Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Daniël voor jongeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Daniël voor jongeren

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daniël 1:15 Ten einde nu der tien dagen, zag men dat hun gedaanten schoner waren, en zij vetter waren van vlees dan al de jongelingen, die de stukken van de spijze des konings aten.


God zij met ons. Dat staat te lezen op het Twee-Eurostuk. Het is een afgeleide van Romeinen 8:31 ‘Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?’ Die woorden stonden ooit in het Latijn op de Nederlandse munten. Na 1816 werd de verkorte versie gebruikt: ‘God zy met ons’. De reden waarom dat er op is gekomen, is overigens niet zo verheffend. Om ‘het besnoeyen moeylijker te maken’. Oplichters sneden het randje van de zilveren munten af en smolten dat om. Dat wilde men dus voorkomen. Aan de andere kant had men toen ook een ander soort spreuk kunnen nemen, een gewoon spreekwoord bijvoorbeeld. Maar men heeft voor een Bijbelse spreuk gekozen. De regering van ons land was er toen nog van overtuigd dat ze afhankelijk waren van Gods zegen.

Daniël en zijn vrienden leefden ook bij die overtuiging. En daarom weigerden ze het voedsel van Nebukadnezar. Want als ze dat zouden nemen, dan zouden ze immers God tegen krijgen. En als je God tegen krijgt, -al heb je dan Nebukadnezar mee, al heb je de hele wereld mee- maar dat zal je niet baten. Maar als God voor je is, en als God met je is -al heb je de hele wereld tegen- dan komt alles goed. Het overduidelijke bewijs daarvan zien we bij de vier vrienden in Babel. Met geloofsmoed en in geloofsvertrouwen heeft Daniël heel vriendelijk de chef van de hofhouding (Melzar genaamd) verzocht of zij ander voedsel konden krijgen. En Melzar stemde er mee in. En daarin zien we duidelijk de genade van God. Hier grijpt God in. 9 En God gaf Daniël genade en barmhartigheid voor het aangezicht van den overste der kamerlingen. God zorgt er voor dat Melzar zich laat overhalen om aan Daniël en zijn vrienden toe te staan hun eigen voedsel te kiezen. En de Heere zegent dat eenvoudige voedsel. 15 Ten einde nu der tien dagen, zag men dat hun gedaanten schoner waren, en zij vetter waren van vlees dan al de jongelingen, die de stukken van de spijze des konings aten. De verklaring daarvoor moeten we niet in de natuur gaan zoeken, maar in de genade. Een natuurlijke verklaring was geweest dat die andere jongens er beter hadden uitgezien. Die veel en vet voedsel hadden gekregen. Zij zouden er eigenlijk veel beter hebben moeten uitzien. Maar het was net andersom. Want God was met de vrienden. En Hij zegende hun voedsel.

Dit hoofdstuk is vol met bewijzen van de zorg van de Heere voor deze jongens. Vol met bewijzen dat God met hen was. En het zal heus niet altijd makkelijk zijn geweest. Het waren toch ook heel gewone jongens. Zouden zij boven alle strijd en twijfel verheven zijn geweest? Zou de duivel geen enkel vat op hen hebben gehad? Was Daniël dan echt een uitzondering onder Gods volk? Zou Sadrach geen last hebben gehad van twijfels en aanvechtingen? En Mesach was toch ook zwak van moed en klein van krachten? En Abed- Nego kon toch ook niet zelf voor geloofsvertrouwen zorgen? Die jongens zullen allemaal toch weleens gezucht hebben? Dat is er immers in het leven van alle mensen die God vrezen? Die aanvechting van: je hebt dat nu wel gezegd, en je hebt het nu wel beloofd en je hebt het in je hart voorgenomen, maar heb je niet veel te grote woorden gesproken? Daniël wist van deze dingen. En Gods kinderen kennen allemaal iets van die geestelijke strijd. Tegen de twijfel, tegen de zwakheid.

Maar in die strijd was er de genade van God. En in die zwakheid mochten de vrienden de zorgende hand van God opmerken. En God blijft Zijn vleugels beschermend over die jongens uitbreiden. Dat is niet alleen in Daniël 1 zo. Nee, dat gaat de volgende hoofdstukken door. We zien het als de drie vrienden in de vurige oven worden geworpen. En als Daniël daar in de leeuwenkuil zit. Dat is toch iets verschrikkelijks geweest! Stel je het eens voor, dat je naar dat vuur gesleept wordt! Of dat je voor die brullende leeuwen wordt geworpen. Was dat verschrikkelijk voor die jongens? Nee hoor. Want de Heere was met Daniël. En met Sadrach en Mesach en Abed-nego. God heeft hen genade geschonken. God heeft hen beveiligd en beschermd. Daniël en zijn vrieden hebben al hun bekommernissen op de Heere mogen werpen. En toen werd alles rustig van binnen. Want Hij was met hen en Hij zorgde voor hen. Hun geloof werd wel beproefd. Maar ze werden niet teleurgesteld in hun vertrouwen. Niemand zal ooit teleurgesteld met God uitkomen. Het kan weleens anders gaan dan dat je zelf hebt gedacht en ook hebt gewild en gevraagd. Heel anders. En dat kan ook best weleens moeilijk zijn. Heel moeilijk soms. Maar teleurgesteld in God? Nee, dat zullen Gods kinderen nooit zijn. Kennen jullie dat prachtige vers uit de Mattheüs Passion van Johann Sebastiaan Bach? Befiehl du deine Wege, und was dein Herze kränkt, der allertreuste Pflege, Des, der den Himmel lenkt. In het Nederlands luidt het zo: Beveel gerust uw wegen / al wat u ‘t harte deert / der trouwe hoed’ en zegen / van Hem, die ‘t al regeert / Die wolken, lucht en winden / wijst spoor en loop en baan / zal ook wel wegen vinden waarlangs uw voet kan gaan. / Laat Hem besturen, waken / ‘t is wijsheid wat Hij doet! / Zo zal Hij alles maken / dat ge u verwond’ren moet / Als Hij, die alle macht heeft / met wonderbaar beleid / geheel het werk volbracht heeft / waarom gij thans nog schreit.

God zij met ons. Ik hoop dat het jouw gebed zal zijn. Ja, want dan kun je alles aan. Dan wordt elke weg begaanbaar. Als je al je zorgen en noden in het gebed op God mag werpen, dan worden óf die zorgen en noden weggenomen, óf God geeft je kracht om ze te dragen. Maar hoe dan ook: teleurgesteld in God? Nee, dat zul je nooit zijn.

makempeneers@kliksafe.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 16 april 2013

Bewaar het pand | 7 Pagina's

Daniël voor jongeren

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 16 april 2013

Bewaar het pand | 7 Pagina's