Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van kroeg naar kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van kroeg naar kerk

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Genesis 42:13 En zij zeiden: Wij, uw knechten, waren twaalf gebroeders, ééns mans zonen, in het land Kanaän; en zie, de kleinste is heden bij onzen vader; doch de een is niet meer.

Een bekering van de kroeg naar de kerk. Weleens van gehoord? Het gaat om mensen die vroeger in zonden hebben geleefd, maar later vroom zijn geworden. Vroeger zaten ze in het café of in de bioscoop. Vroeger waren ze dronken en vloekten ze. Maar nu zijn het trouwe kerkgangers; rechtzinnig in de leer en keurig in de kleding. En wie ze vroeger waren, dat zijn ze vergeten. En nu is er van die verandering natuurlijk niks te zeggen, maar het probleem is dat het niet op de juiste manier gebeurde. Nooit kwam het tot een oprechte schuldbelijdenis. Ze denken dat heel hun zondige leven bedekt kan worden met een vroom jasje. Bij Jozefs broers lijkt dat ook het geval te zijn.

Op de herhaalde beschuldiging van Jozef dat de broers spionnen zijn, verdedigen ze zich heftig. ‘Wij zijn broers, zonen van een achtenswaardige vader. We waren met ons twaalven. En dat we hier met zijn tienen zijn, dat komt omdat de jongste bij onze vader is gebleven, en die ene is spoorloos verdwenen’. Na al die jaren willen ze hun kwaad nog verbergen. En als ze toch eens wisten wie er voor hen stond… Nooit hebben ze beleden dat ze Jozef als slaaf hebben verkocht. Zij wisten heel goed wat er met die ene is gebeurd. Dat ze hem eigenlijk vermoord hebben…

Zo is een mens. Zo wordt er gedacht en gepraat over de zonden van vroeger. ‘Ja, dat is wel gebeurd, maar …toen was ik nog jong … en het is al zo lang geleden …en ik leef nu toch heel anders?’ Die neiging hebben wij allemaal. Wij denken dat het met onze zonden net zo gaat als met de vuilnis. Die gooi je in de kliko en die zet je bij de weg en de vuilniswagen haalt het op en je ziet het nooit meer terug. Zo denken we ook van onze oude zonden af te komen en we willen er niet meer aan herinnerd worden.

Maar dat is een heel ernstige vergissing. ‘Want God zal alles in het gericht brengen, hetzij goed, hetzij kwaad’ (Prediker 12:14). Zelfs een flauwe grap staat genoteerd, zo zegt de Heere Jezus. Van elk ijdel woord zullen de mensen rekenschap geven in de dag des oordeels (Mattheüs 12:36).

Liever wil de Heere dat wij er tijdens ons leven achter komen en dat we tot bekering komen. Niet van de kroeg naar de kerk, maar van de duisternis tot het licht en van de duivel tot God.

En om dat te bewerken, behandelt Jozef zijn broers uiterst streng. Hij valt ze in vers 14 in de rede: ‘Dat is het, wat ik tot u gesproken heb, zeggende: Gij zijt verspieders! Bewijs eerst maar eens dat je de waarheid spreekt. Één van jullie gaat terug naar Kanaän en die gaat die jongste broer halen. Dan zal ik jullie pas geloven’. De broers hebben kennelijk niet snel genoeg geantwoord, want Jozef pakt ze nog strenger aan, zo lezen we in vers 17 ‘En hij zette hen samen drie dagen in bewaring’. Dan kunnen ze daar gaan nadenken wie van hen Benjamin zal ophalen.

Het zijn voor de broers drie vreselijke dagen geweest. Daar zitten ze in die donkere cel, misschien wel dezelfde als waar Jozef in gezeten heeft, wie zal het zeggen. Ze weten ook niet dat het maar voor drie dagen is. Zullen ze hun vrouwen en kinderen ooit terugzien? En hoe moet dat dan? Die zullen van honger sterven! Duizend zorgen en duizend doden kwellen hun angstvallig hart.

Is dat geen beeld van een zondaar, die door God wordt gegrepen en tot stilstand wordt gebracht? Dan geeft God Zijn heilige wet als een spiegel en dan zegt Hij: ‘Ga daar maar eens in kijken. Naar je aangeboren aangezicht’ (Jakobus 1:23). O, dan ontwaakt je geweten en verlies je je vroomheid. En dan sta je voor de strenge eis van God. Betaal Mij wat gij schuldig zijt. Kennen jullie dat soort momenten? David wel. ‘Waar alle hoop mij gans ontviel en niemand zorgde voor mijn ziel’. Gelukkig gaat de Psalm verder: ‘hebt Gij o God mijn pad gekend’. De Heere laat een mens nooit in wanhoop omkomen.

www.bewaarhetpand.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 april 2017

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Van kroeg naar kerk

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 april 2017

Bewaar het pand | 12 Pagina's