Abraham Hellenbroek (19)

De preek van Abraham Hellenbroek waar wij u enige zaken uit door willen geven gaat over 1 Joh. 2:20 ‘Doch gij hebt de zalving van den Heilige, en gij weet alle dingen.’

De afval van uiterlijke belijders en de volharding der heiligen zijn geen tegenstrijdige zaken. De Bijbel laat ons zien dat er zijn die met de hond wederkeren tot hun eigen uitbraaksel en met de gewassen zeug tot de wenteling in het slijk. Er zijn er die terstond geërgerd worden als er verdrukking komt om des Woords wil. Aan de andere kant kan niemand Gods kinderen uit de hand van God rukken. Zij worden in de kracht Gods bewaard door het geloof tot de zaligheid. Zij die afvallen behoren niet tot Gods gekochte volk, zij die bewaard worden wel. Johannes waarschuwt in 1 Joh. 2:15-17 tegen de liefde tot de wereld. In vs. 18 schrijft Johannes over de antichrist. In vs. 19 schrijft hij dat zij die van ons zijn uitgegaan nooit tot Gods volk behoord hebben. Ware gelovigen blijven. De tekst geeft de oorzaak daarvan aan.

Zalving
Het woordje “doch” tekent een tegenstelling. Voor Gods kinderen is er geen gevaar van afval, zij kennen genade die hen staande houdt. Met het woordje “gij” worden ware gelovigen bedoeld. Hellenbroek schrijft dat met “de Heilige” de Vader, de Zoon en de Heilige Geest worden bedoeld. Het Wezen Gods is heilig, God is volmaakt heilig, alles overtreffend heilig, in alles heilig, het voorbeeld van heiligheid voor het schepsel en de oorzaak van alle heiligheid buiten Hem. God is de oorzaak van de zalving der gelovigen. Het woord wat in de oorspronkelijke taal voor “zalving” wordt gebruikt ziet niet alleen op de daad van het zalven zelf, maar ook op de zalf waarmee men wordt gezalfd. We dienen niet aan ziekenzalving te denken, ook niet aan een zalving voor of na de doop of aan het laatste oliesel van de roomsen. Het gaat hier om een geestelijke zalving en geestelijke zalfolie. In het Oude Testament treffen wij de zalving aan: priesters, koningen en profeten werden gezalfd. Zalving betekent dat iemand wordt aangewezen om een ambt te bekleden. Toen David gezalfd werd betekende dit dat hij uitverkoren, aangewezen was om koning te zijn, om het te zijner tijd ook daadwerkelijk te worden. Toen Salomo gezalfd werd, werd hij daadwerkelijk koning. Zalving betekent ook dat je de gaven en bekwaamheden ontvangt om een ambt te bekleden. Gods kinderen zijn van eeuwigheid verkoren, in de tijd ontvangen zij genade door middel van de roeping. We lezen in 1 Petrus 2:9 ‘een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk.’ Zij worden ook bekwaam gemaakt door de geestelijke zalfolie, door des Heeren Geest, de Heilige Geest. Gods kinderen worden gezalfd tot priesters, koningen en profeten. Gods kinderen zijn tot priesters gezalfd: zij dienen de Heere en zij bidden tot God. Zij brengen geestelijke offeranden: een gebroken hart, kalveren der lippen, milddadigheid, gebeden waarin de Heere wordt verheerlijkt, ja hun lichaam zelf. Zij bidden voor anderen en zijn anderen tot zegen. Gods kinderen zijn tot koningen gezalfd: zij munten uit in de wereld, zij hebben heerlijkheid en majesteit, zij zijn bezitters en eigenaars van een heel Koninkrijk en van Koninklijke goederen, zij regeren zichzelf en al hun ledematen, zij heersen over duivel, zonde en wereld en strijden koninklijk tegen hun geestelijke vijanden. Gods kinderen zijn tot profeten gezalfd. Wijsheid wordt hen ingestort. In Jesaja 54:13 staat ‘al uw kinderen zullen van den HEERE geleerd zijn.’ Net als de profeten onderwijzen zij anderen. Johannes wijst bijzonder op de zalving tot profeet als hij neerschrijft ‘en gij weet alle dingen.’

Kennis
Profeten hadden grote kennis van Goddelijke zaken. Wie anderen onderwijst, dient zelf kennis te hebben. Ook Gods kinderen hebben kennis. ‘Alle dingen’ kan niet betekenen dat Gods kinderen alles weten. Alleen God weet alles. Ook de Heere Jezus weet naar Zijn godheid alle dingen. Als het over Gods kinderen gaat moeten we denken aan dingen die door een mens gekend kunnen worden. Het ziet niet op het kennen van de dingen van deze wereld, maar het heeft betrekking op kennis van geestelijke dingen. Gods kinderen weten heel veel dingen door het licht der genade. We kunnen ook denken aan een vergelijking met de tijd van het Oude Testament. In het Nieuwe Testament is de Heilige Geest uitgestort, waardoor de kennis toegenomen is. Vele schaduwachtige dingen uit het Oude Testament zijn vervuld. ‘Alle dingen’ betekent ook alle noodzakelijke dingen. De Heilige Geest leidt in al de waarheid. ‘Alle dingen’ kan ook betrekking hebben op datgene wat Johannes te voren geschreven had. ‘Alle dingen’ betekent ook allerlei dingen. Het houdt niet in dat Gods kinderen volmaakte kennis hebben, zij kennen ten dele (1 Cor. 13:9). Zij hebben wel kennis van allerlei geestelijke zaken. Gods kinderen weten veel van geestelijke zaken door hun verstand en door ondervinding. Gods kinderen kennen geestelijke zaken in hun wortel. Hun kennis is geestelijk en zaligmakend, verheven boven natuurlijke kennis. Een onbekeerde weet alleen de woorden van de zaken, een kind van God kent de zaken van de woorden. De Heilige Geest laat de zaken op de juiste wijze zien. Gods kinderen weten veel meer dan de wijzen van deze wereld die geen genade kennen. Dat Gods kinderen veel weten betekent niet dat de prediking en de Heilige Schrift geen nut hebben. Woord en Geest gaan samen.

Toepassing
Ieder kind van God is een gezalfde des Heeren. De Allerhoogste Zelf heeft hen gezalfd met de Heilige Geest. Wie gezalfd wordt is gering, onwaardig en nietig in zichzelf. De zalving is dierbaar, aanbiddelijk en wonderlijk. De Heere heeft van eeuwigheid gezalfd door verkiezing. In de tijd is Gods kind gezalfd door hemelse roeping. Door zalving ontvangt Gods kind bekwaamheid en alles wat nodig is om zich als een gezalfde te openbaren. Het is een uitnemende heerlijkheid geestelijke priesters, koningen en profeten te zijn en alle dingen te weten. De allerminste gelovige is wijzer dan al de wijzen van deze wereld bij elkaar.

“Maar denk echter niet dat allen die de naam van christenen dragen ook aan die zalving deel hebben. Och, daar zijn er zo velen die met de naam nog vreemd zijn van de zaak en daad zelf.” Dat zijn zij die geen krachtdadige roeping tot wedergeboorte kennen. Zij durven zelfs te spotten met het genadewerk van Gods Geest in anderen. Wie de Heilige Geest mist gedraagt zich niet als een geestelijke priester, koning en profeet. Zij kunnen anderen als profeet ook niet onderwijzen, zij hebben er ook geen lust in. Velen hebben een verdoemelijke onwetendheid. Het ontbreek aan geheiligde en zaligmakende kennis van de dingen Gods. De kennis zit hooguit in het verstand en in het geheugen. “Van de wegen Gods in het hart hebben zij nooit iets van ondervonden.”

Gods kinderen hebben ware kennis. Die ware kennis maakt het hart en de genegenheden gaande. Alles wordt in het werk gesteld om de gekende zaak te zoeken en te verkrijgen. Geheiligde kennis gaat gepaard met gevoelige genieting, het is een bevindelijke kennis. Geheiligde kennis maakt niet opgeblazen, maar nederig. Het is een heiligmakende kennis: geloven en handelen zijn met elkaar verbonden.
Wie geen geheiligde kennis heeft, staat buiten de zalving van de Heilige. Bent u gesteld op aanzien in de wereld? Er is niets hogers dan gezalfde des Heeren te worden: dan bent u profeten, priesters en koningen. Wilt u wijs wezen? Hier is de weg om alle dingen te weten. “Kom, probeer eens uw vervreemde staat te zien en dat u de ware zalving nog mist. Tracht u te wenden naar de Heere Jezus, terwijl Hij het is Die die zalving verdiend en de zalfolie te koop heeft, zoals Hij in de Openbaring van Johannes daarmee naar voren komt. Biedt uzelf zo goed als u kunt geheel aan de Heere aan om u geheel en al te laten zalven door des Heeren Geest. Houd er met veel zuchten om aan voor de troon van God, bij die Heilige, opdat Hij u ook Zijn zalving doe genieten, waardoor u alle dingen weten mag. Sla ook de weg in van ernstig gebruik der middelen, waaronder de Heere gewoon is te zalven. En o, dat zal onder des Heeren genade voor u profijtelijk zijn.”

Kinderen van God, erken dankbaar het werk van God. Zoek toe te nemen in de zalving van de Heilige. Gedraag u als priesters, koningen en profeten. Het is uw voorrecht alle dingen te weten. Sta naar meer kennis door het gebruik van de middelen om al meer geestelijke kennis te mogen verkrijgen, om als profeten anderen in uw kennis te laten delen, om in moeiten u beter te kunnen redden om op die wijze altijd het sieraad van een verstandig christen te vertonen.

Als u gesmaad en veracht wordt in de wereld is het een heerlijkheid gezalfd te zijn. De Heere zal het vergelden als Zijn gezalfden door vijanden worden aangevallen. Onder kruis en verzoeking onderwijst u de Heilige Geest. In tijden van onzekerheid en heen en weer geslingerd worden mag u door zalving weten wat u van God geschonken is. De dood kan u niet scheiden van de erfenis waar u als gezalfde recht op hebt. Door de dood zal uw zalving volmaakt worden. Dan zult u alles weten. Verstand en kennis zullen volmaakt en onbeneveld zijn. Dan zal gelden: “en u door Goddelijk licht zult kennen, gelijk u van den Heere gekend bent, om u daar en dan in de genieting van al het gekende voor eeuwig te verlustigen.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen