Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus en de Samaritaanse vrouw (11)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus en de Samaritaanse vrouw (11)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus zeide tot haar: Vrouw, geloof Mij, de ure komt, wanneer gijlieden, noch op dezen berg, noch te Jeruzalem, den Vader zult aanbidden. Gijlieden aanbidt, wat gij niet weet; wij aanbidden, wat wij weten; want de zaligheid is uit de Joden. (…) God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. (Johannes 4 : 21-22, 24)

Vorige keer hebben we de Samaritaanse vrouw horen vragen, waar ze God moest dienen. Moest dat gebeuren op de Gerizim of op de tempelberg in Jeruzalem? Deze keer luisteren we naar het antwoord dat Christus haar geeft.

Het is volbracht
Het eerste wat Christus zegt, is: ‘Vrouw, geloof Mij, de ure komt, wanneer gijlieden, noch op dezen berg, noch te Jeruzalem, den Vader zult aanbidden’. De Heere Jezus bedoelt daarmee: Er zal een tijd (‘ure’) komen, dat de offi ciële dienst van God niet meer gebonden is aan één bepaalde plaats. Dat zal zijn als Christus uitroept: ‘Het is volbracht’. Dan zal God de Vader het voorhangsel in de tempel te Jeruzalem scheuren, van boven naar beneden. Dan zal er een einde gekomen zijn aan heel de oudtestamentische schaduwendienst.

En als de Joden dan toch hun ceremoniëndienst voortzetten, zal in 70 na Christus de tempel van Jeruzalem verwoest worden. Dat betekent het defi nitieve einde van de tempeldienst.

Eigenwillige godsdienst
In de tweede plaats laat de Heere Jezus duidelijk weten, dat tót het moment van Zijn sterven Jeruzalem de plaats is, waar de offi ciële dienst aan God moet plaatsvinden.

De Heere Jezus zegt in dat verband: ‘Gijlieden (het volk van de Samaritanen) aanbidt wat gij niet weet’.

Wat de Samaritaanse vrouw hier te horen krijgt, is het volgende: Als u de Gerizim beklimt, om daar bij de ruïnes van de oude Samaritaanse tempel God te zoeken en te dienen, dan bent u bezig een God te aanbidden Die u niet kent. Want de ene ware God heeft duidelijk aangegeven dat Zijn heiligdom in Jeruzalem moest worden gebouwd. Dáár wil Hij gediend worden.

Heel duidelijk ontmaskert Christus hier de eigenwillige godsdienst van de Samaritanen. Al dienen ze God met nog zulke goede bedoelingen, ze hebben hun godsdienst zelf bedacht. En over die eigenwillige godsdienst kan God alleen maar heilig toornen.

Daartegenover plaatst Christus de tempeldienst in Jeruzalem: ‘Wij aanbidden wat wij weten, want de zaligheid is uit de Joden’. Nee, dat betekent niet, dat alle Joden zalig zullen worden. Maar het betekent wel: God heeft aan het volk van Israël de weg der zaligheid bekendgemaakt. God heeft Jeruzalem aangewezen als de plaats waar Hij plechtig gediend wil worden (Jes. 2:3). En het betekent ook: De Zaligmaker is – naar Zijn menselijke natuur – uit het volk der Joden afkomstig.

Intussen heeft de Samaritaanse vrouw een eerlijk en duidelijk antwoord gekregen op haar vraag.

Christus’ alwetendheid
Maar de Heere Jezus zwijgt nog niet. Want Hij heeft niet alleen de vraag van de Samaritaanse vrouw gehoord. Hij peilt ook wat er áchter haar vraag ligt.

Zelf heeft Hij deze vrouw zojuist door Woord en Geest overtuigd van zonde (vs. 17-19). Maar al is de Samaritaanse vrouw dan overtuigd van zonde, dat betekent niet dat ze ook een uitgewerkte zondares is. Integendeel, in haar vijandschap tegen vrije genade (!) zoekt ze naar een middel om zelf te betalen voor haar hemelhoge schuld. Tegen díe achtergrond heeft ze gevraagd, waar ze God moet aanbidden.
Van die eigengerechtigheid gaat Christus de Samaritaanse afbrengen. Daarom vervolgt de Heere Jezus Zijn onderwijs: ‘God is een Geest’. Het is alsof Hij zegt: Vrouw, u denkt wel, dat u het zelf goed kunt maken met God. Maar weet u wel, met Wie u te doen hebt? U moet geen vleselijke voorstelling hebben van God. Hij is niet een toegeefl ijk Iemand, die wel tevreden is met wat goede bedoelingen. Nee, God is een Geest. U moet een geestelijke voorstelling van Hem hebben. Hij is volmaakt rechtvaardig. Hij is volmaakt heilig.

Uitgewerkte zondares
En Hij eist ook van ons dat we Hem volmaakt dienen. ‘Die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid’. ‘In geest’ – dat betekent: niet alleen in uiterlijke plichtplegingen. Maar op geestelijke wijze. Niet alleen maar ziende op de uitwendige plechtigheden in de tempel. Maar in het gelovig besef dat alle ceremoniën wijzen naar Christus.
‘In waarheid’ – dat betekent: met een oprecht hart. Ongeveinsd. Met een volkomen hart. Het betekent ook: In overeenstemming met de waarheid van Gods Woord. Zó wil de volmaakte, geestelijke God gediend worden. Op een volmaakte, geestelijke wijze.

Zo onderwijst de Heere Jezus de Samaritaanse vrouw in Wie God werkelijk is. Zo onderwijst Hij haar ook in de geestelijkheid van Gods wet. Hij houdt haar de eis van die wet voor.

En zo wil Hij haar overtuigen van haar onmacht. Zo wil Hij haar brengen op het punt waar ze aan een einde komt met al haar eigen werken. Waar ze uitgewerkt raakt.

Want daar zal Hij Zichzelf bekendmaken aan haar hart. Als de Rotssteen Wiens werk volkomen is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 maart 2015

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Christus en de Samaritaanse vrouw (11)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 maart 2015

Bewaar het pand | 12 Pagina's