Het Apostolicum (7)

Hij had een relatie met zijn mondaine zuster Bernice die naast hem zat. Paulus sprak nu Agrippa niet aan op wat hij zag, maar op wat hij wist. Zeker wist. Agrippa wilde de profeten van het Jodendom niet afschrijven. Innerlijk was hij overtuigd van de waarheid van hun woorden. Paulus wijst op de grondoorzaak van geloven. Dat heeft ons vandaag wat te zeggen. Bijzonder daar verandering van levensvisie toeneemt. Triest is het dat gesprek in vele gevallen uitgesloten is. Zeker was dit in de vorige eeuw al merkbaar, maar nu is het toegenomen. Hoe vele jongeren hebben de brug opgehaald en willen niet meer over de brug komen of laten komen. Zeer aangrijpend. Het contact kan onder hetzelfde dak al uitgesloten zijn. De dagelijks omgang is heel moeilijk geworden. Beneden is geen weg meer, maar de weg naar Boven kan niet gesloten worden. Verhindering of beletsel kunnen er zijn. Voor eigen gedachte of zelfs waarneming kan de hemel gesloten zijn, maar dit staat vast: bij de hemelvaart van Jezus werd niet een muur die doet denken aan de Berlijnse muur geplaatst tot scheiding. Slechts een wolk werd gezien en die is er nog. Door een wolk kan een gebed. Door een wolk wordt gehoord en op Gods tijd en wijze verhoord. De Heere geeft steun en troost. En waarover mag bijzonder in het gebed met de Heere gesproken worden. Het gebeuren na de geboorte. Wat toen plaats vond was geen traditionele aangelegenheid of familiegebeuren, namelijk het dopen in de Naam van de drie-enige God. Die werkelijkheid van het gedoopt worden, van het gedoopt zijn, moet aan de orde komen. Het aanspreken op het gebeuren is de wil van God. Ook dient gewezen te worden op de kracht van God de Heere. Voluit Bijbels is wat er staat in zondag 27 vr. en antw. 94. Omdat het artikel zo van betekenis is, wordt het doorgegeven. De vraag is: zal men ook de jonge kinderen dopen? Het antwoord is: ja, want mitsdien zij alzo wel als de volwassenen in het verbond Gods en in Zijn gemeente begrepen zijn en dat hun door Christus’ bloed de verlossing van de zonden en de Heilige Geest Die het geloof werkt niet minder dan de volwassenen toegezegd wordt, zo moeten zij ook door de Doop als door het teken des Verbonds de Christelijke kerk ingelijfd worden en van de kinderen der ongelovigen onderscheiden worden, gelijk in het Oude Verbond of Testament door de besnijdenis geschied is voor dewelke in het Nieuwe Verbond de Doop is ingezet. Het is niet de bedoeling op bepaalde gedachten of stellingen omtrent de doop in te gaan, maar zich te houden aan wat in zondag 27 staat. Echter vooraf twee gedachten. Naar de Schrift wordt algemeen aanvaard het toelaten van vrouwen aan de avondmaalstafel en gaat het in de Schrift over een huisgezin, dan behoren alle kinderen daarbij. Wordt er gedacht aan reformatorische baptisten van vroeger en nu. In Engeland rijdt het verkeer links en in ons land rechts. En wat is verkeerd? Laten we het daarbij laten. Er is al verwarring genoeg en de afval neemt toe. Wijzen op en spreken van Gods daden in en met de Doop is dringend nodig. Gaat het over de kinderdoop, dan waren de opstellers hiervan ten volle verzekerd dat Gods Woord dit gebiedt. Vandaar hun ‘ja het’. Daar mag niet aan getwijfeld worden, noch minder nagelaten worden. Naar de Dordtse Kerkorde behoren ambtsdragers nalatige ouders aan te dringen tot het dopen van het kind. Waarom? Omdat hun kind van Godswege recht heeft op het teken en zegel van het verbond. Tegenover de bestrijders, verwerpers van de kinderdoop dienen we net zo te staan als de opstellers tegenover de wederdopers. Het doopsformulier staat bij de behandeling daar niet buiten. Als eerste grond van de kinderdoop wordt gewezen op de eenheid van het verbond der genade. Dit verbond omvat zowel de periode van het Oude Testament als die van het Nieuwe Testament. Vandaar ook het zingen in het doopuur en dat is belijden. Het verbond met Abraham Zijn vrind, bevestigt Hij van kind tot kind. Er is wat gebeurd voor en na de geboorte van het kind. De inlijving door God de Heere in Zijn Verbond en Zijn gemeente en de zichtbare daad Gods in het ontvangen van het teken en zegel van de Heilige Doop. De belofte van het Evangelie. De verlossing door Christus’ bloed en de Heilige Geest, Die het geloof werkt. Dit is een Godswonder, want de belofte van God staat niet los van het begin van het Doopsformulier, dat wij met onze kinderen in zonden ontvangen en geboren en daarom kinderen des toorns zijn, zodat wij in het rijk Gods niet kunnen komen tenzij wij van nieuws geboren zijn. Wat kunnen die eerste regels overgeslagen worden of gedachteloos aanvaard. Wie door Gods Geest en Woord geleid en geleerd wordt, neemt de eerste regels van het formulier in verbinding met wat in zondag 27 antw. 74 staat, heel het leven mee. Psalm 25 vers 3 staat daar niet buiten. Het wordt een levenspsalm. God drie-enig mag aangesproken worden. In Zijn Woord heeft de Heere dit vastgelegd met de verzekering: Ik heb niet gezegd tot het huis van Jakob zoek Mij tevergeefs. De Heilige Doop staat daar niet buiten. Laten we Gods wil en zo Zijn daad niet laten voor wat het is. Het gedragen worden in het doopuur onder het Woord, het ontvangen van het Verbondsteken. Dat teken is onuitwisbaar. Het blijft spreken. Verbondsbrekers ter verdoemenis. Verbondszoekers tot zaligheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen