Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Daniël voor jongeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Daniël voor jongeren

Daniël 3:21 Toen werden die mannen gebonden (…) en zij wierpen hen in het midden van de oven des brandenden vuurs.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hou jij er rekening mee dat de hel bestaat? Of denk je dat het allemaal wel mee zal vallen? En kun je het eigenlijk niet geloven dat zoiets als het onuitblusselijk vuur bestaat? Steeds minder mensen denken dat de hel echt bestaat. In 2012 bleek na onderzoek dat slechts 25% van de Nederlandse bevolking erin gelooft. En van alle christenen in Nederland ligt dat percentage op 60. Maar zou dát niet één van de oorzaken zijn van het verval in de kerk van Nederland? Dat er in veel kerken weinig of nooit over de hel gesproken wordt? John Bunyan zegt ergens dat de duivel de aandacht van de hel wil afleiden. Want de duivel weet, dat als een mens ernstig gaat nadenken over de hel, het niet lang zal duren of hij zal met zijn zonden breken en met ernst de weg ter zaligheid gaan zoeken.

Misschien roept dit onderwerp wel vragen bij jullie op. ‘Is het niet beangstigend om daarover te preken? Worden vooral kinderen daar niet erg bang van? En kun je niet veel beter over de liefde van God spreken, dan over de straf van God?’ Maar jongelui, als dit soort vragen bij je opkomt, dan hoop ik dat je beseft dat die opkomen uit een hart waarvan God zegt dat het arglistig is. En ik hoop dat je ziet dat ons arglistige hart altijd weer probeert om onder de ernst van Gods Woord uit te komen. En daar hebben we allemaal argumenten voor. De één zegt: ‘Dat is Middeleeuwse bangmakerij’. En de ander zegt: ‘God bekeert geen mensen door angst en schrik. Het zijn de goedertierenheden des Heeren die tot bekering leiden’. Maar dan heb ik ook een vraag: zou God het dan zómaar hebben geopenbaard? Waarom heeft Paulus het dan over de schrik des Heeren? Nog een vraag: weet je Wie er het meest over de hel gesproken heeft? De Heere Jezus. Het Griekse woord ‘Gehenna’ (in onze Bijbel vertaald met ‘hel’) komt 12 keer in het Nieuwe Testament voor. En van die 12 keer komt het 11 keer uit de mond van Jezus… Dat moet ons wat te zeggen hebben. En natuurlijk, ik preek ook liever over de hemel dan over de hel. Maar, heb ik wel een keus? Moeten Gods knechten niet ‘de vólle raad Gods’ verkondigen? En dat gaat niet alleen over de liefde van God, maar ook over Zijn toorn. Dan mag er niet alleen over de hemel worden gesproken, maar dan moet het óók over de hel gaan.

In Daniël 3 gaat het over vuur. En dat is in de Bijbel het symbool voor de toorn van God. En wij leren uit dit hoofdstuk dat de Enige Die ons voor dat vuur kan bewaren, de Heere Jezus is. Die in Daniël 3 als de vierde Persoon in de oven van Nebukadnezar aanwezig was. De drie vrienden werden door Hem beschermd. Dat is nog steeds zo. Als je zonder Jezus bent, is er geen leven. En dan krijg je vandaag de dag niet te maken met de oven van Nebukadnezar. Maar als je nooit bij de Heere Jezus hebt leren schuilen. Als je niet gekocht bent met Zijn bloed. Dan krijg je toch een keer te maken met een oven. Met een verterend vuur, en een eeuwige gloed. Dan kom je op een plaats waar juist de Heere Jezus met ernst en bewogenheid over gesproken heeft. En dan wijs ik je op twee beelden die Hij meer dan eens heeft gebruikt. Hij gebruikte het beeld van de buitenste duisternis en van het onuitblusselijke vuur. En dan zegt Hij: ‘Aldaar zal wening zijn en knersing der tanden’. Eigenlijk staat er in de grondtekst: daar zal dé wening zijn en dé knersing der tanden. Dat wil zeggen: alle verdriet van deze aarde is maar een voorproef van hét verdriet daar. Alle tandengeknars van spijt, wroeging en verzet is maar een voorproef van dé knersing der tanden in de buitenste duisternis. Mag ik je het met ernst vragen: als er dan zó’n plaats is: de buitenste duisternis en het onuitblusselijk vuur. Waar dé wening en dé knersing der tanden is. Dan heeft toch niets op aarde énige waarde, voordat ik weet, dat ik daar niet zal zijn? Jongelui, kun je dan nog lekker gaan slapen als je gevaar loopt dáár je ogen open te doen?

Ik geloof dat deze gedachte mede bepalend is geweest voor het geloof van Mozes. We lezen daarvan in Hebreeën 11. Mozes was rijk. Hij was machtig. Maar op een goede dag is hij de balans gaan opmaken van zijn leven. Door het geloof. En toen heeft hij ontdekt: de schatten van Egypte zijn tijdelijk. De genietingen van de zonde zijn tijdelijk. Evenals het plezier in de wereld. En als Egypte voorbij is, als het leven voorbij is, dan wordt het eeuwigheid. En dan is daar ‘de vergelding des loons’. God zal alles in het gericht brengen. Heb jij zó al eens de rekensom van je leven gemaakt? Heb je alles al eens eerlijk op een rijtje gezet? Radio 538? Tijdelijk. De verslaving aan games en social media? Tijdelijk. Je mooie kleren? Tijdelijk. Je zorgeloze leven? Tijdelijk. En dan? Gaat weg van Mij, gij vervloekten! in het eeuwige vuur… En daar moet je dan helemaal alleen in. Daar zal de Zoon van God niet bij zijn. Die straf zul je dan helemaal alleen moeten dragen. Mijn jongen of meisje, is dát dan je toekomst? Zul je dáár de eeuwigheid gaan doorbrengen? Laat dat toch zo niet zijn! En het hoeft ook zo niet te zijn! Want de Zoon van God is nedergedaald ter helle. Hij is in dat vreselijke lijden geweest. Hij heeft de last van de toorn Gods gedragen. Hij is in de plaats van Zijn volk afgedaald in de vurige oven van Gods toorn. En de vlammen hebben Hem op Golgotha verteerd. Toen Hij door Zijn Vader werd verlaten. En Hij het in het allergrootste verdriet heeft uitgeroepen: Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? Schuil vandaag nog bij die vierde Man. Vlucht met je zonde, je nood, je angst, je verdriet tot Christus. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.

makempeneers@kliksafe.nl


Met een ontwaakt geweten zijn al duizenden verloren gegaan. Wanneer de Heere ons echter zaligmakend bearbeidt, drijft het ontwaakt geweten de mens uit tot God, om twee dingen te beleven. Eerstelijk: om zijn zware zondeschuld hartelijk te belijden. Dan wordt het: “’k Verberg geen kwaad dat in mij wordt gevonden.” Ja, hij zal zelfs vragen: O, Heere, ontdek mij naar recht, geheel, nog dieper; doorlicht ook de verborgen schuilhoeken van mijn hart. En ten tweede: dan zal zulk een mens in de weg der aanvaarding en goedkeuring van het vonnis toch bij de Heere in smeking en geween, schuilen; Hem vragend of er nog een weg ter verlossing is, en of God hem die weg wil bekendmaken, hem daarvan deelgenoot wil maken door Zijn Heilige Geest. De ziel krijgt uitgangen naar een Borg; zij kan zichzelf niet verlossen, en straks wordt de Borg haar één en haar al. Maar om zulk een Borg te leren omhelzen, moet er eerst van zulk een Borg openbaring aan ons geschieden.

G. Wisse, Uit de Verbondsschat.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 april 2014

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Daniël voor jongeren

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 april 2014

Bewaar het pand | 12 Pagina's