wat Hem gegeven is, Hij hen het eeuwige leven geve: want Hij is zo de Weg, de waarheid en het leven. Zodat ook niemand tot de Vader, en dien tengevolge tot het leven komt, dan door Hem. Dus gelooft ook Job dat zijn Verlosser leeft, om hem te doen leven, en om hem na het afleggen van het lichaam dezes doods, nog eeuwig bij Hem te doen leven.”

Ik weet
De woorden ‘Ik weet’ sluiten alle twijfel buiten. Ze geven een volle verzekerdheid te kennen. Job is er ten volle van overtuigd. Waardoor is Job er ten volle van overtuigd dat zijn Verlosser leeft? Niet door de natuur. Vlees en bloed hebben hem dat niet geopenbaard. We lezen ook niet dat dit is gebeurd door een bijzondere openbaring, hoewel dat op zichzelf genomen wel mogelijk is. Veel verklaarders denken dat Job een tijdgenoot was van Jakob en Jozef. Job stamde waarschijnlijk af van Sem. Zo kon Job ervan weten dat de Messias zou komen om de kop van de slang te vermorzelen en zo de Zijnen zou verlossen. Job kan zeggen “Ik weet mijn Verlosser leeft” door een waar zaligmakend geloof. De ware kennis is een wezenlijk deel van het ware zaligmakende geloof. Er is geen sprake van een blind geloof zoals bij het pausdom. Hellenbroek merkt wel op dat men ook een gelovige kan zijn zonder die verzekering en dat ook de zekerheid niet altijd even groot en sterk is en dat die zekerheid niet in alle gelovigen even groot is. Wel zegt Hellenbroek dat het een voorrecht is van de gelovigen dat zij verzekerd kunnen zijn van hun zaligheid. Er zijn weinig gelovigen die er nooit van verzekerd zijn. Er zijn veel gelovigen die er wel dikwijls van verzekerd worden. We lezen in 1 Joh. 3:14 ‘Wij weten dat wij uit de dood overgegaan zijn in het leven. In 2 Tim. 1:12 ‘Ik weet Wien ik geloofd heb, en ik ben verzekerd, dat Hij machtig is mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot dien dag.’ Job is een voorbeeld van deze zekerheid. Na de dood ziet hij een beter leven tegemoet. Job weet dat zijn Verlosser leeft en dat Hij leeft om hem eenmaal volmaakt te verlossen.

Onbekeerden
Iedereen zou naar die verzekering moeten staan zoals Job dat uitdrukt: ‘Ik weet: mijn Verlosser leeft.’ Hellenbroek schrijft dat er zich weinigen aan die verzekerdheid gelegen laten liggen. Velen leven zorgeloos en achteloos voort. Ze hechten weinig belang aan deze zaak. De meeste naamchristenen en uiterlijke mondbelijders hebben een sterk en blind vertrouwen dat altijd in hen geweest is, zij kennen geen twijfel en zeggen zonder grond: ‘Ik weet: mijn Verlosser leeft.’ Zij geloven net zoals de duivelen geloven dat Jezus de Verlosser is en zij menen dat dit de verzekering van de zaligheid is. Zij geloven niet in de heiligheid van Gods Wet, de gerechtigheid van God en de zekerheid van de toekomende toorn. Zij zullen bedrogen uitkomen. Kunt u het zeggen: Mijn Verlosser? Hebt u ooit de noodzakelijkheid van de Verlosser gezien? Wat werkte dat in u uit? Zag u uw ellende, verlorenheid en machteloosheid? Werkte dat verlegenheid en radeloosheid? Was er gevoelige smart over zonden en toorn? Hebt u gezien de dierbaarheid en volheid van de Heere Jezus? Heeft dat u uitgedreven naar de Verlosser? Hebt u zich aan de Verlosser mogen overgeven? Is het gevolg daarvan geweest dat de Heere Jezus Zich als Verlosser jegens u gedragen heeft? De Verlosser verlost uit de geestelijke doodstaat door krachtdadige roeping, trekking, wedergeboorte en Hij wordt tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en verlossing. Als u daar niets van weet dan is het zonneklaar dat Jezus uw Verlosser niet is. De Verlosser verlost uit de tegenwoordige boze wereld, uit de ijdele wandeling. Hij verlost van alle boos werk. De Verlosseer verlost om Hem een eigen volk te zijn ijverig in goede werken. Hij verlost van zonde, satan en wereld om Hem te dienen. Toets uzelf aan deze zaken.

Bekommerden
Bekommerden vragen: Maar valt er niets te zeggen voor hen die verkeren tussen een ware verzekering en een losse inbeelding? Hellenbroek merkt op dat uit alles wat al gezegd is duidelijk genoeg is wat men van zichzelf denken moet. Het kan zijn dat God de hoogte van Job in dit leven niet doet bereiken, maar de eeuwigheid zal alles goed maken om u dan in het dadelijke bezit van uw Goël te verlustigen. Er is verschil tussen ware verzekering en losse inbeelding. De juiste verzekering rust op het fundament van het geloof. Losse inbeelding heeft geen fundament. Losse inbeelding steunt op de barmhartigheid van God, dat men gedoopt is en ten Avondmaal gaat. Inbeelding spruit uit eigenliefde voort en heeft geen veroordelende gedachten over zichzelf waardoor de ziel uit zichzelf uitgaat om in Jezus gevonden te worden. De ware verzekering komt moeizaam en in lange tijd tot stand. De inbeelding gemakkelijk en snel. “Ware verzekering komt niet dan na veel oefening van het geloof, na veel worsteling in gebeden, na veel smart van de wedergeboorte, waar die inbeelding gans niet van weet, maar die komt zo ongevoelig, schielijk en gemakkelijk in het hart.” Inbeelding past zich de zaligheid wel toe, maar maakt weinig werk van de Godzaligheid. Inbeelding verzekert zich dat Jezus haar Verlosser is, maar zij gedraagt zich niet als een verloste. Hoe groter de ware verzekering is, hoe meer zij ervoor bezorgd is overeenkomstig dat grote voorrecht te wandelen. Inbeelding maakt weinig werk van de zonde, maar de ware verzekering ziet de zonde als het aller gevaarlijkste voor het gevoel van vreugde over de verzekering. Ware verzekering is niet bang voor onderzoek, losse inbeelding wel. Ware verzekering wordt bestreden door de duivel, inbeelding laat hij ongemoeid. Inbeelding maakt de mens opgeblazen, verzekering houdt de ziel nederig. Inbeelding verdwijnt onder tegenspoed, verzekering groeit in de verdrukking. Een verzekerde ziel hecht meer waarde aan de verzekering dan aan de dingen van deze wereld, inbeelding acht de dingen van deze wereld voor veel waarde.

Gods kinderen
Gods kinderen hebben grond Job na te zeggen: ‘Ik weet: Mijn Verlosser leeft.’ Zoek uw verzekering met Job steeds op te bouwen. Zink in verwondering en aanbidding neer dat er zo’n Verlosser is en dat Die aan u geopenbaard en geschonken is. Het past u dankbaar te wezen. U moest zich in alles als een verloste gedragen. Vertrouw al uw belangen aan deze Goël toe. Bent u in de wereld klein, veracht en arm? Is het u geen eer en rijkdom genoeg een Verlosser te hebben Die voor u leeft, Wiens eigendom u bent? Zou u er niet heel de wereld met al haar schijngoed voor willen ruilen? In bestrijdingen en vervolgingen kunt u zich aan dit anker vasthouden: ‘Ik weet: mijn Verlosser leeft.’ Verheugt u in uw Verlosser die u niet zal laten verzocht worden boven uw vermogen. Hellenbroek besluit zijn preek als volgt: “Ja, komt eindelijk de dood, o, wat zal u dat op uw sterfbed en onder het klamme doodszweet tot een wonderlijke verkwikking kunnen zijn en daarop te kunnen sterven dat uw Verlosser leeft. En dan gerust te kunnen zijn, dat Hij uit dien hoofde uw lichaam als het zijne bewaren zal tot de zalige opstanding, en dat Hij uw ziel als de zijne aanstonds zal opnemen in de heerlijkheid. En dat die uit een zondig en ellendig lichaam zal vallen in de armen van uw dierbare Losser. En gij Hem daar dan vattende en grijpende van nabij eens zult kunnen zeggen nu, nu weet ik, nu ondervind ik ‘mijn Verlosser leeft.’ Wanneer gij dan in de onmiddellijke genietingen en zielverzadigende bezitting van uw Goël, onder allerlei vergenoeging en gelukzalige vertroostingen u eeuwig verblijden zult bij Hem op Zijn troon.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 april 2013

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Abraham Hellenbroek (14)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 april 2013

Bewaar het pand | 12 Pagina's