Een wijze raad bij troonswisseling

In ons land ligt de troonswisseling achter ons. Beatrix heeft afstand gedaan van de troon en haar zoon Willem- Alexander heeft haar plaats ingenomen. Onze tekst spreekt ook van een troonswisseling: Salomo neemt de plaats van zijn vader David in. Wat de nieuwe koning Salomo nodig had, heeft ook onze nieuwe koning nodig. Zult u er om bidden?

David bindt Salomo op het hart de Heere te kennen en te dienen. Het kennen van de Heere is niet alleen veel weten van de Heere, het houdt ook in met het hart ervaren wie de Heere is en wat Hij doet. Het is een bevindelijk kennen. David heeft met het hart ervaren wie de Heere is in Zijn rechtvaardigheid en barmhartigheid, in Zijn liefde en trouw, in Zijn almacht en wijsheid, in Zijn alwetendheid en goedertierenheid, in Zijn genade en vergeving. David heeft in de offerdienst het offer van Christus mogen gezien. Buiten dat offer is er geen zaligheid voor David, buiten dat offer is er voor niemand zaligheid. Heeft de Heere uw blinde zielsogen geopend? Hebt u eigen verlorenheid gezien en de zaligheid in Christus? De Heere had David koning gemaakt en ook tot een Koningskind gemaakt. Bent u al tot een Koningskind gemaakt? Het kennen van de Heere houdt in God erkennen en vrezen, Hem belijden, op Hem betrouwen en het van Hem verwachten. Salomo kan niet buiten het kennen van de Heere, Willem - Alexander kan er ook niet buiten en wij kunnen er niet buiten.
Het kennen van de Heere gaat samen met het dienen van Hem. ‘Ken den God uws vaders en dien Hem.’ David heeft de Heere mogen dienen. Dat is een wonder. Want in Adam hebben we ons van God afgewend. We hebben gekozen voor het dienen van de duivel. We zijn de satan gehoorzaam geworden. Christus is plaatsvervangend als een dienaar van de satan gerekend en geoordeeld opdat naar Gods welbehagen dienaren en dienaressen van de satan weer tot dienaren en dienaressen van God zouden worden. Het dienen van de Heere betekent het handelen naar Zijn geboden, de geboden van de eerste tafel van de wet en de geboden van de tweede tafel van de wet. Ieder mens dient de Heere te vrezen en Zijn geboden te houden. De Heere doet wonderen, Hij maakt doden levend. Kent u dat wonder in uw leven?

De Heere eist het hart. David zegt tot zijn zoon Salomo: ‘en dien Hem met een volkomen hart en met een willige ziel.’ Twee heren dienen is onmogelijk. De Heere eist het gehele hart, de gehele ziel en al de vermogens. Hij eist een dienen uit liefde, een gewillig dienen. Het is een wonder als leven mag in het binnenste: ‘U kiest mijn hart voor eeuwig tot zijn Koning.’

David onderstreept zijn woorden met een aansporing: ‘Want de HEERE doorzoekt alle harten en Hij verstaat al het gedichtsel der gedachten.’ De HEERE is de Alwetende. Hij ziet, hoort en doorziet alles. Hij ziet wat onze nieuwe koning doet als koning, maar ook wat hij doet in zijn gezin. Het geldt ons allen. De HEERE ziet wat wij doen op ons werk, op school en ook wat we thuis doen. Hij kent al onze gedachten, begeerten en verlangens. Zo zag God voor de zondvloed dat al het gedichtsel der gedachten des harten te allen dage alleenlijk boos was. Dit was na de zondvloed niet anders. Dit geldt ieder mens van nature. Uit het hart komen voort boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen (Matth. 15:19). Ieder zal eenmaal verantwoording moeten afleggen tegenover de allerhoogste Koning. Dat geldt prinses Beatrix, dat geldt koning Willem- Alexander, dat geldt alle leden van ons koningshuis, dat geldt ons allen. Gods kinderen weten van ontdekking aan hun verdorven gedachten, maar mogen door genade ook overdenken wie de HEERE is, wie Christus is, wie de Heilige Geest is en hoe de Heere van geestelijk dood geestelijk levend heeft gemaakt en het geestelijke leven in stand houdt. Zingt het mee bij u van binnen: ‘Mijn hart, vervuld met heilbespiegelingen, zal ’t schoonste lied van enen Koning zingen?’

David benadrukt de ernst van zijn woorden: ‘indien gij Hem zoekt, Hij zal van u gevonden worden; maar indien gij Hem verlaat, Hij zal u tot in eeuwigheid verstoten.’ Koningen zochten de Heere onder moeilijke omstandigheden door middel van een profeet. Dat zoeken van de Heere is gericht op het wegnemen van de nood. De Heere werd gezocht in tijden van oorlog en in tijden van ziekte. We lezen van koning Asa in 2 Kron. 16:12 dat hij aan het einde van zijn leven toen hij ziek was de HEERE niet zocht, maar dat hij de medicijnmeesters zocht. Hij nam zijn toevlucht niet tot de Heere. Heel anders was het bij koning Hizkia. Toen hij zeer ernstig ziek was zocht hij de Heere. God zoeken gaat gepaard met bidden tot de Heere. Wie als koning de Heere mag zoeken, zal van Hem gevonden worden. Dat geldt alle ware zoekers: zoekers worden vinders. Het is een onbegrijpelijk groot wonder de Heere te mogen zoeken. Want we lezen duidelijk in de Bijbel dat er niemand is die God zoekt. God is altijd de Eerste in het leven van een verloren zondaar. Hij begint Zijn werk van genade, waar niemand ooit uit eigen beweging zou beginnen de Heere te zoeken en te vrezen. Is er bij u veel strijd, twijfel en ongeloof? Dan klinkt het bemoedigend in Psalm 69:33b en 34 ‘en gij die God zoekt, ulieder hart zal leven. Want de HEERE hoort de nooddruftigen, en Hij veracht Zijn gevangenen niet.’ David laat een ernstige waarschuwing horen in de woorden: ‘maar indien gij Hem verlaat, Hij zal u tot in eeuwigheid verstoten.’ Verlaten betekent het verbond des HEEREN verlaten en het neerbuigen voor andere góden en het dienen van die afgoden (zie Jeremia 22:9). Wij hebben in Adam God verlaten. Godkrachtig zou verwerpen. Hoe is I mogelijk dat dit niet gebeurt? D is alleen mogelijk door het werk van Christus. Hij heeft ten volle de Godverlatenheid ondervonde Psalm 22 is in Hem in vervulling gegaan: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’ Christus werd van God verlaten om de nabijheid Gods te verwerven voor Godverlaters. Wie de Heere niet kent en niet dient me het hart en met een willige ziel, 1 nog onder het oordeel. Haast u < uws levens wil. Wie door genade Heere echt mag kennen en dient zal eenmaal genezen zijn van alle zonde, en zal de Heere volmaakt en eeuwig mogen dienen en Hen eeuwig de eer van Zijn Eigen wei geven.s kinderen verlaten nog zo vaak na ontvangen genade de Heere. Het zou rechtvaardig zijn als de HEERE tot in eeuwigheid zou verstoten,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen