Wat doet God?

Schrift en belijdenis
Het is niet onbekend hoe er in de vorige eeuw geacht werd over Schrift en belijdenis. Een goed geluid werd gehoord. Op catechisatie werd er ook aandacht aan besteed. De jongelui moesten weten wat de leer is naar de godzaligheid. Het kennen moet leiden tot vasthouden en veel gebed om beleving. De prediking ging niet langs de belijdenis. Althans zo was het in positief Gereformeerde kringen. Zeker, er werd ook gestreden en geleden. Verwijdering en scheuringen bleven niet uit. Het was ook niet alles goud wat er blonk. Maar er was goud. Wat kon er bijvoorbeeld in Rotterdam gehoord worden. Schriftuurlijke confessionele prediking. Er werd over gesproken. De beleving was geen onbekende zaak. Wordt er nog naast het Woord naar de belijdenis gegrepen? Gaat de belijdenis mee de kansel op? Natuurlijk naar gelang de tekst is. De belijdenis bevat veel. Er is zoveel geput uit het Woord en geformuleerd naar het Woord. Ja maar de taal en de stijl. Onoverkomelijk? Onbegrijpelijk? Het is te vrezen dat dit komt door het niet weten van essentiële zaken uit de Schrift. Wordt er nog op gewezen wat wedergeboorte, wat bekering is?

Liefde
Het lijkt dat de zaken zoals die altijd doorgegeven zijn nu niet meer zo belangrijk zijn of anders gevuld moeten worden. Naar de eisen van de tijd. Wat de preek moet zijn, maakt de tijd uit. De ontwikkeling onder de mensen is toegenomen. De kennis is toegenomen. De kennis is breder en dieper geworden. Men denkt en leeft vandaag anders. De Bijbel, de theologie en de ethiek behoren ruimte te geven en zo wordt ieder gediend. Zeker, er wordt niet gepropageerd om het genoemde los te laten, maar ruimte voor bepaalde aanpassing behoort er te zijn. Het komt in het leven aan op de liefde, liefhebben. We behoren afstand te nemen van de starheid, de stroefheid, die er tot in de vorige eeuw waren. Het gebod van Jezus dient gehonoreerd te worden: God lief te hebben boven alles en de naaste als zichzelf. En je druk maken of je zorgen maken over je geestelijke welzijn is een ophouder op de weg. Het komt goed met je. Je gelooft toch dat Jezus voor je zonden gestorven is en Hij wil je liefhebben. Nu dan, laten we samen ons geloof sterken en laten we samen bespreken wat we aan moeten met de problemen van vandaag. We mogen verwachten dat we ook een handreiking krijgen van de preekstoel. Belijdenissen en geschriften hebben we niet meer nodig. Die zijn tijdgebonden. Trouwens, wie maakt nog gebruik van geschriften die inmiddels al 3 of meer eeuwen oud zijn? Het zijn museumstukken.

Inhoud
Zitten we nu als handhavers en belijders van de drie formulieren van enigheid in een moeilijk parket? Beslist niet. Zeker, de belijdenissen spreken een taal uit het verleden en de stijl hoort daarbij. Maar we mogen het daarbij niet laten. De onbegrijpelijkheid heeft grenzen. Bijzonder het inhoudelijke van de belijdenis is niet verouderd. Het is ook niet voor verbetering vatbaar. Het grote belang van de belijdenis dient een ambtsdrager te weten. Of allen daar vandaag nog van doordrongen zijn en daarom zich inzetten om de inhoud te weten en te verstaan is een open vraag. De naamgeving ‘gereformeerd’ is ook niet meer zo ‘in’. Wat betekent de naam van een kerk nog. Gaan we de historie na, dan is de naamgeving Christelijk Gereformeerd in 1892 niet als een etiket gegeven maar als een identiteit. Niet om in een isolement te leven, maar om vanuit Schriftuurlijk en confessioneel belijden intern te leven en zo contact te zoeken met kerken, gemeenten, die Schrift en belijdenis honoreren.

Andere prediking
De interne situatie in gemeenten staat daar niet buiten. Welk een verschil, zelfs welk een tegenstelling is er ook in prediking en pastoraal beleid vergeleken met het verleden. Er wordt zelfs gehoord: we leven in de een en twintigste eeuw. Het algemeen gezegde ‘andere tijden, andere zeden’ wordt zo overgenomen ‘andere tijden, andere prediking’. Eigentijdse prediking. Eigentijdse diensten. Zo is er een aanpassing. Dit gaat gepaard met een afstand nemen van een confessionele prediking naar de Schriften. En dat niet alleen. Zo wordt de gemeente niet geleid naar het Woord, maar de gemeente wordt misleid. Hoe durft men nog met de naam ‘gereformeerd’ te komen onder de ogen van God?

Wonderen
Iemand zei: Wie goed gereformeerd is, is bekeerd. Die uitspraak is niet overtrokken. Er zit een kern van waarheid in. Wat in art. 11 staat is erbij betrokken. Het gegeven in art. 11 mag in de prediking niet ontbreken. Als we lezen over de ware bekering gewerkt in het hart, dan gebruikt God de Heere hiervoor allereerst de prediking van het Evangelie. De Heere Jezus benadrukt dit in Zijn onderwijs en welk een opdracht heeft Hij Zijn discipelen gegeven. Die opdracht is niet tijdgebonden. Vandaar dat dit in de drie formulieren van enigheid als doel van de prediking dit ons wordt voorgehouden. Prediking staat boven studiegroep of gesprekstheologie. De Kerk, het gemeentelijk samenzijn, is hoogst belangrijk. De Kerk naar Handelingen 2, is het werkterrein van de Heilige Geest. De Heilige Geest voegt Zich bij de Schriftuurlijke prediking en komt in het hart. God de Heere doet wonderen. Hand. 16 is daar een voorbeeld van.

Gods daden
Duidelijk uitgewerkt kunnen we Gods daden lezen in art. 11. Onder de prediking wordt het verstand door de Heilige Geest verlicht. Want het verstand is door de zonde verduisterd. Het verstand is verblind. De rechte Godskennis, zelfkennis en Christuskennis ontbreken. We zijn geestelijk blind geworden. Wie steigert, moet de brief aan Laodicea lezen, Openbaring 3. De Heilige Geest opent ogen. De Heilige Geest doet verstaan wat de prediking zegt. Zo komt het op onderscheiden wijze tot aanvaarden en persoonlijk kennen. Bijzonder het kennen van God en Goddelijke zaken. Wat gehoord, geloofd en aanvaard wordt. Het is niet beperkt tot het verstand wat de Heilige Geest doet. De Heilige Geest richt Zich op heel de mens. De Heilige Geest gaat de gehele mens beheersen, bewerken. En dat naar de wil van God. Welk een heil is er in het spreken en het doen van de drie Goddelijke Personen. Laten we er steeds acht op geven. Welk een werk komt er naar de wil van God door de Heilige Geest in hart en leven tot stand. Dit gegeven verrijkt de prediking. Indien het ontbreekt, dan is de tekening van het geestelijke leven, van het geloofsleven, te vergelijken met kunstbloemen. Van harte behoren we bijzonder als ambtsdragers het eens te zijn met wat geschreven is. Het jongste belijdenisgeschrift, de Dordtse Leerregels, is vol geestelijke leiding. Het is het meest bevindelijke belijdenisgeschrift. Er worden lijnen getrokken voor het geloofsleven die nog altijd betekenis hebben en die zakelijk niet in de prediking mogen ontbreken. Wie er voor Gods aangezicht amen op zegt, weet zich één met allen die een dierbaar geloof hebben ontvangen. Zondag 21 staat niet buiten het leven. Dan heeft de kerkelijke muur poorten en is er contact met en aanvaarding van anderen. Laat het daartoe meer komen. Want de aanval, zelfs zeer listig, op het Schriftuurlijk confessioneel beginsel is toegenomen en kan verblindend gaan werken. Men spreekt en werkt met de Bijbel in de hand. Denk aan het rapport ‘God met ons’.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen