Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Enkele bladzijden uit het levensboek van Job (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Enkele bladzijden uit het levensboek van Job (2)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voordat we hopen te gaan luisteren naar enkele gedeelten uit het Bijbelboek Job, deze keer nog iets over het leven van de Schotse predikant James Durham (1622-1658). Diens Bijbellezingen over Job vormen namelijk – samen met de verklaring van George Hutcheson – de leidraad voor onze overdenkingen over Job.

Een biddende kapitein
De roeping van Durham tot het predikambt vindt plaats tijdens één van de oorlogen tussen Schotland en Engeland. In die periode is Durham kapitein in het Schotse leger. Op zeker moment knielt hij met zijn manschappen neer in het open veld om de Heere om Zijn nabijheid en bescherming af te smeken. Precies op dat ogenblik komt David Dickson, hoogleraar in de theologie, voorbij. Hij bedenkt zich geen ogenblik, maar knielt met de soldaten neer en hoort het gebed van Durham. De woorden van Durhams gebed maken zo’n diepe indruk op Dickson, dat hij de jonge kapitein aanspreekt en hem aanraadt, zich na de strijd als predikant in de dienst van God te stellen.

In diezelfde strijd ontsnapt Durham tot tweemaal toe ternauwernood aan de dood. Door die wonderlijke gebeurtenissen heen roept de Heere James Durham tot het predikambt.

Overigens zal Durham later – in zijn Verklaring van de Openbaring aan Johannes – een brede uiteenzetting geven van de roeping tot het predikambt. Die uiteenzetting is nog steeds de moeite van het lezen waard. Vooral voor diegenen die worstelen met de roeping tot het ambt.

Hoogleraar
Na de strijd begeeft Durham zich naar Glasgow, om daar onder leiding van David Dickson theologie te gaan studeren. Zijn studie verloopt voorspoedig en in 1647 doet hij intrede in zijn eerste gemeente, de Blackfriars Church in Glasgow. De beproevingen blijven hem in de pastorie niet bespaard, want een jaar later sterft zijn vrouw. De zesentwintigjarige Durham blijft met één zoontje achter.

In 1650 wordt Durham beroepen als hoogleraar in de theologie te Glasgow. Daaruit blijkt wel, hoezeer Durham geacht werd door zijn tijdgenoten. Echter, hoogleraar is Durham nooit geworden. Want in diezelfde periode blijkt er ook een hofpredikant nodig voor de Schotse koning Charles II. En ook in dat verband valt de keus op Durham.

Handjevol mensen
Na het vertrek van de koning wordt Durham opnieuw predikant te Glasgow. Hij preekt in St. Mungo’s Cathedral, een grote kerk die door middel van een tussenwand in tweeën verdeeld is. In het ene deel preekt de bekende Andrew Gray, in het andere deel James Durham.

Het is in die periode dat Gray en Durham zich samen naar de kerk begeven. Wanneer ze bij de kathedraal komen, zien ze al hoe de mensen zich aan de kant van Gray’s preekplaats verdringen, terwijl slechts een handjevol mensen staat te wachten om bij Durham naar de kerk te gaan. Pijnlijk voor het vlees van een predikant. Gray zegt dan: ‘Waarlijk broeder, ze zijn dwaas dat ze u verlaten om naar mij te komen’. Durham antwoordt echter: ‘Het verheugt mij dat Christus gepredikt wordt en dat Zijn Koninkrijk en Zijn zaak grond winnen, want ik ben tevreden iets of niets te zijn, opdat Christus zij alles in allen.’

In vurige toewijding aan de dienst des Heeren verricht Durham zijn werk. Hij bidt, mediteert, studeert, preekt driemaal per week, houdt Bijbellezingen, legt bezoeken af, catechiseert en geeft samen met de ouderlingen van zijn gemeente leiding aan de gemeente.

Preken
Van Durhams preken zijn in ons land zijn vooral die over Jesaja 53 en over het geweten bekend geworden. Ze verschenen in vertaling resp. onder de titels Christus gekruist of het merg van het Evangelie en De hemel op aarde.

De preken van Durham vormen voedsel voor hongerige en dorstige zielen. Een tijdgenoot schrijft dat Durham in zijn preken en in zijn andere ambtelijke werkzaamheden ‘het veld vervulde met Jezus Christus en met het geloof in Zijn bloed, en dat niemand hem daarin te boven ging’.

In mei 1658 wordt Durham, wiens gezondheidstoestand vaker te wensen overliet, ernstig ziek. Op zijn ziekbed, dat uiteindelijk zijn sterbed zal worden, blijven de aanvechtingen hem niet bespaard.

Als op zeker moment zijn vriend John Carstairs binnenkomt en hem vraagt hoe het is, antwoordt Durham dat het zo donker is. ‘Van alles wat ik gepreekt en geschreven heb,’ zegt hij, ‘kan ik mij maar één Bijbeltekst te binnen brengen, die ik durf aan te grijpen; zeg mij of ik het gewicht van mijn zaligheid daaraan hangen mag. Het is deze: Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.’ John Carstairs antwoordt dan: ‘Daar kunt gij het mee doen, al stonden er duizend zaligheden op het spel.’

Op 25 juni 1658 gaat James Durham in in de vreugde zijns Heeren, in de leeftijd van 36 jaar. Kort maar zeer helder heeft deze ster geschenen aan de Schotse kerkhemel.

De komende tijd hopen we ook aan de hand van een klein boekje van deze Schotse schrijver na te denken over enkele bladzijden uit het levensboek van Job.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 28 juli 2015

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Enkele bladzijden uit het levensboek van Job (2)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 28 juli 2015

Bewaar het pand | 12 Pagina's