Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SPREKEND VERLEDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SPREKEND VERLEDEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vrees niet, gij klein kuddeke; want het is uws Vaders welbehagen ulieden het Koninkrijk te geven. Lukas 12:32

‘Gij klein kuddeke.’ Smytegelt noemt dat een minzame (vriendelijke, innemende- vH) aanspraak. Bij een kudde hoort een herder. Jezus is de grote Herder der schapen. In Psalm 23 zegt David: ‘De HEERE is mijn Herder.’ In een kudde zijn schapen, lammeren en zogende lammeren. Johannes spreekt van kinderen, jongelingen en vaders. Een kudde is vreedzaam. In een kudde is eenheid. “Zij hebben één weg en één weide, en dat is het verbond der genade en het Woord van God.” Hun kooi is de Kerk van God. Het is echter maar een klein kuddeke. In eigen oog zijn Gods kinderen klein. Zij zijn van geringe afkomst: niet vele edelen, niet vele rijken. Paulus denkt klein over zichzelf, hij noemt zichzelf de minste van alle heiligen. Het kuddeke is klein omdat er veel meer goddelozen zijn dan kinderen van God. Gods kinderen wandelen op de smalle weg. Ten tijde van Elia waren er zevenduizend. We lezen in Matth. 22:14 ‘Velen zijn geroepen maar weinigen uitverkoren.’ Ook in de tijd van Smytegelt was het een klein kuddeke. In onze tijd is dat niet anders. “Ze zijn klein omdat ze klein zijn in genadegaven, klein in kennis, klein in geloof, omdat ze kleinhartig zijn, zodat Hij tot hen moet zeggen: ‘Gij kleingelovige, waarom hebt gij gewankeld?’ (Matth. 14:31).” Dat kleine kuddeke krijgt een bijzondere vermaning: ‘Vreest niet.’ Er is tweeërlei vrees: kinderlijke vrees en slaafse vrees. In Gods kinderen is nog enige slaafse vrees overgebleven waaruit kleinmoedigheid ontstaat. Soms zijn zij moedeloos. Dan vrezen zij niet te delen in de beloften van God. Vrees kan brengen tot het inslaan van verkeerde wegen zoals David deed: “toen hij bij Achis was. Stelde hij zich als een gek aan en liet zijn speeksel in zijn baard lopen en bekrabbelde de deur. Zo ook Abraham en Izak, zeggende: ‘Zij is mijn zuster.’ (Genesis 20).” De Heere sprak tot de apostelen: ‘Vreest niet.’ Het zal gaan stormen, maar zij moesten moedig zijn. Christus spoort aan in de storm op Hem te vertrouwen. Zij moeten betrouwen op de Naam des Heeren en steunen op hun God. Zoals de drie jongelingen in de vurige oven gingen, zo wil Christus dat de discipelen in het vuur van de verdrukking zullen gaan. Zij moeten roemen in de smaad die hen zal overkomen. Als zij door het water zullen gaan, zullen de golven hen niet overstromen. Het vuur zal hen niet verbranden. Het is Gods welbehagen, Gods eeuwig besluit, het kleine kuddeke het Koninkrijk te geven. Wat is dat voor een Koninkrijk? “Dat is een werelds koninkrijk, een geestelijk koninkrijk en een eeuwig koninkrijk.” Gods kinderen hebben een werelds koninkrijk in die zin dat God hen alles geeft wat zij in de wereld nodig hebben. Zij hebben ook een geestelijk koninkrijk, want zij hebben schatten en rijkdommen van genade. Hun schat is de Bijbel, waaruit zij alle wijsheid kunnen halen. Gods kinderen hebben een eeuwig koninkrijk. Door sterven gaan zij in in eeuwige heerlijkheid. In de dag der opstanding zal het eeuwig Koninkrijk hun ook naar het lichaam gegeven worden. Gods kinderen moeten niet vrezen als de duivel en als hun eigen verdorvenheden hen verschrikken. Zij moeten immers door vele verdrukkingen ingaan in het Koninkrijk van God. Sommige mensen vrezen God noch mens. Maar het oordeel zal komen. Zelfs heidenen wisten daar iets van. Toen Paulus sprak van gerechtigheid en oordeel werd Felix zeer bevreesd. Wie tot het einde van zijn leven onbekeerd blijft, zal gesteld worden onder de bokken. Het zal gezegd worden: ‘Ga weg van Mij, gij vervloekte, in het eeuwige vuur’. Onbekeerde, smeek dat de Heere u van een wolf tot een schaap zal maken. Gods kinderen vrezen vaak voor dood en oordeel. “En zij hebben vaak reden om te vrezen als zij zien op zichzelf, op de vijanden, op God en op hun hart.” Maar hen geldt: ‘Vreest niet, gij klein kuddeke, want het is uws Vaders welbehagen ulieden het Koninkrijk te geven.’ De goddelozen hebben alle reden te vrezen en te beven. “Wij zeggen u dat u erger bent dan de duivel, want de duivels geloven dat er een God is en dat doet u niet. U bent erger dan de zee en de bergen die sprongen als rammen en de heuvels als lammeren. ‘Wat was u, gij zee, dat gij vloodt? Gij Jordaan dat gij achterwaarts keerde?’ (Psalm 114:5).” De dwaas zegt in zijn hart dat er geen God is. Goddelozen vrezen God niet omdat zij de zonde niet vrezen. Hebt u geen last van uw geweten? “Velen zeggen: Ik voel geen geweten. Anderen: Ik heb geen geweten. Weer anderen: Ik heb geen moeite met mijn geweten. En zij zijn gerust. Maar mensen, weet dit, dat er is een slapend geweten en een hard geweten.” De broers van Jozef hadden geen last van hun geweten toen zij Jozef verkochten. Jaren later ontwaakte hun geweten. Gods kinderen vrezen vaak voor machtige vijanden. David zegt in Psalm 3 ‘O HEERE, hoe zijn mijn tegenstanders vermenigvuldigd.’ God staat vaak van verre. Zij hebben een dwalend hart. Maar Christus is de getrouwe Herder over hen. “Een schaap is een gehoorzaam dier. Hij gaat op het spoor waar zijn herder hem voorgaat. Zo ook een kind van God. En de schapen volgen Hem, overmits zij Zijn stem kennen (Johannes 10). Het schaap is ook een nuttig dier. Zijn wol is tot kleding, zijn melk tot voedsel, zijn vlees tot spijze. Zo ook Gods kinderen. Zo wij nu ook klein in onze ogen zijn, zo zullen wij groot geacht worden in de ogen van God. Daarom behoeven wij niet te vrezen. Want het is des Vaders welbehagen ons het Koninkrijk te geven. Amen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 april 2017

Bewaar het pand | 12 Pagina's

SPREKEND VERLEDEN

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 april 2017

Bewaar het pand | 12 Pagina's