Religieuze gevoelens (2)

Christelijke levenswandel
We willen uiteraard ook aandacht geven aan de godsdienstige gevoelens die wel echt zijn. We lezen daarover op blz. 415 “Genadige en heilige gevoelens vinden hun uitwerking en vrucht in een christelijke levenswandel. Hiermee bedoel ik dat deze gevoelens zo’n invloed en macht uitoefenen op hem die hieraan onderworpen is, dat zij een levenswandel veroorzaken die in alle delen overeenkomt met, en aangestuurd wordt door christelijke regels.” Dat houdt drie dingen in: Ten eerste dat de handel en wandel in de wereld overeenstemt met christelijke regels en daardoor wordt bestuurd. Ten tweede dat men boven alles bezig is met zo’n heilige wandel, met grote ernst en ijver. Ten derde dat men erin volhardt tot het einde van het leven. Er kan bij ware gelovigen wel sprake zijn van verachtering in de genade, maar zij kunnen niet zover afvallen dat zij genoeg hebben van de godsdienst en het dienen van God, er een afkeer van krijgen en het verachten, blz. 424. We lezen op de blz. 424 en 425 “Een waar gelovige kan ook niet zover afvallen dat het zover komt dat er geen opmerkelijk verschil meer bestaat tussen zijn handel en wandel voor en na zijn bekering. Zij die waarachtig bekeerd zijn, zijn nieuwe mensen, nieuwe schepselen. Niet alleen van binnen, maar ook van buiten. Zij zijn geheel en al geheiligd, naar geest, ziel en lichaam. Oude dingen zijn voorbijgegaan, het is alles nieuw geworden. Zij hebben een nieuw hart, nieuwe ogen, nieuwe oren, nieuwe talen, nieuwe handen, nieuwe voeten, dat is een nieuwe handel en wandel. Zij wandelen in nieuwigheid des levens, en gaan daarmee door tot het eind van hun leven. Zij die afvallen, en dat ook zichtbaar, tonen dat zij nooit met Christus waren.”

Heiligmaking
Edwards ziet de heiligmaking als het beste bewijs van ware godzaligheid. Het is de dure plicht van Gods kinderen hun vermogen te delen met de armen. Daaruit blijkt de oprechtheid van hun liefde tot Christus. Een heilige levenswandel is voor het eigen geweten van gelovigen het beste bewijs van hun oprechtheid. Dit ontbrak bij de rijke jongeling (blz. 282). Christus beproefde hem. “Deze jongeling scheen grote achting te tonen voor Christus. Knielend kwam hij tot Hem, noemde Hem ‘goede Meester’ en beleed zijn gehoorzaamheid aan al de geboden. Maar Christus beproefde hem, door hem te vragen heen te gaan en alles wat hij had te verkopen en aan de armen te geven, vervolgens terug te komen om zijn kruis op te nemen en Hem te volgen. Hij zei hem dat hij een schat in de hemel zou hebben.” Dan lezen we in Matth. 19:22 ‘Als nu de jongeling dit woord hoorde, ging hij bedroefd weg; want hij had vele goederen.’ Het ontbrak hem aan liefde tot God, tot Christus en tot de naaste. Op blz. 495 staat weergegeven hoe de Rechter zal oordelen op de oordeelsdag. “De Rechter zal er op de oordeelsdag niet toe overgaan om mensen te onderzoeken aan de hand van hun ervaringen (om het menselijk geweten te overtuigen, en hen te tonen aan de wereld), of ieder mens zijn verhaal laten vertellen over de manier van zijn bekering. Nee, zijn werken zullen naar voren gebracht worden als bewijs van wat hij is, en wat hij gedaan heeft in het licht en in het duister. Pred. 12:14 ‘Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed, of hetzij kwaad.’ In het onderzoek waaraan belijders op de dag van het oordeel onderworpen worden, zal God gebruikmaken van dezelfde bewijzen, tot vertoning aan henzelf en aan de wereld, als waarvan Hij gebruikmaakt in de verzoekingen en beproevingen naar Zijn voorzienigheid hier, namelijk hun wandel, in de momenten waarop Christus en andere zaken recht tegenover elkaar komen te staan. Op de dag van het oordeel zal God de belijders wegen op een zichtbare weegschaal, tot openbaring van Zijn rechtvaardig oordeel. En die weegschaal zal dezelfde zijn als die waarin Hij nu mensen weegt, zoals dat reeds beschreven is.” God zal dus oordelen naar de gehoorzaamheid en naar de werken. We lezen in Joh. 14:21 ‘Die Mijn geboden heeft, en dezelve bewaart, die is het, die Mij liefheeft.’We besluiten met een kort citaat dat we vinden op blz. 499 “Een heilige levenswandel is het beste bewijs van een zaligmakend geloof. Het is duidelijk dat de apostel Jakobus spreekt van werken, als hetgeen dat het geloof op uitnemende wijze rechtvaardigt, of (en dat is hetzelfde) de belijder van het geloof rechtvaardigt. Het verdedigt en toont de oprechtheid van hun belijdenis, niet alleen voor de wereld maar ook voor hun persoonlijke geweten.”

N.a.v. Jonathan Edwards, Religieuze gevoelens, gebonden, 523 blz., € 24,95, Uitgeverij Om Sions Wil, Gouda, ISBN 978-94-91586-10-1.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen