Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus en de Samaritaanse vrouw (15)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus en de Samaritaanse vrouw (15)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En daarop kwamen Zijn discipelen en verwonderden zich, dat Hij met een vrouw sprak. Nochtans zeide niemand: Wat vraagt Gij, of: Wat spreekt Gij met haar? Zo verliet de vrouw dan haar watervat en ging heen in de stad… (Johannes 4:27-28a)

Als Christus Zichzelf bekendgemaakt heeft aan het hart van de Samaritaanse vrouw, spreekt alles van Zijn liefde.

Overwinnende liefde
Die liefde ziet de Samaritaanse in Zijn door dorst gekloofde lippen. Ze spreken – tot haar. Die liefde leest ze af van Zijn vermoeide, met stof bedekte voeten. Ze zijn het land doorgegaan – voor haar. Die liefde hoort ze naklinken in al het onderwijs dat Hij gegeven heeft – aan haar.

Denkt u niet dat het hart van de Samaritaanse vrouw daaronder nog meer verbroken is? En dat haar zonden in het licht daarvan nog bitterder geworden zijn? Nee, niet alleen de schuld van al haar vuile zonden tegen het zevende gebod en alle andere geboden van God. Maar ook de schuld van wie ze is geweest onder Christus’ liefl ijke Evangelienodiging. Toen ze Hem bits te woord stond. Toen ze Zijn uitgedroogde lippen een teug water weigerde. Toen ze Zijn aanbod versmaadde en Zijn Persoon verachtte.

En toch, Zijn liefde heeft getriomfeerd over haar vijandschap. Als een zondaar of zondares dat mag zien, wordt er iets geproefd van die wonderlijke mengeling van onuitsprekelijke droefheid en onuitsprekelijke vreugde.

Hemel op aarde
We lezen verder in vs. 27: ‘En daarop kwamen Zijn discipelen’. De discipelen… ze waren naar het stadje Sichar gegaan om daar middageten te kopen. En nu komen ze terug. Maar als dat gebeurt, blijken ook deze omstandigheden te liggen in de handen van God. De Heere leidt het in Zijn voorzienigheid zo, dat ze niet te vroeg komen. Want voordat zij komen, heeft Christus Zich in een persoonlijke ontmoeting bekendgemaakt aan de Samaritaanse.

Maar nu de discipelen komen, moet de Samaritaanse, die voor een ogenblik iets van de hemel op aarde mocht proeven, ondervinden, dat ze toch nog op de aarde is. En dat ze voort moet door de huilende wildernis van dit leven.

Zodoende lezen we: ‘Zo verliet de vrouw dan haar watervat en ging heen in de stad’. In gedachten zien we het voor ons. De aarden kruik die ze op haar hoofd of schouder had meegedragen, en die inmiddels vol water was, laat ze staan bij de Jakobsbron. En zelf keert ze terug in de richting van het stadje Sichar. Ogenschijnlijk is het maar een onbeduidende opmerking. Maar het tafereel van de achtergelaten waterkruik heeft ons veel te zeggen.

Alles veranderd
Allereerst predikt het ons, hoezeer alles in het leven van deze vrouw veranderd is. Hoe heel andere dingen dan eerst op de voorgrond zijn komen staan. Toen ze vanochtend het stadje Sichar was uitgegaan, had ze maar één gedachte: water putten en met een volle kruik weer terugkeren. En nu laat ze diezelfde kruik staan. Ze vergeet het doel waarvoor ze gekomen is.

Is het een wonder? Deze vrouw kwam om aards water. Maar ze heeft het water des levens mogen proeven en smaken. Hutcheson tekent aan: ‘Als een ziel Christus en Zijn uitnemendheid heeft gesmaakt, zullen andere dingen die voorheen in grote waarde werden gehouden, gering geacht worden’.

Hartelijk zal ik U liefhebben
De achtergelaten waterkruik predikt in de tweede plaats ook, hoezeer het hart van de Samaritaanse nu vervuld is van liefde tot Christus en tot Zijn knechten. Want zo moeten we het ook opvatten, dat ze de kruik achterlaat. De discipelen zijn teruggekomen uit Sichar en ze hebben middageten gekocht. En nu laat deze vrouw de kruik met water achter. Opdat Christus en Zijn discipelen van dat water zullen drinken bij het middagmaal.

Ach, dat water is op zich niets bijzonders. Christus en Zijn discipelen hebben het niet nodig. De discipelen hebben echt wel een putemmer, waarmee ze water kunnen putten. En toch: Wat de Samaritaanse heeft, geeft ze aan Hem. En in haar hart zingt het: ‘Hartelijk zal ik U liefhebben, Heere, mijn Sterkte!’

Heilige haast
En dan is nóg iets dat het achtergelaten watervat predikt. Namelijk, dat deze vrouw een heilige haast heeft om terug te gaan naar Sichar. Ze heeft haast om de mensen van haar stad zo snel mogelijk te bereiken. Om tot hen te spreken over deze Christus. De liefde van Christus dringt haar. En als ze nu met die volle kruik met water op het hoofd voorzichtig naar de stad zou moeten schrijden, zou dat zoveel tijd in beslag nemen. Dan zou Christus met Zijn discipelen misschien intussen al weer verder getrokken zijn. Dat wil ze niet. Want de andere bewoners van Sichar moeten Hem ook ontmoeten. ‘Genade maakt gunnend’ (Hutcheson).

Welnu, daar hebben we iets van de ‘genadige uitwerkingen’ van een zaligmakende ontdekking van Christus, zoals Erskine daar vorige keer over sprak

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 12 mei 2015

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Christus en de Samaritaanse vrouw (15)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 12 mei 2015

Bewaar het pand | 12 Pagina's