Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. D.W. Tuinier, Groot loon, de Tien Geboden vanuit Gods Woord aan jongeren uitgelegd deel 1, gebonden, 86 blz., € 12,95, Uitgeverij om Sions Wil, Gouda, ISBN 978-94-91586-23-1.
Ds. Tuinier is predikant van de Gereformeerde Gemeente te Aagtekerke. In dit boekje behandelt de auteur de eerste tafel van de Wet voor jongeren. Op een eenvoudige, begrijpelijke en eerlijke manier houdt hij de spiegel van de Wet voor. Aan het eind van elk hoofdstukje zijn enkele vragen ter overdenking opgenomen. Om de Wet echt te houden is liefde nodig. Als je van je oma houdt, doe je graag iets voor haar. Als je de Heere lief hebt, is Zijn Wet niet zwaar. In het houden van Gods geboden is groot loon. Maar dat loon is wel genadeloon. Het is niet het loon dat je bijvoorbeeld krijgt voor je zaterdagbaantje. De auteur laat zien dat er naast verbondstrouw ook sprake is van verbondswraak. We lezen op blz. 15 “Let op, de Verbondsjehova is de Getrouwe in Zijn beloften, maar ook als het gaat om Zijn dreigingen. In Zijn Woord openbaart Hij Zich in Zijn verbondstrouw bij gehoorzaamheid, maar ook in Zijn verbondswraak in een weg van ongehoorzaamheid.” De Wet is in de eerste plaats kenbron van onze ellende. In de tweede plaats is de Wet tuchtmeester tot Christus en in de derde plaats is de Wet regel om naar te handelen in het leven van de heiligmaking. God vraagt het hart: Geef Mij je hart (Spr. 26:23). Als de Heere het hart krijgt, dan krijgt Hij alles. Uit de eis: Geef Mij je hart, blijkt dat God ons hart niet heeft. Wij hebben ons hart aan de duivel gegeven. We sluiten af met een citaat dat we lezen op blz. 22 “Jamaar, ik kan mijn hart toch niet aan God geven?’ Dat is waar, je kunt het niet. Dat is je onmacht. En je wilt het ook niet. Dat is je onwil. Maar…hoe zeg je dat? Hoe weet je dat? Zeg je het alleen met je verstand? Of heb je het van de Heere geleerd? Als God in je leven komt, dan leer je je onmacht, maar hij ontdekt je ook aan je onwil. En dat wordt je tot diepe smart en schuld. En zo brengt hij je aan Zijn voeten met het gebed uit Psalm 51: ‘Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in het binnenste van mij een vaste geest’ (vers 12. En dat blijft je gebed, elke dag.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 oktober 2013

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 oktober 2013

Bewaar het pand | 12 Pagina's