Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. H.F. Kohlbrugge, Op Nederlandse kansels, gebonden, 314 blz., € 32,50, Uitgeverij Den Hertog, Houten, ISBN 978-90-331-2750-2.
Bewerkt en van aantekeningen voorzien door H. Boele. In 2014 verscheen het boek ‘Zonder kansel kon hij niet leven’. In het nu uitgegeven boek zijn 22 preken van Kohlbrugge (1803-1875) opgenomen die hij gehouden heeft in Nederland. Vandaar de titel van het boek ‘Op Nederlandse kansels.’ Op zondag 29 juni 1856 mocht Kohlbrugge voor de eerste maal in ons vaderland voorgaan. Dit gebeurde in Vianen. De tekst was Genesis 3. Tussen 1856 en 1871 heeft Kohlbrugge 53 maal op een Nederlandse kansel het Woord van God gepredikt. De laatste keer dat dit gebeurde was op 12 november 1871 in Amsterdam. In de Waalse Kerk te Delft heeft Kohlbrugge zeven maal gepreekt. Met deze Prinsenstad had Kohlbrugge een bijzondere band. Hij vond het een eer om in deze stad te preken, ‘de kerk van onze oude vader des vaderlands Willem van Oranje.’ Dit zegt hij in een preek over Jesaja 43:1-3. In deze preek lezen we ook het volgende: “De Heere heeft steeds midden in de wereld een uitverkoren Kerk willen hebben, en die heeft Hij, die heeft Hij sinds drie eeuwen vooral ook in ons dierbare vaderland. Die Kerk is Zijn oogappel.” In deze gemeente te Delft heeft Kohlbrugge ook kinderen gedoopt, wat hij in geen enkele andere Nederlandse gemeente heeft gedaan. Kohlbrugge heeft de kerk in Nederland nooit uit het oog verloren. In een preek over de Klaagliederen van Jeremia 5:21a zegt hij: “Mochten wij maar allereerst geopende ogen ontvangen om het eigenlijk oordeel van God te zien, waaronder wij als Nederlanders ons bevinden.” In een preek over Matth. 11:25-28 zegt hij: “Het volk van Nederland heeft zoveel genoten boven andere volken! Maar hoe wordt God nu miskend en Zijn waarheid vertrapt en verwijderd gehouden uit de harten en uit de scholen.” In de preek over Zacharia 4 spreekt Kohlbrugge over de band van Nederland met Oranje. “Ik spreek als gelovende, en zo als geboren Nederlander, als een die mee zeggen mag: ‘Snijdt mij het hart vrij op, gij zult er Holland vinden!’; als een die wenst en bidt, dat hetgeen van Gods Woord bij de bijzondere personen vervuld wordt, ook geheel aan onze natie vervuld wordt; als een die vasthoudt aan het drievoudig snoer; Kerk, Oranje en Vaderland.’” Kohlbrugge heeft ook gepreekt over de gelijkenis van de zaaier, op 9 augustus 1857 te Nigtevecht. De toepassing van deze preek willen we aan u doorgeven: “Wij hebben gehoord waardoor het dragen van vruchten wordt verhinderd en hoe de toestand van de akker is als het zaad opkomt en vrucht draagt. Nu is het nodig dat wij wat we gehoord hebben, eerlijk op onszelf toepassen. Wanneer de boosheid tegen het Woord der genade in ons opstijgt, zullen wij dat zeker gevoelen. Als wij niet willen dat de duivel het Woord bij ons wegneemt, moeten wij direct buigen voor het Woord, zoals David zegt in Psalm 119: ‘De HEERE is mijn Deel; ik heb gezegd dat ik Uw woorden zal bewaren.’ Als wij in tijden van verdrukking en vervolging toegeven aan de bezwaren van ons vlees en daarmee ingaan tegen het Woord, gaan we in tegen ons eigen geweten; en dat zullen wij weten en moeten erkennen. Wij zullen er goed aan doen te bedenken dat wie zijn leven wil behouden in deze wereld, het zal verliezen. En als wij afgeweken en gevallen zijn, moeten wij bedenken dat er geschreven staat: ‘Zal men vallen en niet weer opstaan?’ We moeten doen wat Petrus deed; hij ging uit en weende bitter. Als wij de zorgen van het leven, van de wereld, van de rijkdom en andere wereldse begeerten laten groeien, halen we daarmee een magerheid en een dorheid over onze ziel. Wij kunnen het weten en zullen moeten bedenken dat er geschreven staat: ‘Wie dan een vriend der wereld wil zijn, die wordt vijand Gods gesteld.’ En ook: ‘Wat baat het een mens die de gehele wereld zou winnen en zichzelven verliezen of schade zijns zelfs lijden?’ De gedaante van deze wereld gaat voorbij. Sta op uit de doden en Christus zal over u lichten. Als wij met zorg vervuld zijn over de vrucht op de dag van de oogst, zullen wij er goed aan doen dat wij ons onbesmet en volkomen aan Christus overgeven, aan Hem Die uit de doden is opgestaan. Dan zal aan ons het Woord van de Heere vervuld worden: ‘Uw vrucht is uit Mij gevonden.’ Welgelukzalig is een ieder van u, die uit het rijk van de satan is overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Gods liefde. Hij is in zichzelf te ellendig, maar hij heeft het in dat Koninkrijk te goed om aan de duivel en de wereld iets toe te geven, en hij is er volkomen veilig. Amen.” Liefhebbers van de prediking van Kohlbrugge zullen dit boek zeker ter hand willen nemen en lezen.

Ds. A. Schot, Woorden van wijsheid voor zieken, gebonden, 109 blz., € 9,95, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, ISBN 978-94-6278-5670.
Ds. A. Schot is predikant van de Gereformeerde Gemeente te Nunspeet. Dit boekje bevat dertig korte stukjes die te maken hebben met ziekte en de verwerking daarvan. Het boekje kan door zieken zelf aangeschaft worden om te lezen en kan ook door familie of kennissen aan een zieke gegeven worden. Veel behartenswaardige dingen zijn er in te vinden. Iets willen wij doorgeven uit dit boekje. Er is een meditatie over Matth. 9:12 ‘Die gezond zijn, hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn.’ We lezen op de blz. 63 en 64 “Deze Medicijnmeester heeft verstand van alle kwalen. Hij heeft ook het vermogen om Medicijnmeester te zijn. De meest bekwame arts heeft zo zijn beperkingen. Voor Hem is echter geen kwaal ongeneeslijk. Er bestaan voor Hem geen hopeloze gevallen. Hij heeft ook de middelen die voor de uitvoering van de genezing nodig zijn. Deze Medicijnmeester beschikt over het Woord. Daarbij beschikt Hij over de Geest, Die Heere is en levend maakt. Hij is niet afhankelijk van de patiënt. En dan tenslotte nog dit als het over de Persoon van deze Medicijnmeester gaat: Er gaat een goed gerucht van Hem uit. Onder de Zijnen staat Hij zo goed bekend. Bent u bekend met Zijn diagnose en behandeling?”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 september 2016

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 september 2016

Bewaar het pand | 12 Pagina's